Albert Baantjer - Rechercheur Versteegh en de dertien katten

Здесь есть возможность читать онлайн «Albert Baantjer - Rechercheur Versteegh en de dertien katten» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Город: Baarn, Год выпуска: 2000, ISBN: 2000, Издательство: De Fontein, Жанр: Детектив, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.

Rechercheur Versteegh en de dertien katten: краткое содержание, описание и аннотация

Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «Rechercheur Versteegh en de dertien katten»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.

Rechercheur Albert Versteegh ontvangt een briefje met het verzoek een bezoek te brengen aan een oude man die zijn einde voelt naderen. Versteegh vindt de briefschrijver in een verwaarloosd kamertje, te midden van dertien katten. Volgens de oude man belichamen twee katten zijn vrouw en zijn geestelijk gestoorde zoon. Maar bij de burgerlijke stand is niets bekend van hun overlijden. Er moet sprake zijn geweest van moord. Het spoor van de moord loopt langs heel duistere wissels. Voor Baantjer is dit boek, dat eerder verscheen onder de titel De dertien katten, een van zijn geliefdste romans gebleven.

Rechercheur Versteegh en de dertien katten — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком

Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «Rechercheur Versteegh en de dertien katten», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.

Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Actus non facit reum nisi sit rea .

In hoeverre was dominee Kater schuldig, niet schuldig in de zin der wet, maar schuldig volgens zijn eigen geest? Daar moest ik achter zien te komen. Het moest, voor mijn eigen gemoedsrust. Ik voelde me nerveus en gespannen.

Plotseling stond hij voor me, in een zwart kostuum dat slobberde om zijn magere lijf. Ik had het hem gestuurd, op zijn verzoek, uit zijn garderobe in Huize Gods.

Ik had hem nog nooit staande gezien. Hij was maar klein.

Achter hem doemde een levensgrote bewaker op. “Als u met hem klaar bent, belt u maar.”

Ik knikte vaag en de bewaker verdween.

De dominee zag er goed uit. Zijn wangen waren iets voller dan toen ik hem in het ziekenhuis bezocht. Over zijn zilverwitte haren lag een zachte glans. We stonden enige ogenblikken zwijgend tegenover elkaar. Bij zijn ogen plooiden zich kleine rimpeltjes als van een lach. Toen stak hij mij een hand toe. Een knokige hand, waarop grillige aderen, die blauw afstaken tegen de intense bleekheid van de huid. Het was dezelfde hand, waarin hij jaren geleden de bijl had gehouden.

“Neemt u plaats,” zei ik vormelijk.

Enigszins bevend trok hij een stoel onder de tafel vandaan en ging zitten. Het kostte hem moeite. Zijn lichaam trilde van inspanning.

De bleef staan, rechtop, mijn benen iets van elkaar. Het was een houding, die ik onbewust had aangenomen om mijn eigen kleinheid te camoufleren. Ik voelde mij van binnen onrustig, onzeker, en daarom wilde ik dat nietige mannetje imponeren door mijn gestalte.

Uit de hoogte keek ik op hem neer. Ik wist niet goed hoe te beginnen. Er waren zo veel vragen.

“Het is mijn taak om u te verhoren.”

Hij richtte zijn hoofd iets op en keek mij aan. “Hoe maken de dieren het?” vroeg hij bezorgd.

Ik glimlachte. “Heel goed,” antwoordde ik. “Ik heb ze ondergebracht in Huize Gods. Ze beginnen zich daar al aardig thuis te voelen.”

Hij blikte mij dankbaar toe. “En u woont bij ze?”

Ik knikte. “Ja,” zei ik, “ze zijn aan mij gewend geraakt en ik ben van ze gaan houden. Ik heb altijd al een zwak voor katten gehad en uw dieren zijn bijzonder mooi.”

Hij staarde voor zich uit. Zijn hand maakte een strelende beweging. In gedachten streek hij langs een zachte vacht. “Zo is het goed,” zei hij, “zo heb ik het gewild. U en mijn katten in Huize Gods.”

“Ja,” zei ik, “maar ik moet u toch iets zeggen. Ik woon nu wel in uw villa, maar ik weet nog niet goed of ik uw erfenis wel kan aanvaarden. Ik…ik weet niet, of…”

Zijn ogen sperden zich open en ik zag weer dat vertroebelde geel dat mij destijds zo aan kattenogen had doen denken. “Dat moet u doen,” schreeuwde hij. “Dat moet u doen.”

Hij stond geëmotioneerd op, ging weer zitten en liet zijn hoofd zakken.

Ik vloekte inwendig. Ik had het verkeerd gedaan. Ik had dat onderwerp nog niet moeten aansnijden. Ik had eerst een rustige sfeer moeten scheppen. De oude man moest kalm blijven, rustig, zodat hij mij alles kon vertellen.

Ik ging tegenover hem zitten. Zijn handen lagen voor hem op tafel.

Ik beroerde ze met mijn vingertoppen.

“Kalm, meneer Kater,” zei ik, “u moet kalm blijven. We kunnen er toch rustig over praten.”

Langzaam kwam zijn hoofd omhoog. Zijn ogen glansden van het vocht.

“Vertelt u eens,” vroeg ik vriendelijk, “waarom hebt u Huize Gods juist aan mij vermaakt?”

