Robert Jordan - De Naderende Storm
Здесь есть возможность читать онлайн «Robert Jordan - De Naderende Storm» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Жанр: Фэнтези, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.
- Название:De Naderende Storm
- Автор:
- Жанр:
- Год:неизвестен
- ISBN:нет данных
- Рейтинг книги:5 / 5. Голосов: 1
-
Избранное:Добавить в избранное
- Отзывы:
-
Ваша оценка:
- 100
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
De Naderende Storm: краткое содержание, описание и аннотация
Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «De Naderende Storm»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.
De Naderende Storm — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком
Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «De Naderende Storm», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.
Интервал:
Закладка:
Er werd gejuicht, vooral door Novices en soldaten, aangezien de Aes Sedai te behoudend waren voor dat soort gedrag. In het algemeen. Enkele jongere vrouwen riepen wel, meegesleept in het ogenblik. Gelukkig kwam dat gejuich van beide kanten. Egwene liet ze even brullen en stak toen haar handen op om stilte te vragen. ‘Laat het nieuws zich verspreiden door het land!’ riep ze. ‘Laat erover worden gesproken, laat erop worden vertrouwd, en laat het in de herinnering blijven. De Witte Toren is weer één geheel. En niemand – man, vrouw of schepping van de Schaduw – zal ons weer verdeeld zien!’ Het gejuich was deze keer bijna oorverdovend, en verrassend genoeg sloten zich er meer Aes Sedai bij aan. Egwene liet haar handen zakken. Ze hoopte dat ze in de komende maanden ook nog voor haar zouden juichen. Er was een heleboel werk te verzetten.
47
Degene die hij verloor
Rhand keerde niet onmiddellijk naar zijn kamers terug. De mislukte ontmoeting met de Grenslanders had hem een ontkoppeld gevoel gegeven. Niet vanwege hun slinkse poging om hem Far Madding in te krijgen; dat was frustrerend, maar niet onverwacht. Mensen probeerden hem altijd te besturen en manipuleren. De Grenslanders waren daarin niet anders.
Nee, het was iets anders wat hem had verontrust, iets waar hij niet helemaal de vinger op kon leggen. En dus beende hij door de Steen van Tyr, met twee Aielse Speervrouwen achter zich aan, en zijn verschijnen schrok bedienden op en maakte Verdedigers zenuwachtig. De gangen zaten vol kronkelingen en bochten. De muren – waar ze niet waren getooid met wandtapijten – hadden de kleur van nat zand, maar ze waren veel sterker dan elke andere steensoort die Rhand kende, buitenissig en merkwaardig; elke gladde handbreedte een herinnering aan het feit dat dit geen natuurlijke plek was. Rhand voelde zich net zo. Hij had de gestalte van een mens. Hij had ook de gedragingen en achtergrond van een mens. Maar hij was iets wat geen mens – zelfs hijzelf niet – kon begrijpen. Een figuur uit de legenden, een schepping van de Ene Kracht, even onnatuurlijk als een ter’angreaal of een stuk cuendillar. Ze kleedden hem als een koning, net zoals ze deze gangen aankleedden met goudkleurige en rode tapijten met franje. Net zoals ze de muren behingen met die kleden, elk ervan met afbeeldingen van beroemde Tyreense generaals. Die versieringen waren aangebracht vanwege hun schoonheid, maar ze waren ook bedoeld om te verhullen. De stukken waar de muur kaal was, benadrukten hoe vreemd deze plek was. Kleden en tapijten gaven het allemaal een... menselijker gevoel. Net zoals de mensen Rhand konden aanvaarden door hem een kroon en een mooie jas te geven. Koningen hoorden een beetje anders te zijn. Het maakte niet uit dat hij een veel bovenaardsere inborst had, verborgen onder de kroon. Het maakte niet uit dat zijn hart van een man was die allang dood was, zijn schouders geschapen om het gewicht van de Voorspellingen te dragen, zijn ziel verpletterd onder de behoeften, verlangens en hoop van een miljoen mensen. Twee handen. De ene om te vernietigen, de andere om te redden. Welke was hij kwijtgeraakt?
Je verdwaalde gemakkelijk in de Steen. Lang voor het Patroon was gaan ontrafelen, waren deze kronkelende gangen van bruine steen al misleidend geweest. Ze waren ontworpen om het aanvallers moeilijk te maken. Kruisingen kwamen onverwacht, er waren maar weinig onderscheidende kenmerken, en de binnenste gangen van het fort hadden geen vensters. De Aiel zeiden dat ze onder de indruk waren van hoe moeilijk het was geweest om de Steen in te nemen. Ze waren niet onder de indruk geweest van de Verdedigers, maar van de gigantische schaal en indeling van het monsterlijke gebouw. Gelukkig had Rhand geen bijzonder doel. Hij wilde gewoon wat lopen. Hij had aanvaard wat hij moest zijn. Waarom zat het hem dan zo dwars? Een stem diep vanbinnen – niet in zijn hoofd, maar in zijn hart – maakte sinds kort tegenwerpingen tegen wat hij deed. Hij was niet zo luid of indringend als die van Lews Therin; hij fluisterde alleen, als een vergeten jeukplekje. Er is iets mis. Er is iets mis... Nee! dacht hij. Ik moet sterk zijn. Ik ben eindelijk geworden wat ik moet zijn! Hij bleef in de gang staan, met zijn tanden op elkaar geklemd. In zijn diepe jaszak droeg hij de toegangssleutel mee. Hij raakte die aan, de omtrekken koud en glad. Hij durfde hem niet bij een dienaar achter te laten, hoe vertrouwd ook.
