Albert Baantjer - De Cock en de bloedwraak

Здесь есть возможность читать онлайн «Albert Baantjer - De Cock en de bloedwraak» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Город: Baarn, Год выпуска: 1998, ISBN: 1998, Издательство: De Fontein, Жанр: Детектив, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.

De Cock en de bloedwraak: краткое содержание, описание и аннотация

Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «De Cock en de bloedwraak»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.

Inspecteur De Cock komt via de moord op een aan aids lijdende vrouw terecht in de betere kringen van de Amsterdamse onderwereld.

De Cock en de bloedwraak — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком

Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «De Cock en de bloedwraak», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.

Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Rechercheur De Cock trok de kraag van zijn regenjas omhoog en sjorde met een gebaar van ingehouden woede zijn oude hoedje tot op zijn ogen. Hij was al de hele dag in touw, voelde zich wat vermoeid en had in feite geen zin om opnieuw een moord in behandeling te nemen. Bovendien regende het nog steeds, fel, met striemende windvlagen op iedere straathoek. Met zijn vlakke hand veegde de oude rechercheur het water uit zijn gezicht en bromde.

‘O land van mist en mest, van vuile koude regen, doorsijpeld stukje grond, vol kille dauw en damp.’

Vledder keek hem van terzijde aan.

‘Waar heb je het over?’

De Cock rilde huiverend.

‘Over De Génestet en ons klimaat. Als ik het nog eens over mag doen, dan word ik weer rechercheur, maar dan in een warm land met een altijd vrolijk schijnende zon. Zo’n oord met een klimaat waar zelfs de lijken je toelachen.’

Het klonk bitter en cynisch.

Vledder gniffelde.

‘Heb je de pest in?’

‘Nogal.’

Vledder trok zijn schouders op.

‘Dat helpt je toch niets,’ spotte hij. ‘Moordenaars vragen zich niet af of rechercheur De Cock het al of niet aardig vindt om weer op pad te gaan.’ Hij lachte schamper. ‘Of moeten ze eerst beleefd bij jou om toestemming vragen?’

De grijze speurder voelde zich niet weerbaar genoeg om op de spot van zijn jonge collega te reageren.

Vanaf de Oudebrugsteeg staken ze de Nieuwendijk over en liepen langs het Korenmetershuisje links naar de Nieuwezijds Voorburgwal. Op de oude klok van het dagblad De Tijd was het vijf minuten over twaalf.

Via de Blauwburgwal en de Herenstraat bereikten ze de Keizersgracht. De Cock bleef even staan. Een windvlaag nam bijna zijn hoedje mee. Het was vreemd stil op de gracht. Uit de oude iepen kletterde regenwater op de glimmende daken en de brede motorkappen van de aan het water geparkeerde auto’s. Het klonk monotoon… als een dodenzang. Ver weg, op de Raadhuisstraat, gierde een late tram door de bocht.

Op de brug van de Leliegracht stond een surveillancewagen van de politie. In het interieur brandde licht. Toen de beide rechercheurs naderbij kwamen, stapte een jonge diender uit de wagen op hen toe. De Cock herkende hem direct en op zijn breed gezicht verscheen een flauwe glimlach.

‘Dag… Peter van Buuren.’

De jonge diender reageerde niet op de begroeting. Hij zwaaide met zijn beide armen.

‘Hij is ontvlucht, hè?’

‘Je bedoelt Marinus van de Heuvel?’

Peter van Buuren knikte.

‘En zal ik u eens wat vertellen,’ sprak hij snel, gejaagd. ‘Toen we hier naar de Keizersgracht reden, heb ik hem gezien.’ De Cock fronste zijn wenkbrauwen.

‘Marinus van de Heuvel?’ vroeg hij overbodig.

De jonge diender knikte nadrukkelijk.

‘Hij was het. Beslist. We hadden hem zelfs een moment in het licht van onze koplampen.’

‘Waar?’

Peter van Buuren gebaarde emotioneel.

‘Toen we vanaf de Nieuwezijds Voorburgwal bij het hoofdpostkantoor de Raadhuisstraat wilden inrijden, kwam hij net de hoek om. Ik ben onmiddellijk aan de kant van de weg gestopt en uitgestapt. Dat moet hij hebben gemerkt. Hij rende in de richting van de Dam en vloog de Eggertstraat in. Daar ben ik hem in al die stegen kwijtgeraakt. Ik ging terug naar de wagen. Met mijn collega hebben we nog even in de omgeving rondgereden, maar konden daar niet zoveel tijd aan besteden, omdat wij hier naar de Keizersgracht moesten.’

De Cock knikte begrijpend.

‘Waar is het?’

De jonge diender wees schuin achter zich.

‘Daar… verderop. Mijn collega staat voor de deur.’

Peter van Buuren sloot de surveillancewagen af. Met z’n drieën, de jonge diender in het midden, liepen ze de gracht op. De Cock blikte opzij.

