Robert Jordan - Viersprong van de Schemer

Здесь есть возможность читать онлайн «Robert Jordan - Viersprong van de Schemer» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Жанр: Фэнтези, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.

Viersprong van de Schemer: краткое содержание, описание и аннотация

Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «Viersprong van de Schemer»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.

Viersprong van de Schemer — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком

Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «Viersprong van de Schemer», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.

Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Deze keer onderbrak Katerine haar. ‘Ik heb nooit onder Covarla’s bevel gestaan, Narenwin, dus die bevelen zijn op mij niet van toepassing. Morgenochtend ga ik eropuit om die drie of vier vissershutten te vinden.’

‘Maar...’

‘Genoeg, Narenwin,’ zei Katerine met ijzige stem. ‘Je kunt je regelingen treffen met Covarla.’ Ze keek de zuster van haar Ajah vanuit haar ooghoek aan. ‘Ik denk dat je me wel kunt begeleiden, Tarna. Een vissersbootje zou toch wel ruimte voor twee moeten hebben.’ Tarna neeg het hoofd eventjes, mogelijk als dank. De twee Rode zusters sloegen hun mantels om zich heen en schreden naar de deur die dieper het huis in leidde. Narenwin keek ze gekweld na en richtte haar aandacht op Gawein. Ze trok haar gezicht in iets wat op kalme trekken moest lijken.

‘Hebt u enig nieuws over mijn zuster?’ vroeg hij voor ze haar mond kon opendoen. ‘Weet u waar ze is?’

De vrouw was werkelijk vermoeid. Ze knipperde met haar ogen en hij kon bijna zien hoe ze een nietszeggend antwoord stond te bedenken.

Halverwege de kamer bleef Tarna staan. ‘De laatste keer dat ik haar zag, was Elayne bij de opstandelingen.’ Ieder hoofd in de kamer draaide zich naar haar toe. ‘Maar jouw zuster hoeft niet bang voor vergelding te zijn,’ ging ze kalm door, ‘dus zet dat maar uit je gedachten. Aanvaarden kunnen niet kiezen welke zuster ze moeten gehoorzamen. Ik geef je mijn woord dat ze er onder de wet geen blijvende gevolgen van zal ondervinden.’ Ze scheen zich niet bewust te zijn van Katerines ijzige blikken of Narenwins uitpuilende ogen. ‘Dat had u me ook wel eerder kunnen vertellen,’ zei Gawein ruw. Niemand sprak Aes Sedai grof aan, tenminste, niet meer dan één keer, maar het kon hem niet meer deren. Waren de andere twee verbaasd dat Tarna het antwoord wist, of verbaasd dat ze het antwoord gegeven had? ‘Wat bedoelt u met “blijvende gevolgen”?’ Tarna lachte blaffend. ‘Ik kan echt niet beloven dat ze niet een paar blauwe plekken zal oplopen als ze te veel is afgedwaald. Elayne is een van de Aanvaarden, geen Aes Sedai. Maar dat beschermt haar tegen groter kwaad als ze door een zuster op een dwaalspoor is gebracht. En je hebt het nooit eerder gevraagd. Bovendien hoeft ze niet gered te worden, zelfs al zou je daarin slagen. Ze is bij de Aes Sedai. Nu weet je alles wat ik je over haar vertellen kan; ik ga nog een paar uur proberen te slapen voor daglicht. Ik laat je aan Narenwin over.’ Katerine liet haar gaan zonder een spier te vertrekken. Een vrouw van ijs met de ogen van een jachtluipaard. Toen beende ze zelf zo snel de kamer uit dat haar mantel achter haar opwaaide. ‘Tarna heeft gelijk,’ zei Narenwin, toen de deur achter Katerine was dichtgevallen. De kleine vrouw mocht dan in het gezelschap van de andere twee niet de kalmte en geheimzinnigheid van een Aes Sedai tonen, maar in haar eentje bleef ze aardig overeind. ‘Elayne is gebonden aan de Witte Toren. Dat geldt ook voor jou, ondanks al dat gepraat over verstoten. De geschiedenis van Andor bindt je aan de Toren.’