Hurin, besefte hij. Dat is wat me dwarszit. Het weerzien met Hurin.
Hij liep door en rechtte zijn rug. Hij moest voortdurend sterk zijn, of dat in ieder geval lijken.
Hurin was een overblijfsel uit een vroeger leven. Toen Mart hem nog uitlachte om zijn jassen, toen Rhand nog hoopte dat hij met Egwene zou trouwen en misschien zou terugkeren naar Tweewater. Hij had met Hurin en Loial gereisd, vastbesloten om Fajin tegen te houden en Marts dolk terug te halen, te bewijzen dat hij een vriend was.
Dat was een veel eenvoudiger tijd geweest, hoewel Rhand dat toen niet wist. Hij had zich destijds afgevraagd of er nog iets ingewikkelders kon bestaan dan het gevoel dat zijn vrienden een hekel aan hem hadden.
De kleuren verschoven voor zijn ogen. Perijn die door een donker kamp liep, met dat stenen zwaard boven hem uittorenend. Het beeld ging naar Mart, die nog steeds in die stad was. Was het Caemlin? Waarom kon hij bij Elayne zijn, terwijl Rhand zo ver weg moest blijven? Hij voelde haar nauwelijks door de binding. Hij miste haar zo. Ooit hadden ze kussen van elkaar gestolen in de gangen van dit fort. Nee, dacht hij. Ik ben sterk. Verlangen was een gevoel dat hij zichzelf niet mocht toestaan. Mijmeren over vroeger leverde hem niets op. Hij probeerde het allebei van zich af te zetten, dook een trappenhuis in en ging de trap af, liet zijn lichaam werken en zijn ademhaling zwoegen.
Rennen we dan weg voor het verleden? vroeg Lews Therin zacht. Ja. Dat is goed. Beter wegrennen dan het onder ogen zien. Rhands tijd met Hurin was geëindigd in Falme. Die dagen waren wazig in zijn herinnering. De veranderingen die toen over hem waren gekomen – het besef dat hij zou moeten doden, dat hij nooit meer terug kon naar het leven dat hij had gekoesterd – waren dingen waar hij niet bij kon stilstaan. Hij was naar Tyr getrokken, bijna duizelig, gescheiden van zijn vrienden terwijl hij Ishamael had gezien in zijn dromen. Dat laatste gebeurde nu weer.
Rhand stormde hijgend een van de lagere verdiepingen van het fort op. Zijn Speervrouwen volgden hem, niet buiten adem. Hij beende door de gang en ging een reusachtige kamer met rijen pilaren binnen, stevig en dikker dan een man met zijn armen kon omspannen. Het Hart van de Steen. Enkele Verdedigers sprongen in de houding en salueerden toen Rhand langsliep.
Hij ging naar het midden van het Hart. Ooit had Callandor daar gehangen, glinsterend in het licht. Het kristallen zwaard was nu bij Cadsuane. Hopelijk had ze dat ook niet verprutst en het zwaard verspeeld, net als de mannelijke a’dam. Rhand maalde er eigenlijk niet om. Callandor was inferieur; om het te gebruiken moest een man zich onderwerpen aan de wil van een vrouw. Bovendien was het machtig, maar lang niet zo machtig als de Choedan Kal. De toegangssleutel was een veel beter hulpmiddel. Rhand streelde er zwijgend over en keek naar de plek waar Callandor ooit hing. Dit had hem altijd dwarsgezeten. Callandor was het wapen waarover werd gesproken in de voorspellingen. In de Karaethon Reeks stond dat de Steen niet zou vallen totdat Callandor werd gehanteerd door de Herrezen Draak. Sommige wetenschappers hadden daaruit afgeleid dat het zwaard nooit zou worden gehanteerd. Maar zo werkten de voorspellingen niet; ze waren gemaakt om uit te komen. Rhand had de Karaethon Reeks bestudeerd. Helaas was het uitpuz-zelen van de betekenis ervan net alsof je probeerde honderd meter verknoopt touw te ontwarren. Met één hand. Het opnemen van het zwaard dat niet kan worden aangeraakt was een van de eerste grote voorspellingen die hij had vervuld. Maar was zijn opnemen van Callandor een zinloos teken, of was het een stap? Iedereen kende de Voorspelling, maar slechts weinigen stelden de vraag die onvermijdelijk had moeten zijn. Waarom? Waarom moest Rhand het zwaard opnemen? Moest het worden gebruikt in de Laatste Slag?
Читать дальшеИнтервал:
Закладка:
Похожие книги на «De Naderende Storm»
Представляем Вашему вниманию похожие книги на «De Naderende Storm» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.
Обсуждение, отзывы о книге «De Naderende Storm» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.