Albert Baantjer - De Cock en de dood in gebed

Здесь есть возможность читать онлайн «Albert Baantjer - De Cock en de dood in gebed» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Город: Baarn, Год выпуска: 2008, ISBN: 2008, Издательство: De Fontein, Жанр: Полицейский детектив, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.

De Cock en de dood in gebed: краткое содержание, описание и аннотация

Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «De Cock en de dood in gebed»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.

In zijn laatste zaak krijgt de Amsterdamse rechercheur De Cock te maken met enkele waterlijken met vastgelijmde handen.

De Cock en de dood in gebed — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком

Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «De Cock en de dood in gebed», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.

Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

De Cock schudde zijn hoofd.

“Ik heb haar aangeboden dat te doen, maar dat wil ze niet…nog niet. Ze is er heilig van overtuigd dat haar man een dezer dagen weer komt opdagen.”

Vledder snoof.

“Als je mij vraagt…een ijdele gedachte. Ik denk eerder aan bovendrijven.”

De Cock negeerde de opmerking.

“Ik heb nog naar de geloofsovertuiging van Derek van Achterdiep gevraagd.”

“Wat zei ze daarop?”

De Cock glimlachte.

“Zo’n dertig jaar geleden zijn de heer en mevrouw Van Achterdiep, bezield van vrome gedachten, wel in de kerk getrouwd, maar of die inzegening de basis van een gelukkig huwelijk was, waag ik te betwijfelen.”

“Waar leid je dat uit af?” vroeg Vledder.

De Cock trok een bedenkelijk gezicht.

“Ze was niet echt bedroefd of angstig. Ook niet bezorgd. Ze sprak nogal afstandelijk over haar man. Zonder emotie. Ik heb haar niet één keer zijn voornaam horen gebruiken.”

Vledder grinnikte.

“Maar ze is ervan overtuigd dat hij wel weer boven water komt?”

De Cock grinnikte droog.

“Ik ook.”

Vledder keek hem verwonderd aan.

“Hoezo, jij ook?”

De Cock knikte opnieuw. Hij keek op zijn horloge, kwam uit zijn stoel overeind en liep schommelend naar de kapstok.

Vledder kwam hem achterna.

“Waar ga je heen?”

De Cock gebaarde voor zich uit.

“Na mijn teleurstellende bezoek aan mevrouw Van Achterdiep heb ik iets georganiseerd.”

“Wat?”

“We gaan varen.”

Vledder trok een gek gezicht.

“Varen? Je zal toch niet bedoelen dat we er een dagje van gaan maken?”

De Cock glimlachte.

“Wil je met de rondvaartboot? Dat doe je dan maar in je eigen tijd. Nee, we gaan varen met een schuit van de Rijkspolitie te Water.”

“Waarheen?”

“Naar de onheilsplek aan de Keizersgracht waar Victor Handgraaf en Cornelis Grijpskerk met gevouwen handen boven kwamen drijven. Daar gaan we dreggen.”

Vledder knikte met een opgetrokken neus.

“Een stinkende klus, De Cock. Je wilt kijken of het lukt om daar ook Derek van Achterdiep letterlijk boven water te halen.”

Toen De Cock, gevolgd door Vledder, het kantoor van de Rijkspolitie te Water aan de Westerdoksdijk binnenstapte, blikte hij verbaasd naar de lange statige man die vanachter zijn bureau was opgestaan.

“Rijpkema!” riep hij verrast. “Hans Rijpkema.”

De man liep op hem toe en knikte traag.

“Je hebt nog steeds een goed geheugen voor gezichten,” stelde hij kalm vast.

De Cock glimlachte.

“En voor namen,” reageerde hij gevleid. “Een prettige beroepsdeformatie.” De oude rechercheur bezag de man enige ogenblikken met volle aandacht. Zijn scherpe blik gleed langs de wilskrachtige kin omhoog naar de staalblauwe ogen.

“Je ziet er goed uit,” sprak de grijze speurder bewonderend. Hij schudde zijn hoofd. “Hans Rijpkema,” herhaalde hij met een zucht. “Ik wist nietdat je nog leefde.”

De lange man grijnsde. Met gespreide vingers streek hij door zijn zilvergrijze haren, die bijna tot zijn schouders reikten.

“Als ik ‘s-morgens in de krant mijn naam niet bij de overlijdensberichten zie staan,” sprak hij opgewekt, “begin ik elke dag weer met kinderlijk plezier.”

De Cock keek hem even aan, beluisterde de toon, maar reageerde verder niet. Hij wees voor zich uit.

“Ken je Dick Vledder…hoop des vaderlands…sinds jaar en dag mijn onvolprezen hulp en ooit misschien mijn opvolger?”

Vledder stond er ongemakkelijk bij te grinniken.

Rijpkema fronste zijn wenkbrauwen.

“Was hij al bij ons toen ik wegging?”

“Hij is kort nadat jij vertrok bij ons gekomen.”

