Ik wist heel goed dat mijn Ruiter niet de enige was in de wereld. Tijdens mijn lange en vruchtbare carrière was ik verschillende andere in een onzichtbare wolk gewikkelde roofdieren tegengekomen, wat op net zo’n lifter duidde als die van mij. En het sprak vanzelf dat ze een keer ergens moesten zijn ontstaan, en niet alleen bij mij en in mijn tijd. Schandelijk genoeg had ik me nooit afgevraagd waarom of waar die innerlijke stemmen vandaan kwamen. Nu de hele nacht zich in de vredige rust van het forensisch lab voor me uitstrekte, kon ik deze tragische omissie rechtzetten.
En zonder ook maar aan mijn eigen veiligheid te denken, stoof ik dus zonder angst internet op. Uiteraard hielp het niet bepaald als ik op ‘Zwarte Ruiter’ zocht. Dat was per slot van rekening mijn eigen term. Maar voor de veiligheid probeerde ik het toch, en vond niets anders dan een paar onlinespelletjes en een paar blogs die waarachtig door iemand aan de juiste autoriteiten zouden moeten worden gerapporteerd, wie ook die het toezicht hield op tienerangstgevoelens.
Ik zocht op ‘innerlijke metgezel’, ‘inwendige vriend’ en zelfs ‘geestesgids’. Opnieuw kreeg ik een paar heel interessante resultaten waarvan je je af ging vragen waar het met deze vermoeide oude wereld naartoe ging, maar niets wat een licht wierp op mijn probleem. Maar voor zover ik wist was er nooit slechts één exemplaar van wat dan ook, en de kans bestond dat ik er eenvoudig niet in slaagde de juiste zoektermen te bedenken om te vinden wat ik nodig had.
Goed dan: ‘innerlijke gids’. ‘Intern adviseur’. ‘Verborgen helper’. Ik probeerde zo veel mogelijk combinaties als ik kon bedenken, verplaatste de bijvoeglijke naamwoorden, liep synoniemenlijsten door, terwijl ik me voortdurend verwonderde over het feit hoezeer newagepseudofilosofie internet had overgenomen. En toch kreeg ik niets onheilspellenders dan een methode waarmee ik door middel van mijn machtige onderbewuste een klapper in onroerend goed kon maken.
Er was echter één interessante verwijzing naar Salomo, van Bijbelse naam en faam, die beweerde dat de oude wijze heer heimelijk refereerde aan een of andere innerlijke koning. Ik zocht naar wat belangwekkende stukjes informatie over Salomo. Wie had kunnen denken dat die Bijbelse nonsens interessant en relevant was? Maar toch, als we hem zien als een wijze, joviale ouwe vent met een baard, die voor de grap opperde om een baby doormidden te snijden, dan gaan alle mooie gedeelten onze neus voorbij.
Bijvoorbeeld, Salomo bouwde een tempel voor iets wat Moloch heette, klaarblijkelijk een van de kwade oudere goden, en hij vermoordde zijn broer, omdat die vanbinnen ‘verdorven’ zou zijn. Vanuit Bijbels perspectief kon ik heel goed begrijpen dat een innerlijke verdorvenheid een mooie beschrijving voor een Zwarte Ruiter kon zijn. Maar als er al een verband was, sloeg het dan werkelijk ergens op dat iemand met een ‘innerlijke koning’ iemand zou vermoorden die bezeten was door verdorvenheid?
Mijn hoofd tolde ervan. Moest ik soms geloven dat koning Salomo zelf feitelijk een eigen Zwarte Ruiter had? Of, omdat hij zogenaamd een van de goeieriken uit de Bijbel was, moest ik het dan zo interpreteren dat hij er een bij zijn broer aantrof en hem om die reden heeft vermoord? En in tegenstelling tot wat men ons heeft doen geloven, meende hij het werkelijk toen hij voorstelde om de baby in tweeën te snijden?
En het belangrijkste van alles, deed het er echt toe wat er een paar duizend jaar geleden aan de andere kant van de wereld is gebeurd? Zelfs als we zouden aannemen dat koning Salomo een van de oorspronkelijke Zwarte Ruiters had, wat had ik daar dan aan om mijn aanminnige dodelijke mij terug te krijgen? Wat dééd ik feitelijk met al deze fascinerende, historische wetenswaardigheden? Niets daarvan vertelde me waar de Ruiter vandaan was gekomen, wat hij was of hoe ik hem kon terugkrijgen.
