Johan Huizinga - Herfsttij der Middeleeuwen
Здесь есть возможность читать онлайн «Johan Huizinga - Herfsttij der Middeleeuwen» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Жанр: Старинная литература, nld. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.
- Название:Herfsttij der Middeleeuwen
- Автор:
- Жанр:
- Год:неизвестен
- ISBN:нет данных
- Рейтинг книги:3 / 5. Голосов: 1
-
Избранное:Добавить в избранное
- Отзывы:
-
Ваша оценка:
- 60
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
Herfsttij der Middeleeuwen: краткое содержание, описание и аннотация
Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «Herfsttij der Middeleeuwen»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.
Herfsttij der Middeleeuwen — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком
Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «Herfsttij der Middeleeuwen», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.
Интервал:
Закладка:
"'Avant, avant! tirez-vous ça. Je voy merveille, ce me semble.' —'Et quoy, guette, que vois-tu là?' 'Je voy dix mille rats ensemble Et mainte souris qui s'assemble Dessus la rive de la mer....'
Een andermaal zit hij triest en verstrooid aan den maaltijd ten hove; opeens ziet hij, hoe de hovelingen eten: de een kauwt als een varken, de ander knabbelt als een muisje, een gebruikt zijn tanden als een zaag, deze vertrekt zijn gezicht, bij genen veegt de baard op en neer, "al etende leken het duivelen." [945]
Zoodra de litteratuur volksleven schildert, vervalt zij van zelve in dat sappige, met luim gekruide realisme, dat in de beeldende kunst weldra zich zoo bloeiend zou ontwikkelen. Chastellain's beschrijving van den armen boer, die den verdwaalden hertog van Bourgondië opneemt, valt uit als een stuk van Breughel. [946]De Pastorale wordt met haar schildering van etende, dansende en vrijende herders telkens van haar sentimenteele en romantische grondthema afgeleid naar het pad van een frisch naturalisme van licht komische werking. Hier behoort ook de belangstelling voor het havelooze, die zich zoowel in de litteratuur als in de beeldende kunst der vijftiende eeuw reeds begint te openbaren. De kalenderminiaturen markeeren met welgevallen de doorgesleten knieën van de maaiertjes in het koren, of de schilderkunst de lompen van de bedelaars, die barmhartigheid vinden. Hier begint de lijn, die over Rembrandt's etsen en Murillo's bedelknapen naar de straattypen van Steinlen leidt.
Doch hier springt ook weder het groote verschil der picturale en litteraire appreciatie in het oog. Terwijl de beeldende kunst reeds het schilderachtige van den bedelaar ziet, de bekoring van den vorm dus, is de litteratuur enkel nog vervuld van de beteekenis van den bedelaar, 't zij zij hem beklaagt, of prijst, of verwenscht. De prototypen nu van het litteraire realisme der armoede-schildering liggen juist in die verwenschingen. De bedelaars waren in het einde der Middeleeuwen een ontzettende plaag geworden. In de kerken krioelde hun jammerlijke menigte, en belette den dienst met hun geschreeuw en gedruisch; onder hen was veel kwaad volk, "validi mendicantes". Het kapittel van Notre Dame te Parijs tracht in 1428 vergeefs hen naar de kerkdeuren te verwijderen, en slaagt er slechts later in, hen althans uit het koor naar het schip der kerk te verwijzen. [947]Deschamps wordt niet moede, zijn haat tegen die ellendigen te luchten; hij scheert hen allen over één kam als huichelaars en bedriegers: ranselt hen de kerk uit, hangt ze op, verbrandt ze! [948]Vanhier naar de moderne litteraire schildering der ellende schijnt de weg veel langer dan die, welke de beeldende kunst had af te leggen; in de schilderkunst vulde zich het beeld vanzelf met nieuw sentiment, in de literatuur moest het langzaam rijpende sociale gevoel zich eerst geheel nieuwe vormen van uitdrukking scheppen.
Waar het komische element, zwakker of sterker, grover of fijner, in de uiterlijke visie van een geval zelf ligt opgesloten, zooals in het genre en in het burleske, daar kon de beeldende kunst het woord bijhouden. Maar daarbuiten lagen sferen van het komische, die voor picturale uitdrukking volstrekt ontoegankelijk waren, waar kleur noch lijn iets vermocht. Overal waar het komische positief lachwekkend moet zijn, was de litteratuur onbeperkt meester, dus op het zoo welig begroeide gebied van den schaterlach: de klucht, sotternie, boerde, de fabliaux, kortom al de vormen van het grof-komische. Uit dien rijken schat van laat-middeleeuwsche litteratuur spreekt een eigen geest.
De litteratuur is ook meester op het gebied van den matten glimlach, daar, waar de spot zijn hoogste tonen strijkt, zich uitgiet over het ernstigste van het leven, de liefde, en over het eigen leed. De gekunstelde, gepolijste, versleten vormen der erotiek ondergingen een verfijning en zuivering door de bijmenging der ironie.
