Ze drenkte een paar doeken in lauw water, maar Rosemund gaf een schreeuw van pijn toen ze die op de buil legde, en koude omslagen hadden niet de minste uitwerking. Het helpt allemaal niets, dacht Kivrin terwijl ze de natte koude doek tegen de buil hield. Wat ik ook doe.
Ze moest de open plek zien te vinden, maar het bos was zo groot, er waren overal eikebomen en open plekken. Ze zou hem nooit terugvinden. En ze kon Rosemund niet aan haar lot overlaten.
Misschien zou Gawyn eerder terugkomen. Sommige steden hadden de poorten gesloten, dus misschien kon hij Bath niet binnenkomen of had hij van andere reizigers gehoord dat heer Guillaume dood was. Laat hem terugkomen, bad ze. Snel.
Kivrin deed Imeynes kistje weer open en proefde de inhoud van de zakjes. Het gele poeder was zwavel. Dat was bij epidemieën gebruikt om de lucht te zuiveren en ze herinnerde zich dat sommige zwavelverbindingen ook dodelijk waren voor bacteriën. Het was in elk geval veiliger dan het doorprikken van de builen.
Ze strooide wat van het poeder in het vuur, wat een gele damp veroorzaakte die ze ondanks haar masker in haar keel voelde schroeien. De klerk snakte naar adem en Imeyne begon in haar hoekje te kuchen.
De stank van rotte eieren verdween binnen enkele minuten, maar de gele rook bleef als een sluier in de zaal hangen en deed hun ogen tranen. Maisry rende hoestend in haar schort naar buiten en Eliwys nam Imeyne en Agnes mee naar de zolderkamer om eraan te ontsnappen.
Kivrin zette de deur open en zwaaide een van de keukendoeken heen en weer, en na een tijdje klaarde de lucht wat op, al was haar keel nog steeds uitgedroogd. De klerk bleef hoesten, maar Rosemund leek weer in slaap te vallen. Kivrin voelde de pols van het meisje, die heel zwak was.
‘Ik weet niet wat ik nog meer kan doen,’ zei Kivrin, met de hete en droge pols van het meisje in haar handen. ‘Ik heb alles geprobeerd.’
Roche kwam naar binnen en begon te hoesten.
‘Dat is zwavel,’ zei Kivrin. ‘Rosemund gaat achteruit.’
Roche keek naar het meisje, voelde haar pols en ging weer naar buiten. Kivrin zag er een goed teken in. Hij zou niet zo gauw zijn weggegaan als Rosemund er heel slecht aan toe was.
Een paar minuten later kwam hij terug in zijn priesterkleed en met de laatste sacramenten.
‘Wat is er?’ vroeg Kivrin. ‘Is de vrouw van de meier gestorven?’
‘Nee.’ Hij keek langs haar heen naar Rosemund.
‘O nee,’ zei Kivrin. Ze sprong overeind en versperde hem de weg. ‘Nee, dat mag niet.’
‘Ik moet haar de biecht afnemen,’ zei hij, nog steeds naar Rosemund kijkend.
Kivrin volgde zijn blik. ‘Rosemund gaat niet dood.’
Het meisje leek al dood te zijn met haar gebarsten lippen en haar starende ogen. Haar huid had een gele tint gekregen en was strak over haar gezicht gespannen. Nee, dacht Kivrin radeloos. Ik moet iets doen. Ze is pas twaalf jaar.
Roche ging naar Rosemund toe en het meisje tilde haar arm op alsof ze hem wilde afweren.
‘We moeten de buil doorsteken,’ zei Kivrin. ‘Het gif moet eruit.’
Ze verwachtte dat hij het meisje eerst de biecht wilde afnemen, maar dat was niet zo. Hij legde de sacramenten op de stenen vloer en ging een mes halen.
‘Een scherp mes,’ riep Kivrin hem na. ‘En neem wijn mee.’ Ze zette de pot met water weer op het vuur. Roche kwam terug met een mes, dat ze met water uit de emmer afspoelde. Met haar vingernagels krabde ze het vuil bij het gevest weg. Daarna wikkelde ze het heft in een plooi van haar schort en hield het lemmet in het vuur. Ten slotte gooide ze er kokend water, wijn en nog een keer water overheen.
Ze legden Rosemund dichter bij het vuur om de buil goed te kunnen zien. Roche knielde achter Rosemund neer en Kivrin schoof de mouw voorzichtig over haar arm naar boven. Roche tilde de arm van het meisje op.
De buil was zo groot als een appel geworden en het hele schoudergewricht was ontstoken en opgezet. De randen van de buil waren week, maar het midden was nog hard.
