Albert Baantjer - De Cock en de dode meesters

Здесь есть возможность читать онлайн «Albert Baantjer - De Cock en de dode meesters» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Город: Baarn, Год выпуска: 1998, ISBN: 1998, Издательство: De Fontein, Жанр: Детектив, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.

De Cock en de dode meesters: краткое содержание, описание и аннотация

Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «De Cock en de dode meesters»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.

Kort na elkaar worden drie juristen dood in de Brouwersgracht aangetroffen.

De Cock en de dode meesters — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком

Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «De Cock en de dode meesters», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.

Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

De Cock trok een denkrimpel in zijn voorhoofd.

‘Bent u wel eens met Felix Rietfeld naar het clubhuis van ACC geweest?’

‘Nee.’

‘Waarom niet?’

‘Felix zei dat het beter was dat ik daar niet kwam. Er heerste volgens hem op de club een wat overtrokken… macho-achtige mannensfeer… ongezond voor vrouwen zoals ik.’

De Cock fronste zijn wenkbrauwen.

‘Is dat zo?’

Annette van het Sticht trok haar schouders op.

‘Felix zegt het.’

De Cock strekte zijn beide handen naar haar uit.

‘Bent u in de periode dat u met Karel Donker-Korzelius omging, nooit naar de club geweest?’

Annette van het Sticht schudde haar hoofd.

‘Nooit.’ Ineens verhelderde haar blik. ‘Vreemd,’ sprak ze peinzend. ‘Dat bedenk ik mij ineens. Karel zei ook altijd hetzelfde… de club is niets voor jou. Daar komen alleen hijgende mannen.’

De Cock lachte.

‘Cricket is blijkbaar een vermoeiende sport.’

De oude rechercheur pauzeerde even, leunde ver in zijn stoel achterover en veranderde van toon.

‘Uit ervaringen in het verleden blijkt,’ ging hij gedragen verder, ‘dat topcrimineel Peter Gramsma steeds goed op de hoogte was van uitvoeringsplannen van justitie en politie. U ontkent gegevens te hebben doorgespeeld, en ik ben geneigd om dat te geloven. Maar wie bij justitie zorgde dan voor de informatie?’

Annette van het Sticht reageerde fel.

‘Waarom,’ vroeg ze bits, ‘zoekt u de lekken niet in uw eigen organisatie?’

De Cock kon een verholen glimlach nauwelijks onderdrukken. De felheid en de verontwaardiging van Annette van het Sticht amuseerden hem. Hij trok zijn gezicht weer in een ernstige plooi.

‘Toen ik u enige dagen geleden vroeg of u gehuwd was… of geweest, antwoordde u mij; zo intens heeft nog nooit een man mij kunnen bekoren .’

Annette van het Sticht knikte.

‘Dat zei ik.’

De Cock streek met zijn pink over de rug van zijn neus.

‘Felix?’

Annette van het Sticht antwoordde niet direct. Het was alsof ze tijd nam om haar eigen gevoelens te analyseren.

‘Ik wil hem niet verliezen.’

‘Bent u daar bang voor?’

‘Als hij naar Peter Gramsma gaat, dan acht ik hem voor mij verloren.’

‘En anders?’

‘Hoe bedoelt u?’

De Cock zuchtte.

‘Ik heb al twee dode mannen met een klavertjevier op hun onderarm.’

De Cock blikte omhoog naar de klok boven de toegangsdeur van de grote recherchekamer en geeuwde. Het was bijna middernacht. Vledder kwam binnen, liep naar zijn bureau en liet zich met een zucht in zijn stoel zakken.

De Cock keek naar hem op.

‘Wordt ze thuisgebracht?’

Vledder knikte.

‘Jan Kusters zou ervoor zorgen.’ De jonge rechercheur grijnsde. ‘Als we ’s avonds alle aangevers en getuigen omwille van hun persoonlijke veiligheid naar huis moeten begeleiden, kunnen we van bureau Warmoesstraat wel een taxibedrijf maken.’

‘We hebben haar nodig.’

Vledder trok een pijnlijk gezicht.

‘Denk je echt,’ vroeg hij met hoorbare twijfel, ‘dat Annette van het Sticht in staat is om Felix Rietfeld het geheim van zijn klavertjevier te ontfutselen?’

De Cock maakte een hulpeloos gebaar.

‘Het is een kans,’ antwoordde hij zorgelijk. ‘Ik hoop dat ik haar voldoende heb kunnen duidelijk maken dat zijn leven in gevaar is.’

Vledder keek hem peinzend aan.

‘Meende je wat je tegen haar zei?’

De Cock keek hem schuins aan.

‘Mijn stelling, dat de tatoeage… het klavertjevier… bij de moord op Philip de Lent en Karel Donker-Korzelius een beslissende rol speelde?’

‘Dat bedoel ik.’

De Cock knikte nadrukkelijk.

