Daarom negeerde hij haar woorden en deed zijn best haar op onbewogen wijze op te nemen. Zij was een oude vrouw, gekleed op de uniseks-wijze die nu al twee generaties lang gebruikelijk was, maar het stond haar niet. De Burgemeester, de leidster van de Melkweg — voor zover er sprake kon zijn van leiding — was een heel gewone oudere vrouw die gemakkelijk had kunnen worden aangezien voor een oude man, ware het niet dat haar staalgrijze haren strak naar achteren waren gebonden en niet los gedragen werden in de traditionele stijl van mannen.
Trevize glimlachte innemend. Hoezeer een bejaarde tegenstander ook zijn best deed de benaming ‘jongen’ als een belediging te doen klinken, deze speciale ‘jongen’ had het voordeel van zijn jeugd en zijn aantrekkelijke uiterlijk — en was zich van beide terdege bewust.
‘Het is waar,’ zei hij. ‘Ik ben tweeëndertig en daarom bij wijze van spreken een jongen. En ik ben eveneens een Raadsheer en derhalve, zoals dat in die functie wordt verlangd, onnadenkend. De eerste omstandigheid is niet te vermijden, en voor wat betreft de tweede kan ik alleen zeggen dat het mij spijt.’
‘Weet u wel wat u hebt aangericht? Blijf daar niet staan en laat uw streven naar geestigheid even terzijde. Ga zitten. Hergroepeer uw gedachten, als dat kan, en antwoord mij op rationele manier.’
‘Ik weet wat ik heb aangericht. Ik heb de waarheid verteld zoals ik die heb leren kennen.’
‘En uitgerekend op deze dag probeert u mij daarmee te verslaan? Juist op deze ene dag dat mijn prestige zo groot is dat ik u uit de Raadszaal kan laten verwijderen en doen arresteren zonder dat iemand het waagt te protesteren?’
‘De Raad zal tot bezinning komen en alsnog protesteren. Misschien is zij nu al aan het protesteren. En door de hardhandigheid waarmee u mij hebt aangepakt zullen zij des te aandachtiger naar mij luisteren.’
‘Niemand zal naar u luisteren, want als ik zou denken dat u op de ingeslagen weg voortgaat, zou ik u met alle mij ten dienste staande wettelijke middelen blijven vervolgen als een verrader.’
‘Dan zou ik berecht moeten worden. Dan krijg ik mijn kans voor het Hof.’
‘Reken daar maar niet te vast op. De noodbevoegdheden van een Burgemeester zijn geweldig groot, ook al worden ze maar zelden gebruikt.’
‘Op welke gronden zou u hiervan een noodgeval kunnen maken?’
‘Ik bedenk wel iets. Zoveel fantasie heb ik nog wel en ik ben niet bang voor de politieke risico’s. Drijf het niet te ver door, jongeman. We zullen nu tot een overeenkomst komen of u zult nooit meer vrij zijn. U zult voor de rest van uw leven gevangen worden gezet. Dat garandeer ik u.’
Zij staarden elkaar aan: Branno met grijze blik, Trevize met een blik vol gradaties van bruin.
‘Wat voor overeenkomst?’ zei Trevize.
‘Aha, u bent nieuwsgierig. Dat is beter. Dan kunnen we onze confrontatie nu dus vervangen door een conversatie. Wat is uw visie ?’
‘Die kent u uitstekend. U hebt immers door de modder gerold met Raadsheer Compor, of niet soms?’
‘Ik wil het van u horen, en wel in het licht van de Seldon Crisis die nu net voorbij is.’
‘Uitstekend, als dat uw wens is, mevrouw de Burgemeester!’ (Hij had op het punt gestaan haar aan te spreken als ‘oude vrouw’.) ‘Het beeld van Seldon was veel te correct, in onmogelijke mate correct na vijfhonderd jaar. Het was de achtste keer dat hij is verschenen, geloof ik. Bij sommige gelegenheden was er niemand aanwezig om hem te horen. Bij tenminste éen gelegenheid, in de tijd van Indbur III was hetgeen hij zei volledig in strijd met de werkelijke feiten — maar dat was in de tijd van het Muildier, was het niet? Maar wanneer, bij welke van al die gelegenheden had hij het zo volmaakt bij het rechte einde als vandaag?’
Trevize veroorloofde zich een zwakke glimlach. ‘Nooit eerder, mevrouw de Burgemeester, althans voor zover onze historische verslagen het mogelijk maken dit te beoordelen, nooit eerder is Seldon erin geslaagd de situatie zo perfect tot in de kleinste details te schilderen.’
