Robert Silverberg - Twee sterren

Здесь есть возможность читать онлайн «Robert Silverberg - Twee sterren» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Город: Amsterdam, Год выпуска: 1972, ISBN: 1972, Издательство: Meulenhoff, Жанр: Фантастика и фэнтези, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.

Twee sterren: краткое содержание, описание и аннотация

Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «Twee sterren»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.

Manipool … een oude planeet waar onbegrijpelijke wezens wonen die de beschaving reeds lang ontgroeid zijn. Het lot van twee zwaar beproefde mensen is innig verweven met Manipool. De een: Lona Kelvin, zeventien, moeder van honderd kinderen, maagd. Al haar kinderen zijn haar afgenomen. De ander: een ruimtevaarder die ver in de kosmos door de weerzinwekkende wezens van Manipool bij wijze van experiment is gedemonteerd, en vervolgens weer in elkaar gezet, maar niet zoals het hoort. Evenals de maagd Lona schuwt hij de buitenwereld, want iedere confrontatie met anderen ontaardt in doffe verschrikking. De derde pool van de driehoek is een steenrijke aasgier die letterlijk van het lijden van anderen leeft. Als een onverzadelijke spons zuigt hij hun pijn, vrees, haat en angst op en smult ervan. Hij verschaft wreed amusement aan het verwende publiek.
In zijn verdorven brein rijpt het misselijke idee deze twee door het nootlot bezochte mensen samen te brengen, zodat hij zich kan verlustigen aan de conflicten die dit moet oproepen. Wreed is zijn manier om hen uit hun tent te lokken. Maar ze zwichten voor zijn mooie beloften — gelaten en zonder veel hoop. Hij zal hun enige wens vervullen. In ruil moeten zij samen een tocht maken langs de zondige vermaaksoorden van het zonnestelsel, van vroeg tot laat gadegeslagen door de camera. Liefde zullen ze voor elkaar niet voelen. Dat is ook niet de bedoeling. Pijn moeten ze lijden, elkaar haten, want daar leeft en geniet Duncan Chalk van, dat schotelt hij zijn op wellustig vertier beluste publiek voor. Zijn listige intrige schijnt een dramatisch succes te worden: hij geniet aanvankelijk met volle teugen. Maar hij misrekent zich op een verschrikkelijke manier — zijn slachtoffers reageren anders dan hij zich voorstelt, ze keren zich tegen hem … en tenslotte wordt ieder van de drie op gepaste wijze van zijn zorgen verlost. Een gaaf stuk science fiction van zeldzame klasse.

Twee sterren — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком

Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «Twee sterren», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.

Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Deze keer was ze er zeker van geweest dat ze dood zou gaan.

Er zijn manieren en manieren om de dood te zoeken. Lona was slim genoeg om aan de meest betrouwbare te denken, maar toch had ze zichzelf op de een of andere manier niet toegestaan om die te proberen, niet omdat ze bang was voor de dood, maar omdat ze bang was voor datgene wat ze onderweg zou tegenkomen. Die andere keer had ze zich voor een vrachtwagen geworpen. Niet op een hoofdweg, waar de voertuigen die met een snelheid van honderdvijftig mijl per uur op haar afkwamen, haar vermorzeld zouden hebben, maar op straat in de stad, waar ze werd gegrepen, in de lucht werd geslingerd en tegen de grond werd gesmakt, gebroken, maar nog niet helemaal verbrijzeld, tegen de pui van een gebouw. Toen hadden ze haar botten weer in elkaar gezet, en binnen een maand liep ze weer, en ze had geen littekens van buiten.

En gisteren — het had haar zo eenvoudig geleken om naar de hal en naar de oplossingskamer te gaan en zorgvuldig de regels niet in acht nemen door de vuilnisschacht te openen, en haar hoofd er in te steken, en een diepe teug van de bijtende dampen in te ademen —

Keel en longen en hart hadden verteerd moeten zijn. Als haar een uur de tijd gegeven was, daar spartelend op de koude vloer, dan zou dat ook gebeurd zijn. Maar binnen enkele minuten bevond Lona zich in helpende handen. Dwongen haar de een of andere neutraliserende substantie door te slikken. Zetten haar in een auto. Het eerstehulp station. Daarna het ziekenhuis, duizend kilometer van huis.