‘Absoluut. Dat meende ik oprecht. Ik ben ervan overtuigd dat de mannen die het klavertjevier op hun rechteronderarm hebben laten tatoeëren, een redelijke kans lopen om te worden vermoord.’

Vledder grinnikte vreugdeloos.

‘Door wie?’

De Cock antwoordde niet. Hij kwam uit zijn stoel overeind en wandelde naar de kapstok. Moeizaam wurmde hij zich in zijn oude regenjas. Met zijn hoedje schuin op zijn hoofd draaide hij zich om en wees naar de klok.

‘Het is weer mooi geweest voor vandaag,’ sprak hij vermoeid. ‘Het is elke dag even laat.’

Vledder liep op hem toe.

‘Je gaat naar huis?’

De Cock knikte.

‘Thuis, in de magnetron staat een glas chocolademelk voor mij klaar en…’

De grijze speurder stokte. De telefoon op zijn bureau rinkelde. Vledder liep terug en nam de hoorn op.

Het duurde maar even. Toen legde hij de hoorn op het toestel terug. Zijn gezicht zag bleek.

De Cock stapte in zijn richting.

‘Wat is er?’

Vledder duimde over zijn schouder.

‘In het water van de Brouwersgracht drijft weer een lijk.’

‘Naakt?’

Vledder knikte met gesloten ogen.

Vanaf het midden van de smalle Melkmeisjesbrug staarde rechercheur De Cock naar het glinsterende water van de Brouwersgracht. Het regende gestaag. Zware regendruppels vormden in het grachtwater opspattende fonteintjes in steeds wisselende kringen. Het nachtelijk spuien van de grachten vormde een lichte stroming. Een vuil brok matras gleed kantelend langs de pijlers van de brug.

De schijnwerper van een politiewagen hield het naakte lichaam van een man gevangen in een spookachtig licht. Hij dreef schuin voorover. Zachtjes deinde zijn kruin in het drabbige grachtwater. Zo af en toe kwam zijn brede rug iets omhoog.

De Cock boog zich ver over de brugleuning. Uit het midden van de rug van de man stak iets dat hij niet goed kon onderscheiden. Maar intuïtief wist hij dat het een breinaald was.

De oude rechercheur keek toe hoe de broeders van de Geneeskundige Dienst met behulp van een paar agenten het lijk in een groot net probeerden te vangen. Het lukte niet best. Het lijk glipte steeds onder het net vandaan.

Een van de broeders keek naar hem op.

‘Het is,’ riep hij verrast, ‘weer zo’n zelfde naakte vent als een paar dagen geleden.’ Hij zwaaide om zich heen. ‘Staat hier in de buurt ergens een fabriekje waar ze die lijken maken?’

De Cock trok zijn schouders op.

De broeder wees naar het lijk in de gracht.

‘Ook bij hem steekt iets uit zijn rug.’

De Cock maakte van zijn handen een toeter.

‘Een breinaald.’

De broeder blikte om zich heen.

‘Wilt u wachten op de fotograaf?’

De Cock antwoordde niet. Hij liep van de brug naar hem toe. Vertrouwelijk legde hij zijn hand op de schouder van de broeder. ‘Haal hem maar naar boven,’ sprak hij vriendelijk. ‘Ik heb al genoeg plaatjes van dit stukje gracht.’

De broeders ondernamen een nieuwe poging om het lijk te vangen. Het lukte hen uiteindelijk om het zware net onder het lijk door te trekken. Omzichtig sjorden ze het lichaam omhoog. Het druipende net schuurde langs de stenen beschoeiing.

Op de wallenkant trokken de broeders het net voorzichting onder de man vandaan. Het vuile grachtwater stonk.

De dode lag op zijn buik. Een glanzende breinaald stak ongeveer tien centimeter uit zijn rug. Alleen de linkerkant van het gezicht van de man was zichtbaar in het licht van de schijnwerper van de politieauto.

De Cock pakte zijn zaklantaarn en scheen de dode recht in het gezicht. Hij keek opzij naar Vledder, die gehurkt naast hem zat.

De jonge rechercheur slikte.

‘Ralf van Zutphen,’ lispelde hij hees. ‘Het derde slachtoffer van een breinaald.’

15

De Cock had moeie voeten. Een helse pijn kroop van zijn tenen over zijn wreef langs zijn enkels omhoog. Daar leek het alsof duizend kleine duiveltjes met evenzovele spelden geniepig in zijn kuiten prikten.

Het stemde hem droevig. Hij wist wat die helse pijn betekende. Telkens wanneer een onderzoek slecht verliep, wanneer hij het onbehaaglijke gevoel had steeds verder van de oplossing weg te drijven, gaven zijn moeie voeten acte de presence en speelden de duiveltjes hun satanisch spel.

Читать дальше
Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Похожие книги на «De Cock en de dode meesters»

Представляем Вашему вниманию похожие книги на «De Cock en de dode meesters» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.


Отзывы о книге «De Cock en de dode meesters»

Обсуждение, отзывы о книге «De Cock en de dode meesters» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.

x