Albert Baantjer - De Cock en de sluimerende dood
Здесь есть возможность читать онлайн «Albert Baantjer - De Cock en de sluimerende dood» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Город: Baarn, Год выпуска: 1995, ISBN: 1995, Издательство: De Fontein, Жанр: Детектив, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.
- Название:De Cock en de sluimerende dood
- Автор:
- Издательство:De Fontein
- Жанр:
- Год:1995
- Город:Baarn
- ISBN:978-90-261-0664-4
- Рейтинг книги:3 / 5. Голосов: 1
-
Избранное:Добавить в избранное
- Отзывы:
-
Ваша оценка:
- 60
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
De Cock en de sluimerende dood: краткое содержание, описание и аннотация
Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «De Cock en de sluimerende dood»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.
De Cock en de sluimerende dood — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком
Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «De Cock en de sluimerende dood», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.
Интервал:
Закладка:
Vledder lachte.
‘Wat is jouw beperkt budget?’
‘Mijn spaarcentjes… trots resultaat van mijn zuinige vrouw.’
‘En daar ga je dan wonen… in Medemblik?’
‘Als het zover is.’
Vledder keek hem ongelovig aan.
‘Uit Amsterdam weg?’
‘Ja.’
Vledder zuchtte diep.
‘Dat wordt een mislukking.’
De Cock keek hem verrast aan.
‘Waarom?’
Vledder spreidde zijn beide handen.
‘Een rasechte Amsterdammer die uit Amsterdam vertrekt, krijgt op den duur heimwee… mijmert over de Westertoren en wil terug.’
De Cock reageerde heftig.
‘Ik ben geen Amsterdammer,’ riep hij geprikkeld. ‘Niet rasecht. Ik ben op Urk geboren. Midden op wat toen nog de Zuiderzee was. Het geklots van de golven om de ommelebommelestien [1] Op Urk komen de kinderen niet van de ooievaar, maar uit de ommelebommelestien, een grote zwerfkei voor de kust. Elke Urker kan hem u wijzen.
suist nog in mijn oren. Medemblik is een lief oud stadje, met fraaie havens en het imposante slot Radboud als een markant punt. Maar wat voor mij belangrijk is… het ligt aan de voormalige Zuiderzee.’
Vledder trok achteloos zijn schouders op.
‘Jeugdsentiment… dat openbaart zich vaak bij oudere mensen.’
De Cock keek zijn jonge collega vernietigend aan, maar voor hij scherp op de stelling kon reageren, werd er op de deur van de recherchekamer geklopt en riep Vledder: ‘Binnen.’
De deur gleed langzaam open en in de deuropening verscheen de imposante gestalte van een grote breedgeschouderde man. De wijde mosgroene houtje-touwtje-jas die hij droeg, gaf aan de kracht die de man uitstraalde nog een extra accent. Met een iets slepende tred liep hij op de grijze speurder toe. Water drupte van zijn jas op de vloer.
‘U bent De Cock?’
Hij sprak kort, afgemeten.
De oude rechercheur kwam uit zijn stoel overeind en maakte een lichte buiging. ‘Met… eh, met ceeooceekaa,’ reageerde hij vrijwel automatisch, ‘om u te dienen.’ Hij nam weer plaats en wees uitnodigend naar de stoel naast zijn bureau.
‘Gaat u zitten.’
De man friemelde zijn natte houtje-touwtje-jas los en liet zich op de stoel zakken. Onderwijl nam De Cock hem nauwkeurig in zich op. Hij schatte de man op achter in de veertig. Hij had zwart golvend haar met beginnend grijs aan de slapen. Zijn donkere ogen onder stoppelige wenkbrauwen hielden de grijze speurder strak in beeld.
De Cock monsterde de lijnen van zijn gezicht… de bruingetinte huid, de scherpe trekken om de mond, de smalle neusbrug en de iets te brede kin.
De oude rechercheur toonde zijn innemendste glimlach.
‘Ik zei… om u te dienen.’
De man verschoof iets op zijn stoel.
‘Men had mij gezegd dat u ouderwets hoffelijk was… niet meer van deze tijd.’
‘Wie is men?’
‘Mensen die mij adviseerden om naar u te gaan. U hebt een goede reputatie als rechercheur.’
De Cock grinnikte.
‘Dat is uiterst prettig om te horen, maar ik neem aan dat u niet bent gekomen om mij met complimenten te overladen.’
De man schudde zijn hoofd. Ineens kwam hij geschrokken van zijn stoel overeind en maakte in de richting van De Cock een stramme buiging. ‘Onvergeeflijk. Een ernstige omissie. Ik heb mij nog niet aan u voorgesteld.’ Hij nam weer plaats. ‘Mijn naam is Van Borsele… Roderick van Borsele.’
‘En u woont?’
‘Bijna aan het einde van de Keizersgracht, dicht bij de Amstel, nummer 1317.’
‘Dat behoort niet tot mijn district.’
Roderick van Borsele knikte.