Ze leefde.

Ze was gekwetst, vanzelf. Ze had de luchtgangen van haar neus verbrand, haar keel was beschadigd, en ze had een aanzienlijk stuk longweefsel verloren. Ze hadden de minder belangrijke beschadigingen gisteravond hersteld en haar neus en keel waren al aan het genezen. Over een paar dagen zouden haar longen ook weer heel zijn. De dood hield dit land niet meer in zijn greep.

Bleek zonlicht streelde haar wangen. Het was laat in de middag; de zon was al achter het ziekenhuis, op weg naar de Stille Oceaan. Lona’s ogen gingen aarzelend open. Witte schorten, witte lakens, groene muren. Een paar boeken, een paar bandjes. Een uitstalling van medische uitrusting die nauwgezet verzegeld was achter een vlies doorzichtig plastic. Een privékamer! Wie betaalde dat? De laatste keer had het rijk betaald. Maar nu?

Door het raam kon ze de verwrongen, gekwelde, stekelige gedaanten zien van de cacteeën in de achtertuin. Met samengeknepen ogen zag ze twee gestalten tussen de rij stijve planten lopen. De ene, een behoorlijk lange man, droeg een gele ziekenhuisjas. Zijn schouders waren ongewoon breed. Zijn gezicht en handen zaten in verband. Hij is verbrand, dacht Lona. Die arme kerel. Naast hem liep een kleinere man in confectiekleren, mager, rusteloos. De lange wees de ander een cactus aan. Hij vertelde hem er misschien iets van, onderwees hem iets van cactusbotanie. Nu strekte hij zijn gezwachtelde hand uit. Raakte de lange scherpe stekels aan. Kijk uit! Je doet je pijn! Hij steekt zijn hand precies in de stekels! Draait zich nu om naar de kleine. Wijst. De kleine schudt zijn hoofd — nee, hij wil zich niet aan de stekels prikken.

Die grote moet een beetje gek zijn, stelde Lona vast. Ze bleef kijken toen ze dichter bij haar raam kwamen. Ze zag de puntige oren en grijze kraaloogjes van de kleinste. Ze kon helemaal niets zien van het gezicht van de grootste. Alleen de kleinst mogelijke spleetjes verbraken de witte muur van verband. Lona stelde zich dadelijk de details van zijn verminking voor; de gerimpelde huid, het vlees afgebladderd en verwrongen door de vlammen, de lippen buitenwaarts getrokken in een permanente grijns. Maar ze konden daar wel wat aan doen. Ze konden hem hier vast en zeker een nieuw gezicht geven. Het komt wel met hem in orde.

Lona voelde een diepe afgunst. Ja, die man had pijn geleden, maar de dokters zouden dat allemaal weer heel maken. Zijn pijn zat alleen van buiten. Ze sturen hem weer naar huis, groot en sterk en weer knap, terug naar zijn vrouw, terug naar zijn…

…kinderen.

De deur ging open. Er kwam een verpleegster binnen, een menselijke, geen robot. Hoewel ze dat best geweest had kunnen zijn. De glimlach was nietszeggend, onpersoonlijk.

‘Zo, ben je wakker, liefje? Heb je goed geslapen? Probeer niet te spreken, knik alleen maar. Mooi zo! Ik kom je klaarmaken. We gaan je longen een beetje oplappen. Het wordt helemaal niet vervelend voor je — je hoeft alleen je ogen maar te sluiten, en als je weer wakker wordt, zul je weer helemaal gewoon kunnen ademen!’

Dat was gewoon waar, zoals altijd.

