Albert Baantjer - De Cock en danse macabre
Здесь есть возможность читать онлайн «Albert Baantjer - De Cock en danse macabre» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Город: Baarn, Год выпуска: 2005, ISBN: 2005, Издательство: De Fontein, Жанр: Детектив, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.
- Название:De Cock en danse macabre
- Автор:
- Издательство:De Fontein
- Жанр:
- Год:2005
- Город:Baarn
- ISBN:90-261-0427-8
- Рейтинг книги:3 / 5. Голосов: 1
-
Избранное:Добавить в избранное
- Отзывы:
-
Ваша оценка:
- 60
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
De Cock en danse macabre: краткое содержание, описание и аннотация
Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «De Cock en danse macabre»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.
De Cock en danse macabre — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком
Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «De Cock en danse macabre», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.
Интервал:
Закладка:
De Cock glimlachte. Plotseling was wijlen de heer Nicolaas van Noordeinde hem bijzonder sympathiek. Hij hield van mannen, in wie het kind was blijven leven.
De grijze speurder trok zijn gezicht weer in een ernstige plooi en wuifde naar de man naast hem.
‘U zou dat nooit hebben gedaan… al die klokken laten spelen?’
Franciscus Froombosch schudde zijn hoofd.
‘De mogelijkheid dat een van die oude uurwerken het begeeft, zou mij daarvan weerhouden.’
De Cock knikte begrijpend.
‘Toen ik u vroeg wat ons het genoegen verschafte van uw komst, zei u: de dood… de dood van uw goede vriend Nicolaas van Noordeinde.’ De oude rechercheur zweeg even. ‘Hebt u daaraan nog iets toe te voegen… iets wat voor ons van belang kan zijn?’
Franciscus Froombosch boog zijn hoofd.
‘Ik vroeg mij af wat er met zijn klokkenverzameling is gebeurd.’
De Cock keek hem strak aan.
‘Die is weg.’
Het gezicht van Franciscus Froombosch versomberde.
‘Daar was ik al bang voor,’ sprak hij traag knikkend en met een hese stem. ‘Daar was ik al bang voor. Drie van ons Klavertje van Vier heeft hij nu al te pakken.’ De oude heer keek naar De Cock op. In zijn ogen lag een smekende blik. Met een beverige hand hield hij zijn wandelstok omhoog. ‘U hebt gelijk… ik vrees dat mijn oude degenstok tegen de dood een onvoldoende wapen is. U moet mij helpen… mij beschermen. Ik wil mijn fraaie verzameling netsukes niet kwijt… en bovenal… ik wil niet dood.’
De Cock keek de oude Franciscus Froombosch na toen die met gebogen hoofd, zijn degenstok tikkend tegen de vloer, de recherchekamer uit stapte. Het was de grijze speurder wat vreemd te moede. Was er een gevaar dat de oude man bedreigde? Wat voor een gevaar? En als er al een gevaar was… hoe kon hij hem daartegen afdoende beschermen?
Vledder keek naar de grote klok boven de deur.
‘Het is alweer elf uur,’ mompelde hij.
De jonge rechercheur blikte naar De Cock.
‘Gaan we naar huis?’ vroeg hij geeuwend.
De grijze speurder knikte.
‘Ga jij maar. Morgenochtend zien we elkaar weer.’
Vledder keek hem verbaasd aan.
‘Ga jij niet?’
De Cock schudde zijn hoofd. Hij rolde zijn bureaustoel op wieltjes wat naar achter en stond op.
‘Ik heb nog een missie,’ sprak hij raadselachtig. ‘Een bezoek aan een oude vriend.’ Licht waggelend slenterde hij naar de kapstok, wurmde zich in zijn regenjas, pakte zijn oude hoedje op en schoof het achter op zijn hoofd. Zwaaiend liep hij de recherchekamer uit.
Via de Oudebrugsteeg, de Nieuwezijds Kolk, langs het Korenmetershuisje liep hij naar de Nieuwezijds Voorburgwal en stak de rijbaan over. Na een paar steegjes kwam hij op de Blauwburgwal en bereikte via de Heren- en de Prinsenstraat, de Prinsengracht.
Peinzend sjokte hij over het smalle trottoir. Het was stil op de gracht, bijna beangstigend stil. Het geraas van het verkeer was ver weg. Langs de wallenkant tussen de bomen scharrelde een eenzame rat.
De Cock merkte hem niet op. De doden in hun mallotige maillots spookten door zijn gedachten. Was het moord… moord zonder vergif… zonder verwondingen… zonder letsel?
Hij stak de rijbaan van de Westerstaat over en liep naar de Noordermarkt. Achter de hervormde kerk, voor een klein huisje met een groot hoog raam, bleef hij staan. Midden op de ruit, in sierlijke krulletters, stond Peter Karstens en daaronder, in letters van veel kleiner formaat, schilder-kunstenaar .
De Cock schoof de mouw van zijn regenjas iets omhoog en keek op zijn horloge. Het was tien voor half twaalf. Hij gleed met duim en wijsvinger over zijn neusvleugels en grinnikte. ‘Een onchristelijke tijd voor een bezoek,’ mompelde hij binnensmonds. Toch rukte hij met enig welbehagen aan de glimmend gepoetste koperen trekker.
Ver weg, in het inwendige van het huis, rinkelde een bel. De Cock voelde zich niet bezwaard. Hij kende reeds lang de gewoonten van de bewoner en wist dat die meestal tot diep in de nacht in de weer was.