Buiten het erotische is de ironie nog plomp en naïef. De Franschman van 1400 neemt af en toe nog de voorzichtigheid in acht, die den Hollander van 1900 blijft aanbevolen, om het erbij te zeggen, als hij ironisch spreekt. Deschamps prijst den goeden tijd: alles gaat best, overal heerscht vrede en gerechtigheid:
"L'en me demande chascun jour Qu'il me semble du temps que voy, Et je respons: c'est tout honour, Loyauté, verité et foy, Largesce, prouesce et arroy, Charité et biens qui s'advance Pour le commun; mais, par ma loy, Je ne di pas quanque je pence."
Of elders aan het eind van een ballade van dezelfde strekking: "Tous ces poins a rebours retien"; [949]en in een derde met het refrein: "C'est grant pechiez d'ainsy blasmer le monde":
"Prince, s'il est par tout generalment Comme je say, toute vertu habonde; Mais tel m'orroit qui diroit: 'Il se ment'...." [950]
Zelfs een bel-esprit uit de tweede helft der vijftiende eeuw betitelt een epigram: "Soubz une meschante paincture faicte de mauvaises couleurs et du plus meschant peinctre du monde, par maniere d'yronnie par maître Jehan Robertet." [951]
Hoe fijn daarentegen kan de ironie reeds zijn, zoodra zij de liefde raakt. Zij mengt zich dan met de zachte melancholie, de matte teerheid, die de erotiek der vijftiende eeuw in de oude vormen tot iets nieuws maakt. Het droge hart smelt in een snik. Er klinkt een geluid, dat in de aardsche liefde nog niet was gehoord: de profundis.
Het is de aanbiddelijke zelfbespotting, de figuur van "l'amant remis et renié", die Villon aanneemt, het zijn de matte liedjes der desillusie, die Charles d'Orléans zingt. Het is de lach in tranen: "Je riz en pleurs" is niet enkel Villon's vinding geweest. Een oude bijbelsche gemeenplaats: "risus dolore miscebitur et extrema gaudii luctus occupat", [952]kreeg hier een nieuwe toepassing, een nieuw sentiment, een verfijnde bittere gevoelswaarde. Alain Chartier, de gladde hofpoëet, heeft dit motief evengoed als Villon, de vagebond.
"Je n'ay bouche qui puisse rire, Que les yeulx ne la desmentissent: Car le cueur l'en vouldroit desdire Par les lermes qui des yeulx issent."
Of meer uitgewerkt, van een droeven minnaar:
"De faire chiere s'efforçoit Et menoit une joye fainte, Et à chanter son cueur forçoit Non pas pour plaisir, mais pour crainte, Car tousjours ung relaiz de plainte S'enlassoit au ton de sa voix, Et revenoit à son attainte Comme l'oysel au chant du bois." [953]
Aan het slot van een gedicht verloochent de dichter zijn leed, in den toon van het vagantenlied, zooals hier:
"Cest livret voult dicter et faire escripre Pour passer temps sans courage villain Ung simple clerc que l'en appelle Alain, Qui parle ainsi d'amours pour oyr dire." [954]
Of in een uitgewerkte fantazie, zooals die waarmee koning René zijn eindeloos Cuer d'amour espris besluit: de kamerdienaar komt met een kaars kijken, of 's konings hart niet weg is; maar hij kan geen gat in de zijde ontdekken:
"Sy me dist tout en soubzriant Que je dormisse seulement Et que n'avoye nullement Pour ce mal garde de morir." [955]
De oude conventioneele vormen kregen door het nieuwe sentiment nieuwe frischheid. Niemand heeft de gebruikelijke verpersoonlijking der sentimenten zoo ver doorgevoerd als Charles d'Orléans. Hij ziet zijn hart als een afzonderlijk wezen:
"Je suys celluy au cueur vestu de noir...." [956]
In de oudere lyriek, zelfs in den dolce stil nuovo, waren die verpersoonlijkingen nog strakke ernst geweest. Maar bij Orléans zijn de grenzen van ernst en spot niet meer te trekken; hij chargeert de verpersoonlijking, zonder dat het fijne sentiment te loor gaat:
"Un jour à mon cueur devisoye Qui en secret à moy parloit, Et en parlant lui demandoye Se point d'espargne fait avoit D'aucuns biens quant Amours servoit: Il me dist que très voulentiers La vérité m'en compteroit, Mais qu'eust visite ses papiers.
Quant ce m'eut dit, il print sa voye Et d'avecques moy se partoit. Après entrer je le véoye En ung comptouer qu'il avoit: Là, de ça et de là quéroit, En cherchant plusieurs vieulx caïers Car le vray monstrer me vouloit, Mais qu'eust visitez ses papiers...." [957]
Читать дальшеИнтервал:
Закладка:
Похожие книги на «Herfsttij der Middeleeuwen»
Представляем Вашему вниманию похожие книги на «Herfsttij der Middeleeuwen» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.
Обсуждение, отзывы о книге «Herfsttij der Middeleeuwen» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.