‘De Jongelingen zijn allemaal gebonden aan de Toren door onze eigen keuze, Narenwin Sedai,’ zei Rajar met een formele buiging. Narenwins blikken bleven op Gawein rusten.

Hij sloot zijn ogen om te voorkomen dat hij erin zou gaan wrijven. De Jongelingen waren inderdaad gebonden aan de Toren. Niemand zou ooit vergeten hoe zij op het grondgebied van de Toren zelf gevochten hadden om te verhinderen dat een afgezette Amyrlin gered werd. Ten goede of ten kwade, dit verhaal zou hen tot aan hun graf achtervolgen. En ook hij was erdoor getekend, net als door zijn eigen geheimen. Na al dat bloedvergieten was hij degene geweest die Siuan Sanche vrijuit had laten gaan. Maar wat belangrijker was, was dat Elayne hem aan de Witte Toren gebonden had, en dat gold ook voor Egwene Alveren. Hij wist niet wat de koorden strakker had aangetrokken, de liefde voor zijn zuster of de liefde van zijn hart. Als hij een van hen in de steek liet, liet hij hen alledrie in de steek, en zolang hij ademhaalde zou hij nimmer Elayne of Egwene in de steek kunnen laten.

‘U hebt mijn woord dat ik alles zal doen wat in mijn vermogen ligt,’ zei hij moe. ‘Wat wil Elaida van mij?’

De lucht boven Caemlin was helder. De zon was een bleekgouden bal op haar hoogste punt die een verblindend licht uitstrooide over de witte deken die het omringende landschap bedekte, maar geen warmte gaf. Toch was het warmer dan Davram Bashere thuis in Saldea verwacht had, maar hij had geen spijt van het marterbont waarmee zijn nieuwe mantel was afgezet. Het was in ieder geval zo koud dat zijn adem rijp afzette op zijn dikke snor, waardoor deze witter leek dan waar de jaren voor hadden gezorgd. Hij stond tot zijn enkels in de sneeuw op een helling tussen kale bomen, op een roede afstand van Caemlin. Met een lang, verguld kijkglas tegen zijn oog bespiedde hij de activiteiten beneden hem, ongeveer een span van hem vandaan. Snelvoet stootte achter hem vol ongeduld zijn neus tegen zijn schouder, maar hij sloeg geen acht op de vos. Snelvoet hield er niet van om stil te staan, maar soms kon het nu eenmaal niet anders. Tussen de verspreide bomen lag een uitgestrekt kampement aan beide kanten van de weg naar Tar Valon. Soldaten laadden voorraadwagens uit, groeven latrines, richtten tenten op en bouwden afdaken van onderhout en boomstammen, waarbij elke heer en vrouwe de eigen manschappen dicht om zich heen hield. Ze verwachtten hier zo te zien wel een tijd te bivakkeren. Uit de piketlijnen en de grootte van het kamp maakte hij op dat het om zowat vijfduizend man ging, misschien een paar honderd meer of minder. Dat waren de krijgers. Pijlenmakers, hoefsmeden, wapensmeden, wasvrouwen, wagenrijders en andere volgelingen verdubbelden dat aantal bijna, hoewel zij gewoonlijk hun eigen kampementen aan de randen opsloegen. De meesten stonden meer te staren naar de heuvel waar Bashere stond dan dat ze werkten. Hier en daar hield een soldaat ook even op met werken om naar die plek te staren, maar de vaandeldragers en twee-handmeesters zetten ze snel weer aan het werk. De edelen en officieren die rond het kamp reden, keken niet één keer naar het noorden, voor zover Bashere kon zien. Een plooi in het landschap verborg hen voor de stad, hoewel hij de met zilver doorschoten grijze muren vanaf zijn hoge plek kon zien liggen. Natuurlijk wist de stad dat ze hier waren; ze hadden zichzelf aangekondigd met trompetten en vaandels in het zicht van de muren. Maar buiten het bereik van de boogschutters, natuurlijk.

