Albert Baantjer - De Cock en de dode tempeliers
Здесь есть возможность читать онлайн «Albert Baantjer - De Cock en de dode tempeliers» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Город: Baarn, Год выпуска: 2001, ISBN: 2001, Издательство: De Fontein, Жанр: Детектив, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.
- Название:De Cock en de dode tempeliers
- Автор:
- Издательство:De Fontein
- Жанр:
- Год:2001
- Город:Baarn
- ISBN:90-261-1594-6
- Рейтинг книги:4 / 5. Голосов: 1
-
Избранное:Добавить в избранное
- Отзывы:
-
Ваша оценка:
- 80
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
De Cock en de dode tempeliers: краткое содержание, описание и аннотация
Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «De Cock en de dode tempeliers»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.
De Cock en de dode tempeliers — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком
Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «De Cock en de dode tempeliers», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.
Интервал:
Закладка:
’Zo houdt hij zijn wekelijks slippertje geheim.’
’Precies.’
De Cock nam de laatste slok van zijn cognac.
’Wie is dat niese?’
Smalle Lowietje gebaarde voor zich uit
’Blonde Sientje uit de Sint-Annendwarsstraat. Die vent is al jaren een vaste klant van haar.’
De oude rechercheur kneep een denkrimpel in zijn voorhoofd. In de duistere spelonken van zijn denken flitste plotseling een fel licht. Hij tastte wat nerveus in de binnenzak van zijn colbert naar de foto van Antonie de Lavaterne en legde die voor Lowietje op de bar.
’Is dat hem?’
De tengere caféhouder pakte de foto op en hield hem voor zich.
’Dat… eh, dat is hem,’ stotterde hij. ’Dat is hem. Verrek. Heb je wat tegen hem?’
De Cock schudde zijn hoofd en wees naar zijn leeg cognacglas.
’Schenk nog eens in,’ gebood hij vriendelijk. Hij nam de foto weer van de caféhouder over en tikte met zijn wijsvinger op het bolronde gezicht. ’Hij zal zijn wijsvingers niet meer voor je kruisen,’ sprak hij somber. ’En op zijn klandizie behoef je niet meer te rekenen. Deze man is dood.’
’Vermoord?’
De Cock knikte.
’Met een ponjaard.’
Met de warme gloed van de cognac in hun aderen verlieten de beide rechercheurs het schemerig intieme lokaaltje van Smalle Lowietje. Over de Achterburgwal slenterden ze in de richting van de Oudekennissteeg.
Ondanks het bar slechte weer was het druk op de Wallen. Bij de meeste etalages waren de gordijnen gesloten. Voor de deur van een nieuw jong hoertje uit een ver en exotisch land wachtte een stoet mannen in de stromende regen geduldig tot ze aan de beurt waren.
De Cock trok de kraag van zijn regenjas omhoog en schoof zijn oude hoedje naar voren. Met de rug van zijn linkerhand wreef hij het water uit zijn gezicht. Nieuwsgierig gleed zijn scherpe blik langs de hunkerende mannen in de rij. Ze waren er in alle variëteiten: jong en oud, dik en mager, goed en slecht gekleed. Er viel geen lijn in te ontdekken. Hij trok gelaten zijn schouders op. Hoewel hij al vele jaren als rechercheur op en om de Wallen opereerde, bleef dit fenomeen van de prostitutie hem verbazen.
Vledder keek hem van terzijde aan.
’Die Antonie de Lavaterne was toch niet zo braaf als zijn vrouw ons wilde doen geloven.’
De Cock schudde zijn hoofd.
’Ik heb nooit in die absolute braafheid geloofd. Het is onrealistisch. Mannen zijn in de regel niet alleen maar braaf.’ De oude rechercheur grinnikte.
’En dat geldt niet alleen voor mannen.’
Vledder maakte een grimas.
’Ik kan mij de wekelijkse slippertjes van Antonie de Lavaterne wel voorstellen. Zijn vrouw was niet zo appetijtelijk.’ De Cock maakte een hoofdbeweging.
’Dat zal ze in haar jonge jaren vermoedelijk wel zijn geweest, mooi en aantrekkelijk. Maar wie een wijf trouwt om het mooi lijf, verliest het lijf maar houdt het wijf .’
Vledder lachte.
’Een kreet van je oude moeder?’
De Cock schudde zijn hoofd.
’Vader Cats.’
Vledder staarde nadenkend voor zich uit.
’Heb je enig idee wat Antonie de Lavaterne met die gekruiste wijsvingers bedoelde?’
De Cock schudde zijn hoofd.
’Ik wil toch nog een keer naar hun tempel in de Vrijheidslaan. Dan kunnen we gelijk aan grootmeester Vidocq vragen of ook andere leden van de Broederschap van het Kruis zich van een dergelijk manuaal bedienen.’
Vledder knikte.
’Het zou kunnen,’ beaamde hij. ’Hoewel, de leden van de broederschap die wij tot nu hebben ontmoet, heb ik zo’n teken nooit zien maken.’
’Je bedoelt: niet in ons bijzijn.’
