Albert Baantjer - De Cock en de dood in antiek
Здесь есть возможность читать онлайн «Albert Baantjer - De Cock en de dood in antiek» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Город: Baarn, Год выпуска: 1999, ISBN: 1999, Издательство: De Fontein, Жанр: Полицейский детектив, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.
- Название:De Cock en de dood in antiek
- Автор:
- Издательство:De Fontein
- Жанр:
- Год:1999
- Город:Baarn
- ISBN:978-90-261-1481-8
- Рейтинг книги:5 / 5. Голосов: 1
-
Избранное:Добавить в избранное
- Отзывы:
-
Ваша оценка:
- 100
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
De Cock en de dood in antiek: краткое содержание, описание и аннотация
Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «De Cock en de dood in antiek»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.
De Cock en de dood in antiek — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком
Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «De Cock en de dood in antiek», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.
Интервал:
Закладка:
‘Gewoon, niets bijzonders. Hij liep daar.’ De jongeman zuchtte diep. ‘Aanvankelijk had ik daar geen moeite mee. Maar de dood van mijn vader spookte steeds door mijn gedachten… ik was daar geestelijk nog niet mee in het reine… en ik vroeg mij af wat de heer Goederijke in de Marnixstraat had te zoeken. Nieuwsgierig geworden kleedde ik mij snel aan, ging naar buiten en liep in de richting waar ik de heer Goederijke had zien gaan. Tot mijn verbazing zag ik hem nergens meer. Hij leek verdwenen, opgelost.’
‘In een auto gestapt?’
David maakte een hulpeloos gebaartje.
‘Die mogelijkheid heb ik niet overwogen. Ik heb niet op het verkeer gelet.’
‘U kent de auto van de heer Goederijke?’
David schudde zijn hoofd.
‘Maar ik ken de Marnixstraat. Ik kom al jaren in die sportschool en weet wat voor mensen er in de directe omgeving wonen. Echte Amsterdammers, gezellig, open. Maar geen kunstkenners of verzamelaars van antiek. Het verbaasde mij dat de heer Goederijke opeens was verdwenen. Gezien de omgeving, achtte ik het als enige mogelijkheid dat hij, om wat voor reden dan ook, dat smerige kraakpand was binnengegaan.’ De Cock knikte begrijpend.
‘Die weg bent u gevolgd?’
David greep met zijn handen naar zijn hoofd.
‘Ik ging dat kraakpand binnen. Argeloos. Zonder mij te realiseren wat mij te wachten stond. Later besefte ik dat ik in groot gevaar heb verkeerd… vrijwel aan de dood ben ontsnapt. De moordenaar van de heer Goederijke moet heel dicht bij mij zijn geweest. Dat kan niet anders. Ik heb niemand het kraakpand zien verlaten. Misschien stond hij of zij wel in een vertrek daarnaast of op een etage hoger.’
‘U hebt niets van hem of haar gezien of gehoord?’
‘Nee.’
‘U zag in het donkere kraakpand wel direct dat het slachtoffer de heer Goederijke was?’
David schudde zijn hoofd.
‘Zo donker was het niet,’ antwoordde hij met een zweem van verontwaardiging. ‘Het was er schemerig en het stonk er verschrikkelijk. Ik ging bijna over mijn nek.’
‘Hoe herkende u de heer Goederijke?’
‘Aan zijn kleding. Ik moet u bekennen dat ik niet zo nauwgezet naar zijn gezicht heb gekeken.’
‘Waarom niet?’
‘De… eh, de directe confrontatie met de dood schrikt mij af.’
‘En het beeldje?’
David reageerde verbaasd.
‘Wat voor een beeldje?’
‘Dat rechts naast het hoofd van de heer Goederijke stond.’
‘Ik heb niets gezien. Wat voor een beeldje moet dat zijn geweest?’
‘Een oesjebti.’
David keek hem verschrikt aan.
‘Een oesjebti?’
De Cock knikte.
‘Kent u die?’
De schrik in de ogen van de jongeman bleef.
‘Zo’n Egyptisch dodenbeeldje. Vader had er in de kelder een kist vol van.’
Vledder keek hem niet-begrijpend aan.
‘Je hebt hem laten gaan,’ riep hij verbijsterd. ‘Zomaar, vrij de straat op. Alsof er niets is gebeurd… alsof er niets met die vent aan de hand is.’ De Cock keek naar hem op. ‘Jij had hem willen houden?’ vroeg hij kalm.
Vledder knikte nadrukkelijk.
‘Een ideale verdachte. Geen alibi, door een getuige gezien op praktisch de plek, en op het tijdstip van de moord. Wat wil je als rechercheur nog meer? Als commissaris Buitendam alle facetten kent, dient hij voor jou een ontslagaanvraag in.’
De Cock gniffelde.
‘Wegens onbekwaamheid.’
Vledder snoof.
‘Dat durft hij niet. Maar als Buitendam slechts voor de helft wist, aan welke onwettige handelingen jij je in jouw onderzoeken schuldig hebt gemaakt, dan had hij jou al jaren geleden op non-actief gesteld.’
De Cock schoof zijn onderlip naar voren.
