Albert Baantjer - De Cock en de bloedwraak
Здесь есть возможность читать онлайн «Albert Baantjer - De Cock en de bloedwraak» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Город: Baarn, Год выпуска: 1998, ISBN: 1998, Издательство: De Fontein, Жанр: Детектив, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.
- Название:De Cock en de bloedwraak
- Автор:
- Издательство:De Fontein
- Жанр:
- Год:1998
- Город:Baarn
- ISBN:90-261-0377-8
- Рейтинг книги:4 / 5. Голосов: 1
-
Избранное:Добавить в избранное
- Отзывы:
-
Ваша оценка:
- 80
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
De Cock en de bloedwraak: краткое содержание, описание и аннотация
Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «De Cock en de bloedwraak»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.
De Cock en de bloedwraak — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком
Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «De Cock en de bloedwraak», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.
Интервал:
Закладка:
‘Zegt u het maar.’
Jean-Paul van Capelle keek even opzij naar zijn moeder. ‘We weten niet of het van belang is… voor u… voor uw onderzoek.’ ‘Wat?’
Jean-Paul zuchtte.
‘Annelies heeft ons gebeld.’
‘Wanneer?’
Jean-Paul van Capelle dacht even na.
‘Een dag of tien geleden. Ze had moeder aan de lijn. Annelies vroeg hoe het met ons ging. Ik ben vroeger met haar verloofd geweest.’ Hij keek weer even opzij naar zijn moeder. ‘Het was een… eh, een soort gelegenheidsbabbeltje.’
‘Belde ze wel meer?’
Jean-Paul schudde zijn hoofd.
‘Nooit. Nadat onze verloving was verbroken, hebben we geen contact meer met elkaar gehad. Ik was dan ook stomverbaasd toen ik van moeder hoorde dat Annelies had gebeld.’ De Cock keek naar de moeder.
‘Hoe heet u?’
De vrouw verschoof iets op haar stoel.
‘Debora… Debora van Capelle-Peeters.’
‘Wat was uw idee van het gesprek?’
Debora van Capelle glimlachte. Het gaf aan haar strak gezicht een vriendelijke glans. ‘Ik dacht… eh, die wil iets, maar durft daar niet mee voor de dag te komen. Pas aan het eind van het gesprek vroeg ze naar Jean-Paul. Die was niet thuis. Bel vanavond maar terug, zei ik, dan is hij er wel.’
‘Belde ze terug?’
Jean-Paul knikte.
‘Ik heb met haar gesproken. Ze vertelde mij dat het niet zo best met haar ging en dat ze mij graag nog een keer wilde zien… dat ze nog vaak aan mij dacht en dat soort dingen. Ze zei dat ze in de omgeving van de Nieuwmarkt woonde, in de Monnikenstraat in een kraakpand. Ze vroeg of ik naar haar toe wilde komen.’ Hij zweeg even en beet op zijn onderlip. ‘Daar… eh, daar voelde ik niet zo bar veel voor.’
‘Waarom niet?’
Het gezicht van Jean-Paul betrok.
‘Ik wist dat Annelies verslaafd was aan drugs. Dat was ook de reden dat ik destijds onze verloving heb verbroken. Ze gebruikte ook toen al.’
De Cock keek hem onderzoekend aan.
‘Bent u haar gaan opzoeken?’
Jean-Paul van Capelle liet zijn hoofd iets zakken en antwoordde niet. Daarna blikte hij opzij naar zijn moeder, alsof hij van haar steun verwachtte.
Intussen nam De Cock beiden eens goed in zich op. Jean-Paul, zo constateerde hij, leek sprekend op zijn moeder, dezelfde regelmatige gelaatstrekken, dezelfde donkerbruine ogen, dezelfde mond en volle, sensuele lippen. Alleen de kleur van hun haar verschilde. Het haar van Jean-Paul was donkerblond met een rosse gloed. ‘Bent u haar gaan opzoeken?’ herhaalde De Cock na enkele seconden.
Jean-Paul van Capelle knikte traag.
‘De volgende avond zo rond een uur of tien. Ze vroeg mij om niet eerder te komen want dan was haar vriend nog bij haar. Ze vertelde mij ook hoe ik het kraakpand vinden kon… hoe het er van buiten uitzag… en waar haar kamertje lag op de eerste verdieping.’ De jongeman zweeg even en zuchtte. ‘Het was erg donker in haar kamertje,’ ging hij verder. ‘Er brandde alleen een petroleumstel. Dat walmde een beetje en stonk. Toen ik in het schaarse licht haar gezicht zag, schrok ik. Ze zag er slecht uit. Onverzorgd. Ze vroeg of ik geld voor haar had voor drugs. Ik heb haar alles gegeven wat ik bij mij had, een paar honderd gulden.’ De jongeman slikte en in zijn donkerbruine ogen blonk een traan. ‘Plotseling pakte ze mij vast en zei: “Dit is ons afscheid, Jean-Paul… voor eeuwig. Binnenkort gebeurt er iets ergs met mij… iets heel ergs. Ik ga sterven.”’
Jean-Paul van Capelle huilde, stil, bijna onhoorbaar. Troostend strekte zijn moeder haar hand naar hem uit. De Cock liet hem even begaan. Hij zag toe hoe hij een zakdoek pakte en zijn tranen droogde.
