Harry Harrison - Doodsstrijd In Appsala
Здесь есть возможность читать онлайн «Harry Harrison - Doodsstrijd In Appsala» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Жанр: Фантастика и фэнтези, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.
- Название:Doodsstrijd In Appsala
- Автор:
- Жанр:
- Год:неизвестен
- ISBN:нет данных
- Рейтинг книги:3 / 5. Голосов: 1
-
Избранное:Добавить в избранное
- Отзывы:
-
Ваша оценка:
- 60
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
Doodsstrijd In Appsala: краткое содержание, описание и аннотация
Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «Doodsstrijd In Appsala»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.
Doodsstrijd In Appsala — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком
Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «Doodsstrijd In Appsala», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.
Интервал:
Закладка:
“ Ik zal helpen,” fluisterde Mikah in het voorbijgaan. De man lachte gemeen.
“ Eindelijk verstandig geworden. Alles wordt geregeld.”
Het was volop zomer. De dagen waren warm en vochtig en de lucht koelde pas wat af als het donker was. Jason was aan het uitproberen van zijn stoomlepelblijde toe, en toen werd hij gedwongen zijn stelregel dat hij alleen overdag werkte, te doorbreken. Op het laatste moment besloot hij ’s avonds de proef te doen, want overdag was de hitte niet te dragen als de oliestook-stoomketel op volle kracht draaide. Mikah was water aan het halen voor hun keukentank — dat had hij overdag vergeten — dus had Jason hem niet gesproken toen hij na het eten naar de werkplaats ging. Jasons helpers hadden de ketel heet en onder druk: de proeven begonnen. Door het gesis van ontsnappende stoom en al het andere lawaai van het apparaat merkte hij voor het eerst dat er iets niet in orde was toen er een soldaat naar binnen stormde; het bloed stroomde over zijn leren wambuis uit een wond in zijn schouder waar een kruisboogpijl in stak.
“Aanval — Trozelligoj!” hijgde hij.
Jason schreeuwde bevelen, maar in de algemene ren naar de deur werd er niet op hem gelet. Hij vloekte en bleef even achter om het vuur te temperen en een kraan open te draaien zodat de ketel niet zou ontploffen als hij weg was. Toen ging hij de anderen achterna door de deur, langs het rek waarop zijn experimentele wapens lagen, en zonder stil te staan greep hij een pas gefabriceerde morgenster, een akelig uitziend wapen dat bestond uit een dik handvat waarop een bronzen bol zat met machinaal vervaardigde stalen punten. Hij lag prettig in de hand en floot door de lucht als hij ermee zwaaide.
Hij rende door de donkere gangen naar het geschreeuw in de verte, dat van de binnenplaats scheen te komen. Toenhij langs de trap naar de bovenverdiepingen rende, hoorde hij vaag ergens boven iets kletteren en een gedempt geschreeuw. Toen hij uit de brede hoofdingang kwam die op de binnenplaats uitkwam, zag hij dat het gevecht op zijn eind liep en wel zonder zijn hulp zou worden gewonnen.
Booglampen beschenen het toneel met een hard licht. De sluisdeur die naar de haven leidde was gedeeltelijk open geramd door een schuit met een puntige boeg die daar nog steeds vastlag tussen de versplinterde deuren. De Trozelligoj die er niet in waren geslaagd de binnenplaats binnen te dringen, waren langs de muur aangevallen en ze hadden het grootste gedeelte van de wacht daar omgebracht. Maar voor ze de binnenplaats konden bereiken en via de muur versterkingen konden aanvoeren werden ze tegengehouden door de tegenaanval van de gealarmeerde verdedigers. Nu was een overwinning onmogelijk; ze trokken zich langzaam terug en dekten de aftocht. Er stierven nog steeds mannen, maar het gevecht was afgelopen. In het water dreven lijken, de meeste vol pijlen en de gewonden werden al weggesleept. Hier kon Jason niet veel doen en hij vroeg zich af wat er achter deze middernachtelijke strooptocht stak.
Op hetzelfde moment had hij een voorgevoel dat er nog meer moeilijkheden dreigden. Wat was er verkeerd? De aanval was afgeslagen, toch had hij het gevoel dat er iets niet in orde was, iets belangrijks. Toen herinnerde hij zich de geluiden die hij in het trappenhuis had gehoord — zware voetstappen en wapengekletter. En de schreeuw die plotseling afbrak alsof iemand het zwijgen was opgelegd. Toen hij de geluiden hoorde hadden ze weinig betekend; als hij er al aandacht aan had geschonken, had hij gedacht dat er nog meer soldaten aan het gevecht gingen deelnemen.
“Maar ik was de laatste die de deur uitging! Er kwam niemand van de trap af!” En terwijl hij die woorden uitsprak rende hij al naar de trap en holde hij met drie treden tegelijk naar boven.