‘En waren er minder moorden opgelost.’
Vledder knikte traag.
‘Dat… eh,’ sprak hij met enige tegenzin, ‘moet ik helaas toegeven.’
‘Helaas?’
Vledder knikte.
‘Ik blijf liever binnen de grenzen van de wet.’ De Cock trok een grimas. ‘Ik ook, maar soms…’ De oude rechercheur maakte zijn zin niet af. ‘Je weet,’ ging hij zuchtend verder, ‘dat ik de commissaris zoveel als doenlijk ontloop.’ Vledder schudde zijn hoofd. ‘Dat heb ik nooit goed begrepen. Buitendam is in wezen toch een aardige man.’
De Cock knikte.
‘Het is zijn karakter. Ik houd voortdurend rekening met de onderdanigheid van Buitendam… zijn gevoelens van angst voor het hautaine, vaak onbekwame en wereldvreemde justitieapparaat. Koppel daaraan zijn van nature starre denkpatronen en begrijp dat van mijn kant jegens hem nooit openhartigheid is te verwachten.’
Vledder lachte.
‘De uitroep starre politieman van David van Wateringen zit je ook duidelijk dwars?’
De Cock knikte instemmend.
‘Nogal. Ik vind niet dat wij star denken. Als ik geen nuances kende, had ik David van Wateringen inderdaad voor moord ingesloten.’
Vledder knikte.
‘Dat had ik ook verwacht.’
‘Ik vond zijn verklaring acceptabel.’
Vledder zweeg even, hij liet de discussie over dit onderwerp rusten. Hij hield de wijsvinger van zijn rechterhand voor zijn neus.
‘Jij zoekt naar een moordenaar of moordenares die de beschikking heeft over oesjebti’s?’
De Cock knikte.
‘Zeldzame en dus kostbare beeldjes. Niet zomaar ergens voor het grijpen.’
Vledder keek hem schuins aan.
‘De vader van David van Wateringen had er een kist vol van.’
De Cock grijnsde.
‘Jij bedoelt te zeggen dat hij gemakkelijk over zo’n oesjebti kon beschikken?’
‘Inderdaad.’
De Cock maakt een schouderbeweging.
‘Denk eens aan de andere zoon… Evert van Wateringen. Aan Helen van Haaksbergen… de jonge weduwe van Arthur van Wateringen. Ook voor hen was het niet moeilijk om oesjebti’s te bemachtigen.’ Vledder trok een denkrimpel in zijn voorhoofd. ‘Je vergeet nog iemand.’
‘Wie?’
‘Elisa van Oldekerke… zij kende in de Oude Vensterstraat opvallend goed de weg in de kelder.’
‘Weet zij wat een oesjebti is?’
Vledder stond van zijn bureau op en liep naar de kapstok. De Cock keek hem verbaasd na.
‘Waar ga je heen?’
Vledder draaide zich half om.
‘Naar de Herenmarkt. Elisa van Oldekerke vragen of de ruim twee miljoen aan verzekeringspenningen al aan haar zijn uitgekeerd.’
Elisa van Oldekerke, slechts gekleed in een nauwelijks verhullend tulen negligé, waarin duidelijk de contouren van een roze bh’tje en een minuscuul slipje zichtbaar waren, keek van De Cock naar Vledder en terug. In haar ogen blonk wantrouwen.
‘Jullie komen mij toch niet vertellen,’ vroeg ze met iets van angst in haar stem, ‘dat jullie mijn verdwenen sarcofaag hebben opgespoord?’
De rechercheurs antwoordden niet.
Vledder gebaarde naar vier rotan fauteuils met gebloemde kussens rond een ronde matglazen tafel.
‘Mogen we gaan zitten?’
Elisa van Oldekerke knikte. Ze wachtte rustig tot de rechercheurs zich hadden genesteld, treuzelde nog enige seconden en nam toen tegenover hen plaats. Kalm, gracieus, geraffineerd, gericht op het effect dat ze kende.
De Cock onderdrukte met een krachtige wilsimpuls de betovering die haar feeërieke gestalte uitstraalde.
‘U bent bang voor onze activiteiten?’ vroeg hij vriendelijk. Elisa van Oldekerke knikte.
‘Als die activiteiten gericht zijn op het terugbrengen van mijn sarcofaag.’
‘U wilt uw eigendom niet meer terug?’
Elisa van Oldekerke schudde haar hoofd. Haar lange blonde haren golfden over haar schouders.
‘Ik wil dat ding nooit meer zien.’
Vledder grijnsde.
‘Ruim twee miljoen op een solide bank,’ sprak hij smalend, ‘is aantrekkelijker dan een bronzen sarcofaag op de schoorsteenmantel.’
Elisa van Oldekerke keek hem vernietigend aan. Ze trok haar mond samen en haar lichtgroene, bijna fosforescerende ogen schoten vuur.
Читать дальшеИнтервал:
Закладка:
Похожие книги на «De Cock en de dood in antiek»
Представляем Вашему вниманию похожие книги на «De Cock en de dood in antiek» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.
Обсуждение, отзывы о книге «De Cock en de dood in antiek» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.