Kivrin nam de kruik die Roche had meegebracht, sprenkelde wat wijn op een doek en wreef zacht over de plek. Het was net of er een steen onder de huid zat en ze vroeg zich af of het mes wel scherp genoeg zou zijn.
Ze pakte het mes en hield hem aarzelend boven de bult, bang dat ze een slagader zou raken of het bloed van het meisje zou infecteren, dat alles erger zou worden.
‘Ze voelt geen pijn meer,’ zei Roche.
Kivrin keek naar Rosemund. Het meisje had zich niet bewogen, zelfs niet toen Kivrin op de buil had gedrukt. Ze staarde voor zich uit met een ontstelde blik in haar ogen. Het kan niet erger worden, dacht Kivrin. Zelfs niet als ze doodgaat.
‘Hou haar arm goed beet,’ zei Kivrin. Roche pakte de pols van Rosemund stevig vast en drukte haar arm plat tegen de grond. Rosemund gaf nog steeds geen kik.
Twee snelle inkepingen, dacht Kivrin. Ze haalde diep adem en zette de punt van het mes op de buil.
Rosemunds arm schokte en haar kleine hand balde zich tot een klauw. ‘Wat bent u aan het doen?’ vroeg ze hees. ‘Ik zeg het tegen mijn vader!’
Kivrin trok haar hand terug. Roche drukte Rosemunds arm weer naar beneden en ze probeerde hem met haar andere hand weg te slaan.
‘Ik ben de dochter van heer Guillaume D’Iverie,’ zei ze. ‘U kunt me niet zo bejegenen.’
Kivrin schoof bij haar vandaan en stond op om het mes op veilige afstand te houden. Roche boog naar voren en pakte met één hand de beide polsen van Rosemund. Het meisje probeerde Kivrin te schoppen. De kelk viel om en de wijn vloeide in een donker straaltje over de vloer.
‘We moeten haar vastbinden,’ zei Kivrin. Ze hield het mes in de lucht, alsof ze iemand wilde neersteken. Ze wikkelde het in een reep linnen en begon een van Imeynes doeken aan stukken te scheuren.
Roche bond de polsen van Rosemund vast en Kivrin deed hetzelfde met haar enkels, die ze aan een poot van een van de omgekeerde banken vastmaakte. Rosemund verzette zich niet, maar toen Roche haar hemd rechttrok zei ze: ‘Ik weet wie u bent. U bent de rover die vrouwe Katherine heeft overvallen.’
Roche drukte haar arm met zijn volle gewicht tegen de grond terwijl Kivrin de buil opensneed.
Na de eerste druppel begon het bloed uit de wond te gutsen en Kivrin dacht dat ze een slagader had geraakt. Ze pakte snel een stel doeken en drukte die tegen de wond. Het linnen was meteen doordrenkt en het bloed stroomde uit de kleine snede toen ze andere doeken van Roche aanpakte. Ze drukte de zoom van haar kleed tegen de wond en Rosemund jammerde zachtjes, hetzelfde hoge gepiep als van Agnes’ hondje, en ze leek in te storten.
Ik heb haar vermoord, dacht Kivrin.
‘Ik kan het bloeden niet stelpen,’ zei ze, maar het was al veel minder geworden. Ze hield de punt van haar kleed ertegen terwijl ze tot tweehonderd telde, waarna ze langzaam een hoekje optilde om naar de wond te kijken.
Er kwam nog steeds wat bloed uit de snede, vermengd met een dikke, geelgrijze etter. Roche wilde het wegvegen met een doek, maar Kivrin hield hem tegen. ‘Nee, daar zit de ziekte in.’ Ze nam de doek uit zijn hand. ‘Raak het niet aan.’
Ze veegde het vieze vocht weg. Er kwam nog een beetje uit de wond, gevolgd door een waterig serum. ‘Ik geloof dat dat alles was,’ zei ze tegen Roche. ‘Geef me de wijn eens.’
Ze zocht een schoon doekje, maar die waren er niet meer. Ze hadden ze allemaal gebruikt om het bloeden te stelpen. Kivrin hield de wijnkruik voorzichtig schuin en goot wat van de donkere vloeistof in de wond. Rosemund verroerde zich niet. Al het bloed leek uit haar gezicht te zijn weggetrokken, wat ook het geval was. Ik kan haar geen bloedtransfusie geven, dacht Kivrin. Ik heb niet eens een schone doek.
Roche maakte Rosemunds handen los en voelde haar pols. ‘Haar hart klopt nu sterker,’ zei hij.
Читать дальше