Op zekere nacht was Klokje verdwenen.
De anderen beloofden dat ze zijn zoon zouden verhinderen hem achterna te gaan, en Fagot ging in zijn eentje naar de andere kant van de deur. Een bepaalde geur lokte hem naar een plek die volgens hem niets anders dan het paradijs kon zijn.
Hij ontwaakte in een tuin vol levensboom. De vrouw die hem was voorgegaan lag dood naast hem. Klokje was te oud geweest.
Hij was op onderzoek gegaan. Hij had de meteorenafweer gevonden en de telescoopschermen. Hij had een natuurkundig stelsel bedacht dat zou kunnen verklaren wat hij waarnam. Louis en hij bespraken dit stelsel terwijl Acoliet luisterde. Fagot had op grond van deductie niet alleen het bestaan van planeten, maar ook van zwarte gaten verondersteld. Tevens had hij het bestaan en de aard van andere beschermheren vermoed.
‘Wat heb je gegeten? Dode konijnen?’
‘Wel, Klokje natuurlijk. Maar ik ben nog niet lang genoeg wakker om veel honger te hebben.’
Louis probeerde te praten over dingen die een beschermheer zonder uitstel behoorde te weten. Binnendringende schepen: het werd tijd voor een paar gevangenen om na te gaan wat hun bedoeling nu eigenlijk was. En verder de Verborgen Patriarch en de bemanning daarvan: er moesten elders gemakkelijk Stedenbouwers gevonden kunnen worden. De kinderen zouden over een paar jaar paargenoten nodig hebben. En de Netwerkhuizer…
‘Louis, een contract is een ondubbelzinnige belofte, akkoord? Maar waarom zou de Netwerkhuizer me zoiets aanbieden?’
‘Uit angst,’ zei Acoliet, ‘maar soms reageert hij helemaal verkeerd op dingen waar hij bang voor is.’
‘Het is beter iets te hebben wat hij begeert,’ zei Louis. ‘Je zou hem bijvoorbeeld stabilisatiestuwer nummer vierhonderdeen kunnen aanbieden, Fagot.’
Zijn eigen maaltje was inmiddels gaar. Hij legde zijn idee uit terwijl hij at. Bussard-duwstralen, stabilisatiestuwers, waterstoffusie — Fagot kende de wetten van actie en reactie al en hij wist dat Ringwereld instabiel was.
‘Er zijn maar vierhonderd montagepunten. Als je nummer vierhonderdeen klaar hebt, kunnen we de Hete naald van Onderzoek daaraan vastkoppelen. Die heeft een romp van Algemene Producten en is immuun voor straling. Bij een snelheid van iets minder dan het licht zal het Verst-in-de-achterhoede een jaartje of duizend kosten om zijn Vloot der Werelden te bereiken.’
Acoliet slenterde weg; het begon hem te veel naar politiek te ruiken.
‘Maar dat zal hem niet veel kunnen schelen, denk ik,’ vervolgde Louis. ‘Momenteel zijn de Conservatieven aan de macht op de Vloot der Werelden. Er zal niets veranderen. Misschien willen ze hem wel terug! Hoe dan ook, we kunnen het aanbieden.’
‘Hij houdt van machtsspelletjes, is het niet?’
‘Jawel.’
‘Laat hem die maar spelen. Als hij meer macht verwerft, kunnen we hem altijd nog de tweehonderdste stuwer aanbieden. We hebben ze immers niet allemaal nodig. Acoliet! Wil je niet horen hoe jij in leven bent gebleven?’
Acoliet kwam op zijn gemak aanlopen. Fagot zong over zijn ontdekking van het skelet en de wapens van Saturnus. Hij bespeurde ook aanwijzingen dat iemand of iets hem belaagde. Hij ging op de loer liggen en wachtte af.
Op een gegeven moment was er een monsterlijke gestalte met een oranje vacht binnen geflitst, die op onderzoek was uitgegaan. Fagot was achter de gestalte aan geslopen, maar had er geen gevaar in gezien. ‘Misschien omdat mijn soort niet is opgegroeid met angst voor de geur van jouw soort.’
Acoliet dacht daar over na. ‘Maar nu wist ik,’ vervolgde Fagot, ‘dat mijn echte vijand in staat was anderen als lokaas te gebruiken. Toen er dan ook twee humanoïden verschenen, waarvan de ene de andere van zich af wierp —’
Verst-in-de-achterhoede flitste binnen.