Het duurde nog geen twee minuten, of de deur werd geopend. Een man met donkerblond warrig haar, gekleed in een slobberbroek en een glanzende zwartzijden blouse, keek hem aan. De wenkbrauwen gefronst. Zijn grote bruine ogen glommen van verwondering.
‘De Cock,’ riep hij verrast. ‘Wat haal jij in je hoofd! Dit is toch geen uur om iemand te arresteren?’
De Cock lachte.
‘Je moet niet van die akelige dingen zeggen,’ sprak hij bestraffend. ‘Ik kom gewoon even op bezoek.’
De kunstenaar aarzelde even. Toen maakte hij een lichte buiging en spreidde zijn armen. In zijn blouse met wijde mouwen was dat een sierlijk gebaar.
‘Ambtelijk grootinquisiteur… snood en geniepig belager van weduwen, maagden en wezen,’ schertste hij breed lachend, ‘treed binnen.’
De Cock reageerde niet. Hoofdschuddend stapte hij langs hem heen. Na het voorportaal belandde hij in een hoog, diep vertrek. Het was er schemerig. Het enige licht kwam van een straatlantaarn voor het huis, aan de rand van het trottoir. Het wierp lange schaduwen over ezels met half afgemaakte schilderijen.
Peter Karstens ging De Cock voor naar een trap, die aan het einde van het vertrek draaiend omlaag liep. Na een korte smalle gang kwamen ze in een intieme ruimte met een lage zoldering.
Op een ruwhouten tafel brandden flakkerend een paar kaarsen naast flessen rode wijn en fraai geslepen kristallen bokalen. Twee ervan waren half gevuld.
De Cock keek rond. Plotseling ontdekte hij een jonge vrouw. Hij schatte haar op achter in de twintig. Ze zat schuin op een brede leren bank. In het halfduister had hij haar aanvankelijk niet opgemerkt. Ze was mooi, vond hij, uitzonderlijk mooi. In het schijnsel van het kaarslicht was ze van een bijna serene schoonheid. Haar huid glansde zacht. Boven een korte zwarte rok met een split droeg ze een ruim geplooide blouse, die haar boezem nauwelijks verhulde. Lang zwart haar golfde over haar halfblote schouders. Toen ze even bewoog, zag De Cock dat het split in haar rok tot heel hoog reikte. Het maakte hem wat duizelig. Zijn puriteinse ziel raakte bij een dergelijke aanblik altijd wat in de war.
Peter Karstens wees in haar richting.
‘Mag ik je even voorstellen… Maria.’ De kunstenaar aarzelde. ‘Of was ze er de vorige keer ook al?’
De Cock slikte.
‘Ze… eh, ze was er de vorige keer ook al,’ antwoordde de grijze speurder timide. ‘En… eh, ze is nog steeds even mooi.’
Peter Karstens stak zijn armen omhoog.
‘Luister,’ galmde hij ontroerd, ‘een wonder… een absoluut wonder… een ambtenaar met gevoel voor schoonheid.’
In zijn stem trilde een ondertoon van spot.
De Cock ging er achteloos aan voorbij. De spot deerde hem niet. Hij wist dat de kunstenaar voortdurend met de maatschappij in onmin leefde. Peter Karstens was een vrijbuiter, een boekanier met een ontembare kunstenaarsziel, die niet paste in het keurslijf van een geordende samenleving.
Peter Karstens wees naar de flessen op de ruwhouten tafel. ‘Een verrukkelijke bourgogne,’ riep hij opgetogen. ‘Een Savigny-les-Beaune van een gezegend wijnjaar.’ De kunstenaar pakte een schoon glas en schonk behoedzaam in. Daarna keek hij op. ‘Je drinkt toch een glas mee?’
De Cock knikte nadrukkelijk.
‘Graag.’
De schilder zette de fles op tafel terug en ging tegenover hem op de bank zitten. Om zijn mond gleed een zoete glimlach. ‘Gewoon op bezoek,’ sprak hij spottend. Hij blikte op zijn horloge. ‘Een ambtenaar… op dit uur.’ Hij schudde zijn hoofd. ‘Het spijt me, maar daar geloof ik niet in.’
De Cock reageerde niet direct. Hij pakte zijn glas op en proefde. De wijn was werkelijk voortreffelijk.
‘Je weet,’ sprak hij met het glas nog in zijn hand, ‘dat ik een grote bewondering heb voor schilders van het impressionisme: Monet, Renoir, Cézanne, Toulouse-Lautrec.’ Hij zette zijn glas voorzichtig voor zich neer. ‘Ik heb kort geleden een man ontmoet,’ ging hij verder, ‘die bezeten was van de schilderijen van Marc Chagall.’ De oude rechercheur zweeg even, peilde de reacties op het gezicht van Peter Karstens. ‘Hij kocht ze al toen Marc Chagall nog geen naam had gemaakt… nog niet beroemd was. Toen de man stierf hingen er nog steeds schilderijen van Marc Chagall aan de wanden van zijn huis. Zij waren alleen niet echt meer… niet origineel… maar kunstige vervalsingen.’
Читать дальшеИнтервал:
Закладка:
Похожие книги на «De Cock en danse macabre»
Представляем Вашему вниманию похожие книги на «De Cock en danse macabre» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.
Обсуждение, отзывы о книге «De Cock en danse macabre» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.