‘Heeft Annelies nog een uitleg gegeven… waarom ze zou sterven… waardoor?’
Jean-Paul van Capelle schudde zijn hoofd.
‘Ze herhaalde het alleen… oneindig… ik ga sterven… ik ga sterven…’ Hij kneep even zijn beide ogen stijf dicht en op zijn gezicht kwam een smartelijke trek. ‘Ik kon het op het laatst niet meer aanhoren en ben het kamertje uitgerend.’
De Cock keek Jean-Paul van Capelle en zijn moeder met gemengde gevoelens na. Toen de deur van de grote recherchekamer achter hen dichtviel, streek hij met zijn rechterhand over zijn grijze haren en zuchtte.
‘Ik kon er niets aan doen,’ sprak hij schamper, ‘maar ik had visioenen van een scène uit een of andere opera.’
Vledder keek hem vragend aan.
‘Wat doen we met zo’n verhaal?’
De Cock trok zijn schouders op.
‘Ik denk dat Annelies van Haemstede haar ziekte juist had ingeschat en begreep dat ze spoedig aan de gevolgen van aids zou sterven. In dat licht bezien, is het niet zo vreemd dat zij voor haar dood nog eens een ontmoeting wilde hebben met JeanPaul van Capelle, een jongeman met wie zij eens verloofd was geweest. Ik kan dat emotioneel wel vatten.’
Vledder grinnikte vreugdeloos.
‘Maar waarom komt dat moederszoontje naar ons met dat verhaal?’
De Cock keek naar hem op.
‘Hoe noem je hem?’
Vledder lachte.
‘Moederszoontje.’
De Cock veinsde verbazing.
‘Zijn alle mannen geen zonen van hun moeder?’
Vledder reageerde verongelijkt.
‘Je weet best wat ik bedoel,’ snauwde hij bits. ‘Heb je gezien hoe hij naar haar keek? Volgens mij is die Jean-Paul van Capelle niet volwassen en wordt hij dat ook nooit.’
De Cock snoof.
‘Dat heeft hij dan met vele mannen gemeen.’ Hij stak zijn beide handen naar voren en drukte zijn vingertoppen tegen elkaar. ‘We kunnen er gerust van uitgaan,’ ging hij op veranderde toon verder, ‘dat Jean-Paul van Capelle niet wist dat Annelies van Haemstede zo ernstig ziek was. Wanneer zijn vroegere verloofde dan na jaren plotseling contact met hem zoekt en uitroept: Ik ga sterven en hij hoort een paar dagen later van haar broer, dat zij op gewelddadige wijze om het leven is gebracht, dan krijgt zo’n kreet ik ga sterven toch een andere betekenis?’ Vledder knikte traag.
‘Ik begrijp je. Je bedoelt dat er dan een verband ligt met de moord.’ ‘Precies.’
Vledder schudde peinzend zijn hoofd.
‘Het blijft alles bijeen toch een vreemde zaak. Weet je wat mij ook zo onbegrijpelijk voorkomt?’
‘Nou?’
‘Waarom Annelies van Haemstede pas twee jaar na de bankoverval een gedeelte van de buit opeist! Ze moet toch al langer hebben geweten dat Harry Devoorde op een schuit aan de Amstel verbleef?’
De Cock kwam met een ruk uit zijn stoel overeind en beende naar de kapstok.
Vledder kwam hem na.
‘Waar ga je heen?’
De Cock draaide zich half om.
‘Harry Devoorde… ik was hem bijna vergeten.’
7
Vledder reed de oude politiewagen heel voorzichtig van de gladde houten steiger achter het politiebureau. Sinds hij op een regenachtige dag bijna in het water van het Damrak was gereden, nam de jonge rechercheur geen risico’s meer.
Hoewel de avondspits al ruim voorbij was en de schemering de binnenstad omarmde, was het razend druk op de weg. Traag kropen ze in een file naar de Dam.
De Cock blikte om zich heen. Tot zijn verbazing waren alle zaken open en trokken drommen kooplustigen het imposante gebouw van De Bijenkorf binnen.
‘Hebben we geen winkelsluitingswet meer?’ bromde hij. ‘Is die ook al afgeschaft?’
Vledder grinnikte.
‘Je loopt achter. Het is donderdag… koopavond. Vandaar die drukte.’
De Cock liet zich mopperend onderuitzakken. Koopavonden interesseerden hem niet. Hij kwam nooit in winkels. Alles wat hij nodig had, kocht zijn vrouw. Zelfs de aanschaf van een nieuw kostuum, nieuwe schoenen en een stropdas, liet hij aan haar over.
Voorbij de Dam, op het Rokin, kwam er wat meer ruimte in het verkeer. Ze reden langs de nieuwe Vroom & Dreesmann en de oude Munttoren de Vijzelstraat in naar de Vijzelgracht. Ook hier een file. Vledder schold onbehoorlijk op een automobilist, die pal voor hem voor een oranje verkeerslicht stopte. ‘Hij had er nog makkelijk door gekund,’ riep hij heftig zwaaiend.
Читать дальшеИнтервал:
Закладка:
Похожие книги на «De Cock en de bloedwraak»
Представляем Вашему вниманию похожие книги на «De Cock en de bloedwraak» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.
Обсуждение, отзывы о книге «De Cock en de bloedwraak» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.