Hij zuchtte. “Ik had u eens gezien,” zei hij, “in de Bloedsteeg. Er was daar iets gebeurd en later las ik uw naam in de krant. U stond daar en sprak met mensen. U leek mij zo zelfverzekerd, vastberaden, zo volkomen tegen de situatie opgewassen. Het trof mij. U leek mij een geslaagd mens. U was…zoals ik had willen zijn. Begrijpt u, ik ben altijd een weifelend mens geweest. Opgejaagd door ideeën. Vol twijfels.”

Ik grijnsde. “En dacht u dat ik geen twijfel kende?”

“Misschien wel, maar u wordt er niet door verteerd.”

Ik wreef met mijn hand langs mijn voorhoofd. “Geloof me,” zei ik, “ik voel mij vaak even onrustig en onzeker als u. Mijn zelfbewustheid, mijn vastberadenheid, is een pose. Het is een aangeleerde houding.”

Hij schudde zijn hoofd. “Nee,” zei hij, “dan kent u uzelf niet. Als het er op aankomt, weet u wat u wilt.”

“Dus u schonk mij Huize Gods, omdat ik in uw ogen was, wat u had willen zijn?”

Hij knikte. “Ja,” zei hij, “vindt u dat zo vreemd?”

“Nogal,” bekende ik, “maar als dat de enige reden is, dan heb ik er geen enkel bezwaar tegen om uw erfenis te aanvaarden.”

Hij pakte mijn beide handen. “Dank je, mijn jongen,” zei hij. “Je weet niet hoeveel genoegen mij dat doet.”

Onmiddellijk ontwaakte in mij weer de achterdocht, maar ik liet er niets van merken.

“En dat briefje,” vroeg ik, “dat briefje dat u mij schreef, was dat een test?”

“Een test?” herhaalde hij.

“Ja, om mijn vastberadenheid te beproeven.”

“Nee,” zei hij peinzend, “geen test voor jou, maar voor mij.”

Ik begreep hem niet, maar ik wilde hem door verder vragen niet uit zijn concentratie brengen.

Een tijdlang zwegen wij.

“Ik was predikant,” zei hij na een poosje. “Ik heb theologie gestudeerd. Ik voelde mij aangetrokken tot de mystiek. Maar ik heb het nooit kunnen begrijpen, ondanks mijn studie.”

“Mijn moeder begreep het,” zei ik, “en ze had nooit theologie gestudeerd.”

“Was je moeder een gelovige vrouw?”

Ik knikte. “Ze putte troost, berusting en zekerheid uit de bijbel.”

Hij zuchtte. “De bijbel,” zei hij, “een boek. En er zijn zo veel boeken.”

Ik dacht aan zijn studeerkamer en de vele ruggen aan de wanden.

“Voor mijn moeder bestond er maar één boek,” zei ik.

Hij knikte vermoeid. “Ik heb er velen zo ontmoet,” zei hij, “in mijn kerk. Gelovige mensen, zonder twijfels. Ik heb ze benijd om de simpelheid van hun geloof en ik heb ze veracht om de botheid van hun verstand.”

Hij streek met zijn hand langs zijn baard. “Misschien zou men niet mogen denken,” zei hij peinzend, “maar eenvoudig aanvaarden. Geloven op het gezag van dat ene boek.”

“Maar u hebt gedacht,” zei ik.

“Ja,” zei hij fel, “ik heb gedacht. Ik heb het mysterie met mijn verstand willen benaderen.”

Hij sprak luid. “Ons verstand is ons door God geschonken; mogen wij het dan niet gebruiken om Hem beter te begrijpen? Mogen wij dan niet alle dingen onderzoeken? Is dat een zonde? U onderzoekt als rechercheur toch ook alle dingen om tot de waarheid te komen?”

“Ik blijf onder de mensen,” antwoordde ik kalm.

Hij bracht zijn beide handen voor zijn gezicht. “Begrijp het dan,” schreeuwde hij. Zijn stem sloeg over van emotie.

“Begrijp het dan. Ik heb het gewild. Ik heb alles willen doen om die zekerheid te krijgen. Ik wilde geloven. Ik wilde Hem toebehoren, met mijn gehele hart, met heel mijn ziel.”

Hij maakte een vermoeid handgebaar. “Toen de twijfel in mij wroette, heb ik de synode een brief geschreven dat ik niet langer voor het zielenheil van mijn gemeente kon zorgen, omdat dat heil mij nog niet deelachtig was. Ik wilde eerst aan mijn eigen bekering werken, voordat ik anderen trachtte voor te gaan. Zie je, ik wilde niet huichelen. Ik studeerde en las wat anderen over God en godsdienst hadden geschreven. Ik onderzocht zelfs het geloof van andere volken en trachtte mij in te leven in de godsgedachte van de primitieve mens.”

Hij zuchtte.

“Het hielp niet. Ik kon God niet vinden. Om het Hem gemakkelijk te maken, heb ik zelfs mijn villa Huize Gods genoemd. En in mijn vertwijfeling ging ik zover dat ik een ongelukkige vrouw trouwde. Het was een offer. Ik wilde mijn leven aan naastenliefde wijden.”

“En toen doodde u uw zoon,” zei ik scherp.

Читать дальше
Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Похожие книги на «Rechercheur Versteegh en de dertien katten»

Представляем Вашему вниманию похожие книги на «Rechercheur Versteegh en de dertien katten» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.


Отзывы о книге «Rechercheur Versteegh en de dertien katten»

Обсуждение, отзывы о книге «Rechercheur Versteegh en de dertien katten» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.

x