Ergens boven zich hoorde hij een bons en het gekletter van metaal op steen. Jason stormde de hal in, struikelde bijnaover een lijk dat daar lag en besefte dat de geluiden van het gevecht uit zijn eigen kamers kwamen. Daarbinnen was het een gekkenhuis, een slachthuis; er was nog maar één lamp heel en in het vage licht daarvan strompelden soldaten over de gebroken overblijfselen van zijn meubilair en stierven ze. De kamers leken wel kleiner nu ze vol waren met vechtende mannen en Jason sprong over een hoopje lijken heen om zich bij de gedunde rijen van de Perssonoj te voegen.
“Ijale,” schreeuwde hij, “waar ben je?” en hij zwaaide de morgenster tegen de helm van een aanvallende soldaat. De man viel en sleurde nog iemand met zich mee en Jason sprong in het gat.
“Daar is hij!” riep een stem uit de achterhoede van de Trozelligoj en Jason werd bijna onder de voet gelopen toen de aanvallers hun aandacht op hem richtten. Er waren er zoveel dat ze elkaar in de weg liepen in hun wanhopige aanval. Ze probeerden hem buiten gevecht te stellen en probeerden zijn benen onder hem uit te maaien of een pijl in zijn arm te schieten. Er sneed een zwaard in zijn kuit voor hij het kon afweren en zijn arm deed pijn van de inspanning om de morgenster als een warrelend doodsweb voor zich rond te draaien. Hij zag alleen de wanhopige mannen die hem aanvielen en hij wist niet dat het nieuws van de aanval was doorgegeven en dat er meer verdedigers waren gearriveerd tot de soldaten voor hem achteruit werden gedrongen door een stormloop van Perssonoj.
Jason wiste met zijn mouw het zweet uit zijn ogen en strompelde achter hen aan. Er waren nu meer fakkels en hij zag dat de overvallers die nu in de minderheid waren zich terugtrokken en schouder aan schouder de aftocht dekten terwijl anderen probeerden door de brede ramen te klimmen die op het kanaal uitkwamen. Zijn zorgvuldig aangebrachte glazen ramen waren nu een tapijt van scherven; in de kozijnen en de muur zaten haken en enterijzers en door de opening liepen dikke touwen naar buiten.
Een groep boogschutters stormde naar binnen en schoot de laatsten uit de achterhoede neer, en Jason leidde de stormloop naar het raam. Langs de muur verdwenen donkere gestalten uit het gezicht die in wanhopige haast langs de afhangende touwladders naar beneden klommen. De schreeuwende overwinnaars begonnen de touwen door te zagen tot Jason hen met een armzwaai opzij duwde.
“Nee — achter hen aan!” schreeuwde hij en hij zwaaide zijn been over de vensterbank. Met het handvat van de morgenster tussen zijn tanden klom hij de zwaaiende touwladder af en hij vervloekte binnensmonds de slingerende sporten. Toen hij onderaan kwam zag hij dat de uiteinden van de touwen in het water hingen en hij hoorde het geluid van snelle roeiriemen die in het duister verdwenen. Plotseling besefte Jason dat zijn been pijnlijk was gewond en dat hij doodop was; hij ging niet proberen weer omhoog te klimmen.
“Laat ze een boot brengen,” zei hij tegen de soldaat die achter hem aan naar beneden was geklommen. Toen hing hij daar met zijn arm over een sport tot de boot arriveerde. De Hertug zelf stond met een getrokken zwaard voorin de boeg.
“Wat is dit voor een aanval? Wat heeft hij te betekenen?” vroeg de Hertug. Jason hees zich moeizaam in de boot en liet zich op een bank vallen.
“Dat is nu duidelijk genoeg — de hele aanval was alleen maar bedoeld om mij in handen te krijgen. De aanval op de sluis moest helemaal niet slagen, dat was gewoon een afleidingsmanoeuvre terwijl het echte plan om mij te ontvoeren werd uitgevoerd. Het was louter toeval dat ik vanavond in de werkplaats was — gewoonlijk slaap ik om deze tijd.”
“Wie zou jou willen hebben? Waarom?”
“Is het nu nog niet tot je doorgedrongen dat ik het meest waardevolle bezit in Appsala ben? De Mastreguloj waren de eersten die dat beseften; die slaagden er ook in me te ontvoeren, wat je je nog wel zult herinneren. We hadden op onze hoede moeten zijn voor een aanval van de Trozelligoj; ze moeten toch nu wel weten dat ik stoommachines maak, hun oude monopolie.”
Читать дальшеИнтервал:
Закладка:
Похожие книги на «Doodsstrijd In Appsala»
Представляем Вашему вниманию похожие книги на «Doodsstrijd In Appsala» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.
Обсуждение, отзывы о книге «Doodsstrijd In Appsala» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.