Albert Baantjer - De Cock en dood door hamerslag

Здесь есть возможность читать онлайн «Albert Baantjer - De Cock en dood door hamerslag» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Город: Baarn, Год выпуска: 2000, ISBN: 2000, Издательство: De Fontein, Жанр: Полицейский детектив, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.

De Cock en dood door hamerslag: краткое содержание, описание и аннотация

Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «De Cock en dood door hamerslag»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.

Rechercheur De Cock wordt belast met het onderzoek naar de dood van een Antwerpse diamantair die een half jaar daarvoor met de noorderzon uit zijn woonplaats is vertrokken.

De Cock en dood door hamerslag — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком

Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «De Cock en dood door hamerslag», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.

Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

’Dat vermoed ik. De moordenaar moet op een of andere manier een grote macht over hen hebben kunnen uitoefenen.’

’Macht?’

De Cock knikte.

’Het is toch te gek. Als makke schapen hebben ze zich laten afslachten. Na die eerste moord op Harold de Vries waren ze toch wakker geschud. De volgende slachtoffers hadden toch niet meer mogen vallen.’

’Misschien kenden ze hun moordenaar toch niet… of ze kenden hem wel, maar herkenden hem niet.’

De Cock keek zijn jonge collega peinzend aan.

’Dat,’ sprak hij bewonderend, ’was een hele goede opmerking.’ Een tijdlang zwegen beiden. Het was Vledder, die het zwijgen verbrak. Hij schudde bedroefd zijn hoofd.

’Het ergste vind ik nog, dat wij Jules de Graaf niet meer kunnen vragen of hij op de Westerdoksdijk een wagen heeft horen wegrijden. Het zit mij nog steeds dwars dat wij in dit verband op de verklaring van Adriaan van Bovenkerk zijn aangewezen.’ De Cock reageerde niet. Hij stond van zijn stoel op en begon in zijn zo typische slenterpas door de grote recherchekamer te stappen. Hij deed dat graag. In de cadans van zijn tred lieten zijn gedachten zich gemakkelijker ordenen. De oude rechercheur begreep dat hij de moordenaar niet mocht toestaan om nog een vierde slachtoffer te maken. Het ellendige was, dat hij het motief van de dader niet kon doorgronden. Wat voor zin had het om drie toch weerloze zwervers met een hamer de hersens in te slaan.

Plotseling bleef hij midden in de kamer staan. Zijn mond viel halfopen en zijn ogen staarden in het niets. Het was alsof hij door een heldere lichtflits was getroffen.

De woorden ’hamer’ en ’steensplintertjes’ rolden over elkaar. De verlamming duurde maar even. In enkele momenten had hij zich hersteld. Hij sjokte naar het bureau van Vledder. ’Ik vroeg je gisteravond,’ begon hij traag, ’om rechercheur Rijpkema te bellen met de vraag in welk kraakpand aan de Oostenburgergracht hij het lijk van François Vandenberge had gevonden. Heb je dat inmiddels gedaan?’

Vledder schudde zijn hoofd.

’Nog niet. Het had vannacht geen zin om Rijpkema te bellen. Die lag op zijn bed.’ Hij zweeg even. Nadenkend. ’Wie is François Vandenberge?’

De Cock keek hem verwijtend aan.

’Dat heb ik je een paar dagen geleden al verteld… een Belg, die een acute hartdood stierf. Opdenbroecke was hier om de zaak te onderzoeken.’

’Wat heeft die met onze zaak te maken?’

De Cock maakte een verontschuldigend gebaar.

’Dat weet ik nog niet precies.’

De oude rechercheur pauzeerde even.

’Na dat telefoontje,’ ging hij verder, ’ga je naar Smalle Lowietje en vraag hem of hij uit de bron waaruit hij gisteren putte, ook kan achterhalen in welk kraakpand Jules de Graaf tot voor kort heeft gewoond.’

De grijze speurder grinnikte.

’Ik denk dat ik het antwoord al ken.’

Vledder glimlachte.

’Waar dan?’

’In hetzelfde kraakpand waar Harold de Vries, Johnny van der Kamp en Pieter de Goede tot voor kort woonden.’

De Cock wees naar het notitieblok dat Vledder voor zich op zijn bureau had liggen.

’Schrijf het allemaal even op.’

Vledder keek hem vragend aan.

’Heb je nog meer noten op je zang?’

De Cock knikte.

’Luister. Als je Smalle Lowietje aan het werk hebt gezet, ga je terug naar de Warmoesstraat en belt naar de heer H.J.M. Opdenbroecke, hoofdcommissaris van de Gerechtelijke Politie in Antwerpen. Je vraagt hem of hij informatie heeft over Adriaan van Bovenkerk… welke werkzaamheden hij verricht wanneer hij niet in het camouflagekleed van een zwerver rondloopt.’

’Zou hij het weten?’

’Hij kan het voor ons laten onderzoeken. Opdenbroecke is dichter bij de bron dan wij.’

’Wat nog meer?’

’Je geeft Opdenbroecke het adres van de moeder van Pieter de Goede en verzoekt hem om Pieter de Goede met een begeleidend transport naar ons in Amsterdam over te laten brengen.’ Vledder reageerde verrast.