‘Suggereert u dat de beeltenis van Seldon, zijn holografische verschijning, bedrog is?’ vroeg Branno. ‘Dat de uitspraken van Seldon zijn voorbereid door een tijdgenoot van ons, misschien zelfs door mijzelf? Dat de rol van Seldon werd gespeeld door een acteur?’
‘Niet uitgesloten, mevrouw de Burgemeester, maar dat is niet wat ik bedoel. De waarheid is veel erger. Ik geloof dat wij wel degelijk Seldons beeltenis zien en dat zijn beschrijving van de huidige stand van de geschiedenis overeenstemt met de beschrijving die hij vijfhonderd jaar geleden voorbereid heeft. Ik heb dit ook met zoveel woorden gezegd tegenover uw man Kodell, die mij zorgvuldig door een rollenspel heeft geleid waarin ik het bijgeloof van de onnadenkende Foundationisten leek te steunen.’
‘Ik weet het. De opnamen zullen zonodig worden gebruikt om de Foundation te laten weten dat u nooit echt in de oppositie bent geweest.’
Trevize strekte zijn armen uit. ‘Maar dat ben ik wèl. Er is geen Seldon Plan in de zin zoals we dat tot nu toe geloofden, en dat is er misschien ook al twee eeuwen niet geweest. Ik heb dat vermoeden al een paar jaar en wat we twaalf uur geleden in de Tijdkluis hebben meegemaakt is het bewijs.’
‘Omdat Seldon te nauwkeurig was?’
‘Precies. Glimlach niet. Dat was het definitieve bewijs.’
‘Ik glimlach niet, zoals u kunt zien. Ga verder.’ ‘Hoe kan hij zo nauwkeurig zijn? Twee eeuwen geleden was Seldons analyse van het toenmalige heden volstrekt foutief. Er waren driehonderd jaar voorbijgegaan sedert de stichting van de Foundation en hij zat er ver naast. Helemaal!’
‘Dat hebt u zelf een paar minuten geleden al verklaard, Raadsheer. Dat was wegens het Muildier. Het Muildier was een mutant met ongelooflijke mentale krachten en het Plan had daar op geen enkele manier in kunnen voorzien.’
‘Maar hij was er, voorzien of niet voorzien. Het Seldon Plan werd ontregeld. Het Muildier bleef niet lang aan de macht en had geen opvolger. De Foundation herwon haar onafhankelijkheid en haar heersende positie, maar hoe kan het Seldon Plan weer op het juiste spoor zijn gekomen nadat het op zo drastische manier in de wielen was gereden?’
Branno keek grimmig en zij kneep haar beide oude handen krachtig samen. ‘Het antwoord op die vraag is u bekend. Er was nog een tweede Foundation. U kent de geschiedenisboeken.’
‘Ik heb Arkady’s biografie van haar grootmoeder gelezen — dat was op school immers verplichte lectuur — en ik heb ook haar romans gelezen. Ik heb de officiële versie van de geschiedenis van het Muildier en daarna bestudeerd. Is het mij toegestaan die versie in twijfel te trekken?’
‘In welk opzicht?’
‘Officieel moesten wij, de Eerste Foundation, de kennis van de exacte wetenschappen hoeden en verbreden. Wij moesten in alle openheid opereren en onze ontwikkeling zou, of we het wisten of niet, verlopen volgens de lijnen van het Seldon Plan. Daarnaast was er echter de Tweede Foundation die de psychologische wetenschappen, inclusief de psychohistorie, moest hoeden en verbreden, en haar bestaan moest geheim worden gehouden, zelfs voor ons. De Tweede Foundation was bedoeld als de verfijning van het Plan. Zij moest die stromingen in de geschiedenis van de Melkweg bijbuigen of stoppen die afwijkingen dreigden te veroorzaken in de grote lijnen van het Plan.’
‘Dan hebt u uw eigen vraag beantwoord,’ zei de Burgemeester. ‘Bayta Darell versloeg het Muildier, wellicht met hulp van de Tweede Foundation, hoewel haar kleindochter het tegendeel beweert. Het was echter zonder twijfel de Tweede Foundation die haar best heeft gedaan om de geschiedenis van de Melkweg na de dood van het Muildier weer in juiste banen te leiden en die daar kennelijk wonderwel in geslaagd is. Waar, mijn waarde Raadsheer, hebt u het eigenlijk over?’
Читать дальше