Johan Huizinga - Herfsttij der Middeleeuwen
Здесь есть возможность читать онлайн «Johan Huizinga - Herfsttij der Middeleeuwen» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Жанр: Старинная литература, nld. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.
- Название:Herfsttij der Middeleeuwen
- Автор:
- Жанр:
- Год:неизвестен
- ISBN:нет данных
- Рейтинг книги:3 / 5. Голосов: 1
-
Избранное:Добавить в избранное
- Отзывы:
-
Ваша оценка:
- 60
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
Herfsttij der Middeleeuwen: краткое содержание, описание и аннотация
Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «Herfsttij der Middeleeuwen»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.
Herfsttij der Middeleeuwen — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком
Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «Herfsttij der Middeleeuwen», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.
Интервал:
Закладка:
Hier overweegt het komische, maar in het volgende de ernst:
"Ne hurtez plus à l'uis de ma pensée, Soing et Soucy, sans tant vous travailler; Car elle dort et ne veult s'esveiller, Toute la nuit en peine a despenseé.
En dangier est, s'elle n'est bien panseé; Cessez, cessez, laissez la sommeiller; Ne hurtez plus à l'uis de ma pensée, Soing et Soucy, sans tant vous travailler...." [958]
De week-droeve erotiek kreeg voor den vijftiendeëeuwer een nog scherper smaak door de bijmenging van het profane, waarmee hij haar zoo gaarne kruidt. De travesti van het amoureuze in kerkelijke vormen dient niet enkel tot obscene beeldspraak en grove oneerbiedigheid, zooals in de Cent nouvelles nouvelles . Zij levert ook den vorm van het meest teere, bijna elegische liefdedicht, dat de vijftiende eeuw heeft voortgebracht: L'amant rendu cordelier à l'observance d'amours .
Het motief van de minnaars als de observanten eener geestelijke orde had reeds in den kring van Charles d'Orléans aanleiding gegeven tot een dichterlijke confrérie, die zich "les amoureux de l'observance" noemde. Is het werkelijk Martial d'Auvergne geweest, die het heeft uitgewerkt tot het treffende gedicht, dat zich zoover boven het van hem bekende verheft?
De arme, teleurgestelde minnaar komt de wereld begeven in het wonderlijke klooster, waar men enkel de droeve verliefden, "les amoureux martyrs", opneemt. In stille samenspraak met den heer Prior doet hij het zachte verhaal van zijn versmade liefde, en wordt vermaand, die te vergeten. Het is onder het middeleeuwsch-satirieke gewaad reeds volkomen de stemming van Watteau en den Pierrot-cultus, slechts zonder maneschijn.—Was zij niet gewoon, vraagt de Prior, u een lieven blik toe te werpen, of in 't voorbijgaan een "Dieu gart" te zeggen?—Zoo ver kwam ik nooit, antwoordt de minnaar: maar 's nachts stond ik drie heele uren voor haar deur, en keek op naar de goot:
"Et puis, quant je oyoye les verrières De la maison qui cliquetoient, Lors me sembloit que mes prières Exaussées d'elle sy estoient."
"Waart ge zeker, dat zij u opmerkte?" vraagt de Prior.
"Se m'aist Dieu, j'estoye tant ravis, Que ne savoye mon sens ne estre, Car, sans parler, m'estoit advis Que le vent ventoit sa fenestre Et que m'avoit bien peu congnoistre, En disant bas: 'Doint bonne nuyt', Et Dieu scet se j'estoye grant maistre Après cela toute la nuyt." [959]
In die zaligheid sliep hij heerlijk:
"Tellement estoie restauré Que, sans tourner ne travailler, Je faisoie un somme doré, Sans point la nuyt me resveiller. Et puis, avant que m'abiller, Pour en rendre à Amours louanges, Baisoie troys fois mon orillier, En riant à par moy aux anges."
Bij zijn plechtige opneming in de orde bezwijmt de dame, die hem versmaad had, en een gouden hartje, geëmailleerd met tranen, dat hij haar geschonken had, valt uit haar kleed.
"Les aultres, pour leur mal couvrir A force leurs cueurs retenoient, Passans temps a clorre et rouvrir Les heures qu'en leurs mains tenoient, Dont souvent les feuilles tournoient En signe de devocion; Mais les deulz et pleurs que menoient Monstroient bien leur affection."
Als de Prior hem ten slotte zijn nieuwe plichten opsomt, en hem waarschuwt, om nooit te luisteren naar den nachtegaal, nooit te slapen onder "eglantiers et aubespines", en vooral nooit in vrouwenoogen te zien, klaagt het gedicht op het thema "Doux yeux" een eindelooze melodie van strofen, die altijd weer varieeren:
"Doux yeulx qui tousjours vont et viennent; Doulx yeulx eschauffans le plisson, De ceulx qui amoureux deviennent...."
"Doux yeulx a cler esperlissans, Qui dient: C'est fait quant tu vouldras, A ceulx qu'ils sentent bien puissans...." [960]
Die zachte, matte toon, die gelaten melancholie heeft ongemerkt in de vijftiende eeuw alle conventioneele vormen der erotiek doordrongen. De oude satire van cynische vrouwenverguizing krijgt er op eens een heel andere, verfijnde stemming door: in de Quinze joyes de mariage is de botte vrouwensmaad van voorheen getemperd door een toon van stille desillusie en gedruktheid, die er het navrante aan geeft van een moderne huwelijksnovelle: de gedachten zijn ijl, vluchtig uitgedrukt; de gesprekken zijn te teer voor de boosaardige bedoeling.