Ik had geen flauw benul. Oké, het was duidelijk tijd om het bijltje erbij neer te gooien, mijn lot te aanvaarden, mezelf aan de genade van het gerecht over te leveren, de rol van Dexter de rustige familieman annex voormalige Donkere Wreker aan te nemen. Me neerleggen bij het idee dat ik nooit meer de harde, koele aanraking van het maanlicht op mijn gespannen zenuwpunten zou voelen wanneer ik als de incarnatie van koud, scherp staal door de nacht glip.
Ik probeerde iets te bedenken wat me zou inspireren tot nog grotere hoogten op het pad van mijn mentale onderzoeksinspanningen, maar het enige wat in me opkwam was een passage uit een gedicht van Rudyard Kipling: ‘Als je het hoofd koel kunt houden wanneer alle anderen het verliezen’, of woorden van gelijke strekking. Het leek niet genoeg. Misschien hadden Ariel Goldman en Jessica Ortega Kipling uit het hoofd moeten leren. Hoe dan ook, ik was weinig opgeschoten met mijn zoektocht.
Prima. Hoe kon je de Ruiter nog meer noemen? ‘Sardonisch commentator’, ‘alarmsysteem’, ‘inwendige cheerleader’. Ik liep ze allemaal na. Sommige resultaten voor inwendige cheerleader waren werkelijk behoorlijk schrikbarend, maar hadden niets met mijn zoektocht te maken.
Ik had ‘waker’, ‘innerlijke waker’, ‘duistere waker’ en ‘verborgen waker’ geprobeerd.
Nog één laatste poging, die mogelijk te maken had met het feit dat mijn gedachten opnieuw naar voedsel afdwaalden maar niettemin heel logisch: ‘hongerige waker’.
Opnieuw bestonden de hits overwegend uit newagegeklets. Maar één blog trok mijn aandacht en ik klikte erop. Ik las de openingszin en hoewel ik nog nét niet ‘bingo’ zei, raakte dit zeer zeker de kern van wat ik in gedachten had.
‘Opnieuw de nacht in met de Hongerige Waker,’ zo begon het. ‘De donkere straten afstruinen waar het krioelt van prooien, langzaam tussen het wachtende feestmaal door rijden en de trek van het bloedgetij voelen dat weldra zal oprijzen en ons met vreugde zal overspoelen…’
Nou ja. Het proza was wellicht wat hoogdravend. En het gedeelte over het bloed was wat ranzig. Maar los daarvan was het een behoorlijk rake beschrijving van wat ik voelde wanneer ik op een van mijn avontuurtjes ging. Het zag er heel erg naar uit dat ik een geestverwant had gevonden.
Ik las door. Het kwam helemaal overeen met mijn eigen ervaringen, de nacht doorkruisen met een hongerige verwachting terwijl je door een fluisterend sissende, innerlijke stem werd geleid. Maar dan, toen het verhaal op het punt kwam waar ik toegeslagen en gehakt zou hebben, verwees deze verteller in plaats daarvan naar ‘de anderen’, gevolgd door drie symbolen uit een alfabet dat ik niet herkende.
Of wel?
Koortsachtig griste ik over mijn bureau naar de map met het dossier van de twee onthoofde meisjes. Ik rukte de stapel foto’s eruit, bladerde erdoorheen en… daar was het.
Op de oprit van dr. Goldmans huis gekalkt, dezelfde drie letters die eruitzagen als een misvormde MLK.
Ik keek naar mijn computerscherm: ze kwamen overeen, geen twijfel mogelijk.
En wel zozeer dat het geen toeval kon zijn. Dit was duidelijk iets heel belangrijks; misschien zelfs de verklaring voor deze hele puinhoop. Ja, extreem veelzeggend, met slechts een kleine kanttekening: veelzeggend waarvoor? Wat betekende het?
En alsof dat nog niet genoeg was, wat had deze specifieke aanwijzing dan met mij te maken? Ik was hier om aan mijn eigen persoonlijke probleem te werken, van een vermiste Ruiter, was dat ’s avonds laat gaan doen zodat ik niet door mijn zus of andere eisen van mijn werk zou worden lastiggevallen. En wilde ik nu mijn probleem oplossen, dan moest ik me klaarblijkelijk met Deborahs zaak gaan bezighouden. Waarom was alles zo oneerlijk?
Nou ja, als er werkelijk een beloning op klagen was uitgeloofd, dan had ik die tijdens een leven vol lijden en verbale vaardigheid nog niet gezien. Dus ik kon net zo goed aangrijpen wat me werd aangeboden en kijken waar dat toe leidde.
Читать дальше