‘Waarheen? Waarom?’
‘Dat moet jij me vertellen! Louis Wu heeft verstand van duels, toch? Wil je iets drinken?’ Verst-in-de-achterhoede kwam naast hem staan en reikte een fles aan. Louis pakte de fles en nam een teugje. Een of andere bouillon. ‘Lekker.’
Nu eens even nuchter nadenken. Het blok graniet stond weer op zijn plaats en Verst-in-de-achterhoede bevond zich in het bemanningsverblijf, nog steeds opgesloten, net als Louis zelf.
‘Hij is ergens heen waar hij een drukpak nodig zal hebben,’ zei Louis. ‘Momenteel is hij nergens. Verst-in-de-achterhoede, waar zou Bram blijven als je nu het systeem van de stapschijven uitschakelde?’
‘Veiligheidsvoorzieningen verhinderen dat.’
‘En als we het systeem simpelweg opblazen met de laserflitser? Ach, verrek, hij heeft de flitser, en het variantmes.’
‘Het systeem is geïntegreerd in de romp, Louis.’
‘Stuur hem dan naar de Mons Olympus! Waar wil hij in hemelsnaam naar toe? Misschien is hij er al gearriveerd. Laat dat schema eens zien!’
Verst-in-de-achterhoede maakte wat muziek. Er gebeurde niets.
Ik ben buitengesloten!’ zei Verst-in-de-achterhoede. ‘Bram heeft mijn programmeertaal geleerd. Hij heeft me de controle over de stapschijven ontnomen!’ Hij liet zich door zijn benen zakken en verstopte zijn hoofden in zijn knieholten.
Louis probeerde de rand van de stapschijf omhoog te tillen, maar hij kreeg er geen beweging in. Bram had de zaken volledig in de hand! Die verrekte concerten van hem waren niet zo maar een hobby geweest. Bram had zijn hybridische handgemaakte instrument gebruikt om zich te oefenen in de muzikale commandotaal van Verst-in-de-achterhoede!
Er gebeurde iets: het beeld op het scherm van het netwerkoog op de achtervolgende slee trilde en schokte. ‘Verst-in-de-achterhoede!’ riep Louis. ‘Draai de camera! We kijken de verkeerde kant op!’
De Poppenspeler verroerde zich niet.
Aan het schermbeeld was te zien dat de slee kantelde, tegen de zijkant van de magneetrail botste en tollend werd teruggekaatst. Het was duidelijk dat er een aanval had plaatsgevonden.
De Poppenspeler strekte zijn ledematen en ontvouwde zich.
De magneetslee klapte nu hard tegen de andere zijwand van de rail. Het schermbeeld sidderde en flikkerde, en toen het tot rust was gekomen was er uitsluitend een zilveren filigraanpatroon te zien.
De Poppenspeler floot en de blikrichting veranderde: nu zagen ze in het licht van de sterren hoekige stapeltjes versplinterd glas. Kogels hadden de slee in gruzelementen geschoten en de werktuigen die in de bak hadden gelegen waren overdekt met de glasscherven van de opstaande randen. De meeste van deze werktuigen waren onherkenbaar geweest, en nu ze in puin lagen was dat er niet beter op geworden. Er was echter een uitzondering.
Uit het aanflitsen en wegflitsen van Acoliet en Louis moest Fluister de werking van de stapschijf hebben afgeleid. Kennelijk had ze de schijf losgerukt van de sonde en in de laadbak van de slee gelegd — want daar lag ze nu, onbeschadigd.
Drie ruimtepakken sprongen gelijktijdig de bak van de slee in. Twee ervan besproeiden alles wat een beetje groot was met lasers en wrikten vervolgens aan alles wat een beetje wrikbaar was in een jachtige speurtocht naar een beschermheer die zich misschien tussen de wrakstukken verborgen hield. Maar geen spoor van Fluister.
Twee beschermheren pakten de stapschijf op en hielden haar omhoog, zodat nummer drie de onderkant kon inspecteren. Daarna draaiden ze de voorkant van de schijf naar hem toe. De vampier moest het ding veeleer gevaarlijk dan nuttig achten, want hij richtte zijn wapen en vuurde er een smalle, felle laserstraal op af. Die straal schoot recht naar boven vanuit de stapschijf in het bemanningsverblijf en begon het plafond te verzengen.
Hoewel hij zich niet kon herinneren dekking te hebben gezocht, bevond Louis zich opeens intiem zij aan zij met Verst-in-de-achterhoede achter het uitstekende gedeelte van de keukenwand. Verst-in-de-achterhoede had zich in elkaar gerold en leek niet van plan daar nog ooit iets aan te veranderen.