De Cock wuifde om zich heen.

“Hoe kom je hier terecht? Ik wist niet dat je bij de Rijkspolitie te Water was ingedeeld. Volgens mijn laatste informatie zat je bij de paarden.”

“Het Korps Landelijke Politiediensten,” verbeterde Rijpkema.

“Dienst Levende Have.”

De Cock grijnsde.

“Je zat toch op een paard?”

Hans Rijpkema lachte.

“Paarden behoren ook tol de levende have. Ik heb daar jaren met plezier dienstgedaan, tot ik in de leiding een jonge vrouw boven me kreeg aangesteld, met wie ik het niet zo goed kon vinden.”

De Cock knikte begrijpend.

“Toen stapte je van de paarden over op de golven van het Amsterdamse watergebied.”

“Sinds kort. Maar dat is geen bezwaar. In de tijd dat ik met jou aan de Warmoesstraat zat, heb ik de grachtengordel goed leren kennen.”

“Je weet dus waar je de Keizersgracht kunt vinden?”

“Blindelings.”

De Cock glimlachte.

“Ik zou mijn ogen er toch maar bij openhouden.”

Met een kleine boot zonder opbouw en een pruttelende motor voeren ze vanaf de Westerdoksdijk over het IJ naar de Westelijke Doorgang. Terwijl in de doorgang de treinen boven hun hoofd raasden bereikten ze het water van de Singel. Daar voeren ze rechtsaf de Brouwersgracht op. Onder enkele lage bruggen door bereikten ze de Keizersgracht. Voor de Leliegracht bracht Hans Rijpkema op verzoek van De Cock de kleine politieschuit tot stilstand.

De oude rechercheur gebaarde als een kapitein voor zich uit, vond Vledder. Het was wel een aardige onderbreking van hun dagelijkse bezigheden. Als rechercheur had hij zelden op een politievaartuig meegevaren.

“Ongeveer op die plek,” wees De Cock, “met een dag verschil, vonden we twee waterlijken.”

Rijpkema keek naar hem op.

“Heb je nog steeds zo’n pest aan waterlijken?”

De Cock grinnikte.

“Heb je dat onthouden?”

“Je was er berucht om,” zei Rijpkema. “Om je te pesten hebben we je wel eens een waterlijk in de schoenen geschoven waarop je feitelijk geen recht had.”

“Lekkere jongens.”

Rijpkema lachte.

“Alleen om jou te horen razen.”

“Bij beide lijken,” ging De Cock onverstoord verder, “waren de veters van de schoenen stevig aan elkaar geknoopt en lagen de handen gevouwen op de borst. Zoals later bleek waren de vingers van de handen aan elkaar gelijmd.”

“Huh, gruwelijk.”

De Cock knikte.

“Ik ben er haast van overtuigd dat op dezelfde plek, hier in de gracht, een derde lijk in het water is gedumpt.”

“Kortgeleden?”

“Ja.”

“Groot van postuur?”

De Cock glimlachte.

“Een zwaargebouwde man. Vledder typeerde hem als een holle bolle Gijs.”

“Dan dreggen we niet al te diep,” antwoordde Rijpkema. “We moeten vermijden dat we allerlei vuile troep loswoelen en boven water halen. Daar hebben we niets aan.”

Na tientallen vergeefse pogingen hield Hans Rijpkema een korte pauze. Hij keek De Cock onderzoekend aan.

“Je ziet geen spoken?”

De Cock grijnsde.

“Zag ik ze ooit wel eens?”

Rijpkema schudde zijn hoofd en zette zijn werk voort.

Na ruim een uur haalde de dreg het lichaam van een man boven water. Hans Rijpkema legde heel professioneel het wat gezwollen lijk met een touw aan de politieboot vast.

Vledder zakte door zijn knieën en boog zich over de rand. Hij keek schuin omhoog naar De Cock.

“Je hebt weer eens gelijk gekregen, baas. Het is Derek van Achterdiep…met gebonden schoenveters en gevouwen handen op zijn borst.”

14

Schipper Hans Rijpkema wees naar het ontzielde lichaam van Derek van Achterdiep boven het grachtenwater aan de zijkant van het politievaartuig.

“Wat moet er met hem gebeuren?”

De Cock lachte.

“Dat moet jij als oud-rechercheur van bureau Warmoesstraat toch weten. Ik verzeker je, die vent is vermoord.”

Hans Rijpkema trok een grijns.

“Als ik me goed herinner, dan moet het slachtoffer nu naar het sectielokaal?” vroeg hij als een leerling die naar het juiste antwoordt gist.

Читать дальше
Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Похожие книги на «De Cock en de dood in gebed»

Представляем Вашему вниманию похожие книги на «De Cock en de dood in gebed» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.


Отзывы о книге «De Cock en de dood in gebed»

Обсуждение, отзывы о книге «De Cock en de dood in gebed» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.

x