’Precies.’
Een tijdje liepen ze zwijgend verder. Het weer werd slechter. De regen nam toe en de wind wakkerde aan. Een dode tak plofte van een boom in het water van de gracht.
De Cock dacht aan de hunkerende mannen in de rij en huiverde. Aan het einde van de Oudekennissteeg slofte hij over de brug rechtuit naar het Oudekerksplein. Vledder bleef verbaasd staan.
’Waar ga je heen?’
De oude rechercheur draaide zich half om.
’Naar de Sint-Annendwarsstraat.’
Vledder trok in een sprintje bij.
’Blonde Sientje,’ hijgde hij.
Ze keek verbaasd naar de beide mannen voor haar op de stoep. Toen ze de oude speurder herkende, lachte ze breed. ’Kom je voor jezelf of voor de dienst?’
De vraag verraste De Cock volkomen.
’Ben ik… ben ik,’ stotterde hij, ’wel eens voor mijzelf bij je geweest?’
Blonde Sientje schudde nog steeds lachend haar hoofd. ’Ik kan het mij niet herinneren. Maar aan politieklanten verleen ik extra service.’
De Cock negeerde haar opmerking. Hij trok zijn gezicht in een ernstige plooi.
’Mogen we even met je praten?’
Blonde Sientje deed een stap opzij en liet de rechercheurs binnen. Via een kleine hal leidde ze hen naar een gezellig ingerichte kamer. Het was er behaaglijk warm. Een viertal schemerlampjes hulde het vertrek in een zachtrosse gloed. Er lag een wit hoogpolig tapijt, er waren twee geriefelijke fauteuils en een bed, afgedekt met een kleurrijk sprei.
Blonde Sientje, gekleed in een zwartglanzende kimono, ging op het bed zitten. Ze gebaarde naar de twee fauteuils. ’Neem plaats. Ik gebruik mijn werkbank wel.’
In haar stem vibreerde een lichte spot.
De Cock legde zijn hoedje naast zich op het hoogpolig tapijt. Uit de binnenzak van zijn colbert nam hij de foto van Antonie de Lavaterne en reikte die Blonde Sientje aan.
’Ken jij die man?’
Ze bekeek de foto en knikte.
’Mijn Antonie.’
’ Jouw Antonie?’
Blonde Sientje knikte.
’Mag ik zeggen. Hij komt al bijna vijf jaar bij mij over de vloer.’
’Op woensdag.’
Blonde Sientje keek verrast naar hem op.
’Je bent goed geïnformeerd.’
De Cock glimlachte.
’Meestal.’
Blonde Sientje gaf de foto terug.
’Het is een nette vent. Geen klant voor jou. Wat moet je van hem?’
De Cock schudde zijn hoofd.
’Niets. Wij hebben hem gevonden met een ponjaard in zijn rug, een soort dolk in de vorm van een kruis. De steek was fataal.’ Blonde Sientje keek hem geschrokken aan.
’Hij is dood?’
’Ja.’
Over de wang van Blonde Sientje gleed een zenuwtrek. ’Scheelt mij vijf meier [4] Bargoens voor een bankbiljet van honderd gulden
in de week.’
De Cock boog zich iets naar haar toe. Om zijn mond lag een verbeten trek.
’Is dat de enige gedachte die bij je opkomt?’
Blonde Sientje sloeg haar handen voor haar gezicht. Ineens was haar pose weg. Haar lichaam schokte. Ze nam haar handen van haar gezicht weg. Tranen gleden over haar wangen, drupten op haar kimono.
’Ik… ik,’ snikte ze. ’Ik hield van die vent. Echt, ik hield van die vent. Hij was de eerste man die mij met respect behandelde. Hij heeft mij een huwelijksaanzoek gedaan, vorige week. Hij zou met mij trouwen, zo gauw hij van dat wijf af was.’
11
De Cock wachtte geduldig tot haar lichaam niet meer schokte en ze met een minuscuul zakdoekje haar tranen had gedroogd. ’Hoe oud ben je, Sien?’ begon hij rustig.
’Achtendertig.’
’Antonie de Lavaterne was achtenveertig.’
Er keerde weer iets van haar strijdlust terug.
’Mag dat niet?’
De Cock glimlachte.
’Jij nam zijn huwelijksaanzoek serieus?’
Blonde Sientje knikte heftig.
’Antonie had een bar slecht huwelijk.’ Ze zweeg even en trok wrevelig haar schouders op. ’Ik weet wel dat alle hoerenkerels zeggen dat ze bij hun eigen vrouw niet terecht kunnen, maar bij Antonie was dat waar. Ze hadden al jaren geen gemeenschap meer. Bovendien controleerde ze zijn hele gedrag. Ze volgde elke stap die hij deed.’
’Behalve op woensdag.’
Читать дальшеИнтервал:
Закладка:
Похожие книги на «De Cock en de dode tempeliers»
Представляем Вашему вниманию похожие книги на «De Cock en de dode tempeliers» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.
Обсуждение, отзывы о книге «De Cock en de dode tempeliers» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.