‘Heb je de meute gewaarschuwd?’

‘Ja, via de mobilofoon in de wagen… onmiddellijk nadat we hadden vastgesteld dat er inderdaad sprake was van moord.’ De oude rechercheur glimlachte.

‘Heb je je kurkjes nog?’

Peter van Buuren klapte een paar maal met zijn vlakke hand op de rechterzijzak van zijn uniformjas en grijnsde.

‘Wat dacht u?’

Voor een glimmende, diepgroen gelakte deur, gevat in de blauwstenen opgang tot een fraai grachtenpand met een sierlijke verhoogde halsgevel, stond ineengedoken en met afhangende schouders in de gutsende regen een jonge agent. De Cock schatte hem op rond de twintig en bedacht zorgelijk dat ze steeds jonger werden. De oude rechercheur keek hem peinzend aan. ‘Je had toch binnen kunnen schuilen?’

De jonge agent slikte.

‘Alleen… met dat lijk?’

De Cock liet het onderwerp rusten.

‘Wie heeft het ontdekt?’

De jonge agent duimde over zijn schouder.

‘De vrouw van de conciërge. Ze doet elke avond voor ze gaat slapen nog een rondgang door het huis om te zien of alles wel degelijk is gesloten. Ze trof deze deur half open. Dat vond ze vreemd. Ze is op onderzoek gegaan en vond haar toen.’ ‘Die vermoorde vrouw?’

De jonge agent knikte.

‘Die woont hier in het souterrain.’

‘Alleen?’

‘Dat weet ik niet.’

De Cock keek hem schuins aan.

‘De vrouw van de conciërge is hopelijk nog niet naar bed gegaan.’ De jonge agent schudde zijn hoofd.

‘Ze heeft een conciërgewoning achter op de eerste verdieping. Ze zou wachten tot de recherche kwam.’

De Cock liep aan hem voorbij en duwde de groene deur geheel open. Vledder volgde. De deur leidde naar een stenen trap, die een vijftal treden lager eindigde in een smalle betegelde gang. Het rook er muf naar grondwater.

Rechts stond een deur op een wijde kier. Met zijn knie drukte De Cock de deur verder open en stapte binnen in een vertrek met een lage zoldering. Vanuit een hoog raam viel een strook licht van een straatlantaarn het vertrek binnen. In die strook licht naast een ronde tafel en een omgevallen stoel, lag het lichaam van een jonge vrouw. Ze lag op haar buik met haar gezicht naar het raam gekeerd. Haar beide armen lagen gestrekt naar voren en haar vingers waren iets geklauwd. In haar rug tussen haar schouderbladen, in een kring van bloed, stak het heft van een mes.

De Cock liep om de ronde tafel heen en knielde bij haar neer. Haar gezicht was in een expressie van verbazing en onbegrip verstard. Haar grote open ogen staarden verschrikt in het niets. De oude rechercheur hield de rug van zijn hand even tegen haar wang. De warmte was nog niet uit haar lichaam verdwenen. Vledder kwam achter hem staan en boog zich half over hem heen. Zijn hete adem kriebelde De Cock achter in zijn nek. ‘Het lijkt wel een duplicaat,’ hijgde hij.

De Cock keek schuin omhoog.

‘Waarvan?’

De jonge rechercheur slikte.

‘De moord op Annelies van Haemstede.’

De Cock liet zich in een rotan fauteuil met gebloemde kussens zakken en legde zijn oude hoedje naast zich op het tapijt. Daarna keek hij op naar de vrouw in een lichtblauw jasschort, die tegenover hem zat. Hij schatte haar op achter in de veertig. Ze had een smal spits gezicht met kleine levendige groene ogen. Haar donkerblonde, al wat grijzende haren waren achter haar hoofd samengebonden tot een paardenstaart.

‘Hoe is uw naam?’ opende hij vriendelijk.

‘Maria Kloosterveen.’

‘Kloosterveen is de naam van uw man?’

Ze glimlachte.

‘Van mijn meisjesnaam heet ik Van Gendringen. Dat is een klein plaatsje dicht bij de Duitse grens. Daar kom ik ook vandaan.’

‘U bent de vrouw van de conciërge.’

‘Ja.’

‘Waar is uw man?’

Maria van Gendringen wees voor zich uit.

‘In bed. Mijn man is invalide. Hij heeft zwaar reuma. Wij hebben altijd beneden in het souterrain gewoond. Volgens mij heeft hij die reuma daar opgelopen. Het is er nogal vochtig. In verband met de ziekte van mijn man mochten we twee jaar geleden van de onderneming hier op de eerste etage gaan wonen. Het souterrain is toen verhuurd.’

Читать дальше
Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Похожие книги на «De Cock en de bloedwraak»

Представляем Вашему вниманию похожие книги на «De Cock en de bloedwraak» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.


Отзывы о книге «De Cock en de bloedwraak»

Обсуждение, отзывы о книге «De Cock en de bloedwraak» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.

x