‘Dat weet ik. Dat is mij verteld. Maar het is toch mijn wens dat u mijn aangifte behandelt. Ik wil niet zeggen dat ik geen vertrouwen heb in uw collega’s van het bureau Lijnbaansgracht, maar…’
De Cock wuifde de rest van de zin weg.
‘Waar wilt u aangifte van doen?’
Roderick van Borsele liet zijn hoofd iets zakken.
‘Mijn oude moeder is verdwenen.’
De Cock reageerde verrast.
‘Uw oude moeder?’
Roderick van Borsele knikte.
‘Spoorloos… zo van de aardbodem weggevaagd.’
‘Hoe oud is ze?’
Roderick van Borsele zuchtte.
‘Drieënzeventig jaar, en nog erg kras.’ Hij tikte met zijn gekromde rechterwijsvinger tegen de zijkant van zijn hoofd. ‘Helder… en nog goed ter been.
Ze heeft een tweekamerflatje in Purmerend. Daar woont nog een jongere broer van mij en een zuster. Die hebben kinderen… haar kleinkinderen.’
‘En daar is ze niet?’
Roderick van Borsele schudde zijn hoofd.
‘Dat ben ik nagegaan. Gisteravond zou ze mij vanuit Purmerend bezoeken. Dat doet ze wel vaker. Ze gaat dan met de trein vanaf het station Overwhere naar Amsterdam en neemt vanaf het Centraal Station een taxi naar de Keizersgracht.’
De Cock gebaarde voor zich uit.
‘U kunt haar toch beter met uw eigen auto uit Purmerend ophalen en weer terugbrengen. Het is maar twintig minuten rijden… veertig minuten heen en terug. Dat is toch veel veiliger.’
Roderick van Borsele maakte een gebaar van wanhoop.
‘Dat wil ze niet,’ riep hij jammerend. ‘Ze wordt woest als ik haar dat voorstel. Ze staat erop om zelfstandig naar mij toe te komen.’
De Cock keek de man voor zich strak aan.
‘Ze kwam niet.’
Roderick van Borsele schudde zijn hoofd.
‘Ze kwam niet,’ herhaalde hij. ‘Ik maakte mij niet direct ongerust… dacht dat ze een trein had gemist. Dat is ongeveer een verschil van een halfuur. Toen ze er na dat halfuur nog niet was, heb ik haar thuis gebeld. Ze nam niet op. Ik ben toen in paniek met mijn auto naar Purmerend gereden.’
De Cock knikte begrijpend.
‘U dacht dat er thuis iets met haar was gebeurd.’
‘Precies. Dat kan toch… met een oud mens.’
‘En?’
‘Ik heb een sleutel van haar flat. Ik kan erin. Ze was er niet, en uit alles bleek dat ze was vertrokken. Ik miste haar handtasje. Dat is haar talisman. Zonder haar handtasje gaat ze niet op pad.’
‘Woont ze alleen?’
‘Ja.’
‘Uw vader?’
‘Is jaren geleden overleden.’
‘Buren?’
Roderick van Borsele zuchtte.
‘In zo’n flatgebouw kennen de buren elkaar nauwelijks. Ik heb ook niet de moeite genomen om bij hen te informeren. Dat had geen enkele zin.’
‘Kennissen?’
Roderick van Borsele trok zijn schouders iets op.
‘Er kwam wel eens een oudere man bij moeder op bezoek. Ik meen dat hij Martijn heette, maar ik weet niet waar hij woont… hoe ik hem bereiken kan. Wel ben ik naar mijn broer en zuster in Purmerend gegaan en heb gevraagd of zij wisten waar moeder was.’
‘Hebt u nog familie elders in het land?’
Roderick van Borsele knikte.
‘In Emmeloord, Kampen, Leeuwarden en Amersfoort. Daar wonen een paar ooms en tantes van mij en een vriendin uit haar jeugd. Die heb ik vandaag allemaal af gereden. Je weet toch nooit wat zo’n oud mens plotseling in haar hoofd heeft gehaald.’
Hij kauwde nerveus op zijn onderlip, drong opkomende tranen weg. ‘Ze is een schat, dat ouwe mens. Altijd lief en zorgzaam… voor iedereen. Vooral haar kleinkinderen zijn dol op hun omaatje.’
Hij zweeg even.
‘Ik ben haar oudste zoon. Van haar drie kinderen ben ik het meest aan haar gehecht. Moeder had al enige tijd kanker… kanker aan haar lever. Volgens haar dokter had ze niet lang meer te leven. Daar had ik het al erg te kwaad mee.’
‘Wist zij het?’
‘Wat?’
‘Dat ze niet lang meer had te leven?’
‘Ze wist het.’
‘Hoe verwerkte ze dat?’
Roderick van Borsele keek naar hem op. Zijn donkere ogen vulden zich met tranen.
‘Moeder… moeder was niet bang voor de dood. Integendeel. Ze speelde met de gedachte aan een eeuwig leven.’
2
Интервал:
Закладка:
Похожие книги на «De Cock en de sluimerende dood»
Представляем Вашему вниманию похожие книги на «De Cock en de sluimerende dood» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.
Обсуждение, отзывы о книге «De Cock en de sluimerende dood» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.