Hij jengelde als een piano die in elkaar wordt geslagen en was onmiddellijk weer verdwenen, maar Fagot was minstens even snel. Hij sprong naar de stapschijf, met de Kzin op zijn hielen.
‘Wacht!’ riep Louis. ‘Misschien voert die naar de Mons Olympus!’ Maar voordat hij rechtop stond, waren ze al verdwenen.
‘Idioten,’ zei Louis. Niettemin hinkte hij naar de schijf en stapte er op.
Fagot had een rare defensieve pose aangenomen — een combinatie van dansen op de voeten en maaien met de armen. Acoliet stond op niet echt veilige afstand en probeerde hem te kalmeren, maar Fagot negeerde de Kzin. Ik wil spreken met uw leider,’ zei hij vastberaden.
Duizenden wezens — allemaal met twee hoofden en drie benen — keken hem vanachter de voorwand aan.
‘Wij noemen de leider Verst-in-de-achterhoede, zei een van de wezens. Ik ben Verst-in-de-achterhoede. Zeg me wat je wenst.’
‘Onderwijs me.’
Het zware rotsblok was een eindje verschoven.
Louis strompelde voorbij de Kzin en de beschermheer. De pijn in zijn schouder was een onderdeel van zijn kwaadheid. ‘Hoe heb je dat gedaan?’ vroeg hij Verst-in-de-achterhoede.
‘Ik heb me met mijn voorbenen schrap gezet tegen de wand en het blok weggeduwd met mijn achterbeen. Bram heeft gevoeld hoe krachtig dat been is. Hij had het moeten voorzien.’
‘Des te beter voor ons.’
‘Waar is Bram?’
‘Dood in onze handen. Fagot, de leermiddelen bevinden zich allemaal aan boord van deze Hete naald van Onderzoek. In het bijzonder die schermen. Ze zijn verbonden met bronzen netwerkogen, zoals het oog tegen de rotswand bij Weversdorp.’
‘Ik volg het advies dat Bram mij heeft gegeven,’ zei Fagot. ‘Netwerkhuizer, onderwijs me. Maar ik vertrouw je pas als we een contract hebben afgesloten.’
Ik zal ons standaardcontract voor dienstverlening voor je uitprinten.’
‘Alleen om mij te amuseren, mag ik hopen. Louis, mijn zoon moet…’ Fagot keek nog eens. ‘Meteen medische verzorging! Is het die kist daar?’
Acoliet tilde hem op en even later lag Louis in het apparaat. Fagot keek onzeker naar de schermpjes. ‘Hoe lang?’ vroeg de Demon-vampier.
‘Drie dagen, misschien minder,’ zei de Poppenspeler.
Louis sprak gehaast. ‘Nog niets ondertekenen, niemand! Verst-in-de-achterhoede, ik weet niet precies hoe we iemand van het Nachtvolk kunnen voeden. Probeer het met bedorven biefstuk. Of kaas. Fagot, ik hoop dat je het ontdekte ARM-ruimteschip niet zult vernietigen, tenzij het iets verschrikkelijks dreigt te doen.’
‘De enige paargenoten in de nabije ruimte?’
‘Tja, dat ook. Luister, de Hoogtepunt-beschermheren hebben de randmuur onder hun hoede, maar misschien besterven ze het momenteel van de angst. Praat met hen via dat scherm daar — met die zwarte hemel en vreemde constructies. Zie je het? Demonen hebben dat netwerkoog uit een vampiernest gestolen en het wel driehonderdduizend kilometer vervoerd, plus nog eens drie kilometer bergop.’
‘Het zonlichtnetwerk heeft ons daarover ingelicht.’
‘Zeg die druipberg-beschermheren dat zij verantwoordelijk zijn voor de randmuur. En meen wat je zegt!’
Acoliet begon het luik van de grote kist dicht te klappen. Louis moest opeens lachen. ‘Hé, waar doet dit aan denken?’
Hij hoorde de stem van Louis Wu praten tegen een onbehaard gezicht met een rode huid. ‘Wij zouden graag met een beschermheer praten. We willen een contract voorstellen.’
De wand klapte dicht. Nu kon hij rusten.
ARM:het leger van de Verenigde Naties van de Aarde.
bakboord:links (gezicht in draaiwaartse richting gewend).
Bolbewoner:Ringwereldnaam voor mensen, Kzinti en Poppenspelers, die immers van een bolvormige planeet afkomstig zijn.
draaiwaarts:in de richting van de rotatie van Ringwereld.
druipbergen:bergen aan de voet van de randmuur, ontstaan door het neer druppelen van flup.
Читать дальше