Een stad belegeren die hoge, sterke muren had die zich meer dan zes roeden om de stad heen uitstrekten, was geen eenvoudige zaak. En hier werd het nog verergerd door Laag Caemlin, de wirwar van stenen huizen en winkels, vensterloze pakhuizen en uitgestrekte markten die buiten de muren van Caemlin lagen. Maar er werden nog zeven kampen rondom de stad opgericht, zodat ze elke weg in de gaten konden houden en elke poort die een uitval van enige omvang toeliet. Ze hadden al patrouilles uitgezonden, en waarschijnlijk zaten er al verspieders in de nu verlaten gebouwen van Laag Caemlin verborgen. Kleine groepen konden misschien de stad binnenglippen, misschien met een paar lastdieren bij nacht, maar dat was bij lange na niet genoeg om een van ’s werelds grootste steden te voeden. Honger en ziekte beëindigden meer belegeringen dan wapens en belegeringstuig ooit konden. De enige vraag was wie er het eerst op de knieën zou worden gebracht: belegeraars of belegerden. Het plan scheen door iemand goed genoeg te zijn uitgedacht, maar wat Davram Bashere verwarde waren de banieren in het kamp beneden hem. Zijn kijkglas was heel sterk en vervaardigd door een Cairhienin die Tovere heette. Het was een geschenk geweest van Rhand Altor en hij kon er de meeste banieren mee onderscheiden als een briesje ze liet wapperen. Hij wist genoeg van Andoraanse wapenkunde af om de eik en de bijl van Dawlin Armaghn en de vijf zilveren sterren van Daerilla Raened eruit te halen, en nog een paar banieren van mindere edelen die Naean Arawns aanspraak op de Leeuwentroon en de Rozenkroon van Andor steunden. Maar hij zag ook de met kruisen bezaaide rode muur van Jailin Maran, Carlys Ankerins twee witte luipaarden en Eram Talkends gouden gevleugelde hand. Volgens alle berichten waren zij eedgezworen aan Elenia Sarand, Naeans rivale. Al die banieren samen met de andere deden hem denken aan wolven en wolfshonden die een maaltje deelden. Met een tonnetje goede wijn om het te beklinken. Er waren nog twee banieren zichtbaar, van glinsterende zijde met gouden franje en ten minste twee keer zo groot als welke andere dan ook. Ze waren te zwaar om door een briesje op te wapperen,. Maar hij had ze al eerder goed kunnen zien, toen de vaandeldragers boven op de heuvel heen en weer reden die hun kamp verborg, de banieren hoog boven hen uit wapperend. De ene was de Leeuw van Andor, wit op rood, dezelfde als die wapperden op de hoge torens die verspreid tussen de muren van de stad stonden. Beide waren verklaringen van iemands recht op de troon en de kroon. De tweede grote banier onder hem vertegenwoordigde de aanspraak op de troon door Elayne Trakands rivale. Vier zilveren manen op een veld van azuur, het teken van het Huis Marne. Was dit allemaal ter ondersteuning van Arymilla Marne? Een maand geleden nog had ze zich gelukkig mogen prijzen als iemand, buiten haar eigen Huis of dat van die halve dwaas Nasin Caeren, haar een bed voor de nacht had aangeboden!

Читать дальше
Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Похожие книги на «Viersprong van de Schemer»

Представляем Вашему вниманию похожие книги на «Viersprong van de Schemer» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.


Robert Jordan - As Chamas do Paraíso
Robert Jordan
Robert Jordan - Het Licht van Weleer
Robert Jordan
Robert Jordan - Mes van Dromen
Robert Jordan
Robert Jordan - Hart van de Winter
Robert Jordan
Robert Jordan - Het Pad der Dolken
Robert Jordan
Robert Jordan - Een Kroon van Zwarden
Robert Jordan
Robert Jordan - Heer van Chaos
Robert Jordan
Robert Jordan - Vuur uit de hemel
Robert Jordan
Robert Jordan - De Herrezen Draak
Robert Jordan
Robert Jordan - Het Oog van de Wereld
Robert Jordan
Отзывы о книге «Viersprong van de Schemer»

Обсуждение, отзывы о книге «Viersprong van de Schemer» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.

x