Toen ze haar naar haar kamer terugbrachten, was het ochtend, dus Lona wist dat ze verscheidene uren met haar bezig waren geweest en haar daarna in de postoperatiekamer hadden neergelegd. Nu zat ze zelf in verband. Ze hadden haar lichaam opengesneden, hadden haar een nieuw stuk long gegeven, en haar weer dichtgemaakt. Ze voelde geen pijn, nog niet. Het kloppen kwam later. Zou er een litteken blijven? Soms bleven er zelfs nu nog littekens na een operatie, maar gewoonlijk niet. Lona zag een getand rood spoor dat vanaf haar keelholte tot tussen haar borsten liep. Alsjeblieft, nee, geen litteken.

Ze had gehoopt dat ze op de operatietafel zou sterven. Het had haar de laatste kans geschenen. Nu zou ze weer naar huis moeten, levend, onveranderd.

De lange man liep weer in de tuin te wandelen. Deze keer was hij alleen. En nu was het verband eraf. Hoewel hij met zijn rug naar haar toestond, zag Lona zijn naakte nek, een deel van zijn kaak. Hij was weer naar de cacteeën aan het kijken. Wat zag hij toch in die lelijke planten? Hij lag nu op zijn knieën, frommelde aan de stekels. Nu stond hij op. Draaide zich om.

O, die arme man!

Lona staarde geschokt en verbaasd naar zijn gezicht. Hij was te ver van haar verwijderd dat ze de details kon zien, maar het vreemde ervan was voor haar duidelijk zichtbaar.

Zo moesten ze hem hebben opgeknapt, dacht ze. Na de brand. Maar waarom hadden ze hem geen gewoon gezicht kunnen geven? Waarom hadden ze dat bij hem gedaan? Ze kon haar ogen niet van hem afhouden. De aanblik van die kunstmatige gelaatstrekken fascineerde haar. Hij slenterde naar het gebouw, met trage bewegingen, vol zelfvertrouwen. Een sterke man. Een man die kon lijden en het kon dragen. Ik heb zo’n medelijden met hem. Ik wou dat ik iets voor hem kon doen.

Ze zei tegen zichzelf dat ze niet zo dwaas moest doen. Hij had een gezin. Hij zou zich er wel doorheen slaan.

Twaalf

De hel kent geen vrede

Burris kreeg het slechte nieuws op de vijfde dag dat hij in ’t ziekenhuis was.

Hij was in de tuin, zoals gewoonlijk. Aoudad kwam naar hem toe.

‘Huidtransplantaties zijn niet mogelijk. De doktoren zeggen ‘t. Je lichaam zit vol met gekke antistoffen.’

‘Dat wist ik wel.’ Kalm.

‘Zelfs je eigen huid stoot je huid af.’

‘Ik kan hem dat nauwelijks kwalijk nemen,’ zei Burris.

Ze liepen de saguaro voorbij. ‘Je zou een soort masker kunnen dragen, het is wel een beetje ongemakkelijk, maar ze kunnen er tegenwoordig wat van. Het masker ademt praktisch. Poreus plastic, precies passend. Je went er in een week aan.’

‘Ik zal erover denken,’ beloofde Burris. Hij knielde naast een cactus. Convexe rijen stekels liepen in spiralen naar de top. Bloesemknoppen leken zich aan het ontwikkelen. Op het kleine lichtende plaatje in de aarde stond: Echinocactus grusonii . Burris las het hardop.

‘Die cacteeën fascineren je erg,’ zei Aoudad. ‘Waarom? Wat zie je aan ze?’

‘Schoonheid.’

Die? Het zijn allemaal stekels!’

‘Ik hou van cacteeën. Ik zou willen dat ik altijd in een cactustuin kon leven.’ Zijn vingertop raakte een doorn aan. ‘Weet je dat ze op Manipool bijna niets anders hebben dan stekelige succulenten? Ik zou ze geen cacteeën willen noemen, natuurlijk, maar het effect is hetzelfde, ’t Is een droge wereld. Pluviale gordels rond de polen en een toenemende droogte naarmate je de equator nadert. Eens in de miljard jaar valt er regen aan de equator en iets vaker in de gematigde zones.’

Читать дальше
Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Похожие книги на «Twee sterren»

Представляем Вашему вниманию похожие книги на «Twee sterren» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.


Отзывы о книге «Twee sterren»

Обсуждение, отзывы о книге «Twee sterren» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.

x