In alles wat de uitdrukking der liefde betrof, had de litteratuur een school van eeuwen achter zich, met meesters van zoo verscheiden geest als Plato en Ovidius, de troubadours en de vaganten, Dante en Jean de Meun.—De beeldende kunst daarentegen was hierin nog buitengewoon primitief, en is dat nog lang gebleven. Eerst in de achttiende eeuw haalt de afbeelding der liefde de beschrijving ervan in verfijning en volheid van expressie in. De schilderkunst der vijftiende eeuw kon nog niet frivool of sentimenteel zijn. Tusschen het kuische en het obscene had zij nog geen uitdrukkingsmiddel gevonden. Van het liefdeleven zegt zij weinig, en dat in naïeve en onschuldige vormen. Wel moet men zich hier opnieuw herinneren, dat het meeste wat er van dien aard bestaan heeft, verloren is. Het zou van buitengewoon belang zijn, als men het naakt van Van Eyck in zijn Vrouwenbad, waarvan Fazio verhaalt, kon vergelijken met zijn Adam en Eva. In de laatste ontbreekt het erotische element volstrekt niet geheel: immers de kunstenaar heeft wel degelijk den conventioneelen code van vrouwenschoonheid gevolgd, in de kleine, te hoog geplaatste borsten, de lange slanke armen, den vooruitstekenden buik. Doch hoe naïef heeft hij dat alles gedaan, zonder eenige zucht of vermogen om te bekoren.—Bekoring moet het essentieele element zijn van het kleine Liefdetooverijtje, wel met 'school van Jan van Eyck' betiteld, [961]een kamer, waar een meisje, naakt, zooals dat bij tooverij hoort, door toovermiddelen den minnaar dwingt, zich te vertoonen. Hier is het naakt van die bescheiden wulpschheid, die zich in Cranach's naaktfiguren voortzet.
Het was geen preutschheid, die de rol der afbeelding in de erotiek zoo beperkt hield. De late Middeleeuwen vertoonen een zonderlinge tegenstrijdigheid tusschen een sterk schaamtegevoel en een verbazende licentie. Voor het laatste is het aanhalen van voorbeelden onnoodig; zij spreekt op iedere bladzijde. De schaamte spreekt bij voorbeeld uit het volgende. Bij de ergste moord- en plunderpartijen laat men den slachtoffers het hemd of de onderbroek; de Burger van Parijs is over niets zoo verontwaardigd als over het feit, dat die regel werd geschonden: "et ne volut pas convoitise que on leur laissast neis leurs brayes, pour tant qu'ilz vaulsissent 4 deniers, qui estoit un des plus grans cruaultés et inhumanité chrestienne à aultre de quoy on peut parler." Bij het verhaal van de wreedheid van den bastaard van Vauru tegen een arme vrouw, is hij nog meer dan van de overige kwellingen ontzet van het schendig stuk, dat hij haar de kleeren kort onder het middel laat afsnijden. [962]—Daarom blijft het dubbel opmerkelijk, dat men aan het vrouwelijk naakt, in de kunst nog zoo weinig gecultiveerd, zulk een vrije plaats gaf in het tableau vivant. Bij geen intocht ontbraken de vertooningen, "personnages", van naakte godinnen of nimfen, door Dürer aanschouwd bij den intocht van Karel V te Antwerpen in 1520, [963]en door Hans Makart misverstaan, alsof de vrouwen meeliepen in den optocht. Deze vertooningen waren op getimmerten op bepaalde plaatsen opgesteld, soms zelfs in het water, zooals de sirenen, die bij de brug in de Leie zwommen, "toutes nues et échevelées ainsi comme on les peint", bij den intocht van Philips den Goede te Gent in 1457. [964]Paris' oordeel was het meest gebruikte onderwerp dezer vertooningen. —Men zoeke er noch Griekschen schoonheidszin noch platte onbeschaamdheid in, maar een naïeve, populaire zinnelijkheid. Jean de Roye beschrijft de sirenen, die bij den intocht van Lodewijk XI te Parijs in 1461, niet ver van een gekruisigde tusschen de twee schakers, stonden opgesteld, in deze woorden: "Et si y avoit encores trois bien belles filles, faisans personnages de seraines toutes nues, et leur veoit on le beau tetin droit, separé, rond et dur, qui estoit chose bien plaisant, et disoient de petiz motetz et bergeretes; et près d'eulx jouoient plusieurs bas instrumens qui rendoient de grandes melodies." [965]Molinet vertelt, met hoeveel welbehagen het volk naar het oordeel van Paris keek bij den intocht van Philips den Schoone te Antwerpen in 1494: "mais le hourd où les gens donnoient le plus affectueux regard fut sur l'histoire des trois déesses, que l'on véoit au nud et de femmes vives." [966]Hoe ver was zuivere schoonheidszin, als men de vertooning van dat onderwerp in 1468 te Rijssel bij den intocht van Karel den Stoute geparodieerd ziet door een zwaarlijvige Venus, een magere Juno en een gebochelde Minerva, met gouden kronen op het hoofd! [967]—Tot diep in de zestiende eeuw bleven de naakte vertooningen in gebruik: te Rennes in 1532 bij den intocht van den hertog van Bretagne zag men een naakte Ceres en Bacchus, [968]en nog Willem van Oranje werd bij zijn inkomst binnen Brussel op 18 September 1578 vergast op een Andromeda, "een ionghe maeght, met ketenen ghevetert, alsoo naeckt als sy van moeder lyve gheboren was; men soude merckelyck geseydt hebben, dattet een marberen beeldt hadde geweest", aldus Johan Baptista Houwaert, die de tableaux gearrangeerd had. [969]
Читать дальшеИнтервал:
Закладка:
Похожие книги на «Herfsttij der Middeleeuwen»
Представляем Вашему вниманию похожие книги на «Herfsttij der Middeleeuwen» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.
Обсуждение, отзывы о книге «Herfsttij der Middeleeuwen» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.