’Laat je hem arresteren?’

De Cock schudde zijn hoofd.

’Maak het Opdenbroecke goed duidelijk dat Pieter de Goede voor mij geen verdachte is. Ik wil hem alleen bij mij in de buurt.’

’Waarom?’

’Ik wil zijn medewerking kopen.’

Vledder keek hem niet-begrijpend aan.

’Kopen?

De Cock knikte.

’In ruil voor de belofte dat ik juridisch niets tegen hem zal ondernemen.’

Vledder reageerde verrast.

’Kan je dat dan? Juridisch iets tegen Pieter de Goede ondernemen?’

’Dat vermoed ik.’

Vledder liet zijn blik over zijn aantekeningen glijden. Hij keek naar De Cock op.

’Waarom doe je dit zelf niet?’

’Ik laat het in alle gemoedsrust aan jou over.’

’Wat ga jij dan doen?’

De Cock tastte in zijn broekzak en diepte daaruit een koperen houdertje met een weelde aan valse sleutelbaarden. Het was een apparaatje dat hij eens, lang geleden, van zijn vriend en exinbreker Handige Henkie had gekregen.

De oude rechercheur liet het Vledder zien.

’Ik weet,’ formuleerde hij voorzichtig, ’dat je het niet prettig vindt als ik dit in jouw bijzijn gebruik. Daarom ga ik alleen op pad en neem de nodige risico’s zonder jou erbij te betrekken.’ Vledder bromde.

’Je hebt het al zo vaak in mijn bijzijn gebruikt.’

De Cock knikte. Zijn gezicht stond ernstig.

’Daar heb ik een beetje spijt van. Door mij heb jij onnodig risico’s genomen. Dat was niet fair. Wanneer wij waren betrapt, had dat ook jouw ontslag bij de politie betekend.’

Over het gezicht van Vledder gleed een glimlach.

’Jij ziet nog wel toekomst voor mij bij de Amsterdamse politie.’

’Absoluut.’

Vledder lachte.

’Waar ga je heen met je apparaatje?’

De Cock ademde diep.

’Terug naar het stenen tijdperk.’

Rechercheur De Cock zat naast Vledder in de donkere laadruimte van een oude gammele bestelbus met op de buitenkant als opschrift de naam van een niet-bestaand aannemersbedrijf. Hij had de bestelauto tijdelijk van het hoofdbureau van politie te leen.

Het onooglijke busje werd door de rechercheurs van kamer 119 zo nu en dan als geheime observatiepost gebruikt.

Vanuit twee kijkgaten hadden ze een goed overzicht op de ingang van het Stenenhoofd. Op het IJ, niet ver van het Stenenhoofd, lag met gedoofde lichten een patrouilleboot van de Rijkspolitie te Water. Aan boord was een felle schijnwerper, die op het juiste moment de kop van het Stenenhoofd kon belichten.

Aan het einde van de steiger had de technische dienst op aanwijzing van de oude rechercheur een vlonder gebouwd. Vanaf de kop van het Stenenhoofd was de vlonder niet te zien. De Cock had weer eens een beroep gedaan op zijn collega’s Appie Keizer en Fred Prins. Zoals steeds hadden zij blijmoedig hun medewerking toegezegd. Appie Keizer acteerde als een in lompen gehulde oude zwerver.

Hoewel Appie Keizer hem bezwoer dat het niet nodig was, had De Cock er op gestaan dat hij een boerenpetje droeg, waarin een stuk staalplaat was genaaid. Een zelfde soort petje droeg Pieter de Goede. Hoofdcommissaris Opdenbroecke van de Gerechtelijke Politie in Antwerpen had hem onder begeleiding van twee gendarmes naar Amsterdam laten brengen. De Cock had niet veel argumenten nodig gehad om Pieter de Goede tot volgzame medewerking te bewegen. In zijn gebruikelijke zwerverskledij zat hij op de kop van het Stenenhoofd bij het warme rooster, waar de drie anderen de dood hadden gevonden.

De sterke en zwaargebouwde Fred Prins had zijn plaats op de houten vlonder ingenomen. In de middag hadden ze gerepeteerd hoeveel seconden hij nodig had om vanaf de primitieve vlonder op de steiger te klimmen. De Cock meende dat de tijd kort genoeg was om de moordenaar te overmeesteren voor hij opnieuw kon toeslaan.

Toch was De Cock er niet geheel gerust op dat zijn plan zou slagen. Er kon nog van alles misgaan. De gehele opzet berustte op de theorie dat de moordenaar zijn kans niet voorbij zou willen laten gaan om zijn laatste obstakel naar veel gewin uit de weg te ruimen. Dat obstakel was Pieter de Goede.

Читать дальше
Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Похожие книги на «De Cock en dood door hamerslag»

Представляем Вашему вниманию похожие книги на «De Cock en dood door hamerslag» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.


Отзывы о книге «De Cock en dood door hamerslag»

Обсуждение, отзывы о книге «De Cock en dood door hamerslag» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.

x