Louis stak zijn hoofd om het hoekje.
De vampier-beschermheer had de stapschijf opgepakt en probeerde haar nu over de rand van de magneetrail te tillen, maar opeens werd de schijf loodzwaar en uit zijn handen gerukt door het gewicht van een indringer.
De indringer — Bram! — trof de wegspringende andere beschermheer met een flitsende zweepslag van het variantmes, en die ander —
Collier? — viel in twee stukken uiteen, doormidden gesneden door een metertje of twee monodraad in een stasisveld. Uit beide helften stegen dampwolkjes op. Colhers torso bezat echter nog armen en een daarvan kwam omhoog met het vervaarlijke laserpistool in de aanslag.
Bram zwiepte nogmaals met zijn variantmes en het laserwapen viel.
Waar ze ook vandaan was gekomen — Fluister was er nu ook. Twee druipberg-beschermheren stonden tegenover twee vampier-beschermheren.
De Poppenspeler bevond zich nog steeds in een soort catatonische toestand. Louis probeerde via het netwerkoog te volgen wat er gebeurde. Het was niet eenvoudig.
De druipberg-beschermheren hadden niet aangevallen.
Fluister droeg een pak zoals het hunne; zij zou met hen kunnen praten. Louis hoorde Bram nahijgen van zijn inspanning, maar praten deed hij niet. Zijn ruimtepak beschikte niet over de juiste apparatuur.
Hij knipperde met zijn helmlamp naar Fluister. Verrek, dat moest de spiegeltaal van de Demonen zijn! En nu begonnen ook de anderen hun helmlamp te gebruiken.
Het duurde een hele poos, maar ten slotte werd er overeenstemming bereikt.
De druipberg-beschermheren tilden de geruïneerde slee niet zonder moeite op. Bram gaf zijn wapen aan Fluister en hielp het tweetal de slee over de rand te duwen, de ruimte in.
Ze legden de stapschijf in de onbeschadigde magneetslee. De twee vampier-beschermheren stapten in de bak, vervolgens de twee druipberg-beschermheren. De slee begon zich langzaam achteruit te bewegen. Terwijl de slee op gang kwam, spoot Bram een netwerkoog op de rail en vervolgens een op de slee zelf.
Toen maakte Bram het geluid van een spelend orkest dat wordt neergeschoten door een stelletje gangsters. Hij stapte op de schijf en flitste weg, verdwenen, en even later al hier. Terwijl zijn beeld op het scherm nog leek na te gloeien, stapte hij in de cabine van de schijf af en klapte zijn helm naar achteren. De harde kaken van zijn snavelvormige mond omklemden een primitief soort dwarsfluit.
Wanneer een Poppenspeler geschokt is, verliest hij de controle — niet over zijn stem, maar over zijn emotionele klanksignalen. De zangerige stem van Verst-in-de-achterhoede klonk dan ook steriel en bijna toonloos. ‘Je hebt mijn programmeertaal geleerd.’
Bram borg de fluit op. ‘Ons contract verbiedt het niet.’
‘Het ontstelt me.’
‘Hebben jullie kunnen volgen wat er gebeurd is? Nee? Van de bloedkinderen van Mary-Shelley hebben we Lovecraft en Collier gedood. De dienaren van Collier zeggen dat de dienaren van Lovecraft bereid zijn vracht te laden. We verwachten dat ze ons zullen helpen. Nu is alleen King nog over. Als King dood is, zal Fluister de randmuur beheersen en ik het Reparatiecentrum. Dan kunnen we misschien iets voor elkaar krijgen.’
De keuken leverde een fles en Bram dronk met lange teugen. Louis zag dat hij het grote laserpistool had meegebracht. Als hij daarmee begon te schieten zou waarschijnlijk niemand in het bemanningsverblijf het overleven.
Bram keek hem aan. ‘Louis Wu, wat zou jij nu doen?’
‘Wel, ze moet King doden. Het is te laat voor welk alternatief dan ook. Ik? Mijn ruimtepak zou me twee falans lang in leven houden, dus ik hoef niet aan boord van een magneetslee te klimmen en die te laten versnellen tot dik twaalfhonderd kilometer per seconde om straks als schietschijf voor King te dienen. Ik zou op mijn gemak terugkeren naar de goede sectie van de randmuur en naar boven klimmen.’
Читать дальше