‘Die argwaan uit je ziel laten zakken,’ sprak hij grommend.
‘Ik wil zelf geen sores.’
De Cock zuchtte diep.
‘Besprak Henkie,’ vervolgde hij vriendelijk, ‘met jou wel eens zaken die hij onder handen had?’
Jopie de Waard knikte traag.
‘Ik deed ook wel eens karweitjes voor hem.’
‘Zoals?’
‘Mensen schaduwen. Posten.’
De Cock kauwde peinzend op zijn onderlip.
‘Nog niet zo lang geleden had Henkie Spaargaren een opdracht om een man neer te leggen… een man met zwart krullend haar en een snor.’
Jopie de Waard kneep zijn lippen opeen.
‘Dat is vermoedelijk ook de vent die hem die vier kogels in zijn rug joeg.’
‘Van wie kwam die opdracht?’
‘Van een wijf.’
‘Wat voor een wijf.’
Jopie de Waard snoof.
‘Een serpent van een wijf. Ze wilde niet dokken. Ik heb uren voor haar deur gelegen om te kijken of die vent met die snor bij haar op visite kwam.’
‘In opdracht van Henkie?’
‘Ja.’
‘Weet je nog het adres.’
Jopie de Waard grijnsde.
‘Ik kan de deur van haar huis voor je uittekenen: Prinsengracht 110, op de hoek van de Egelantiersgracht.’
Vledder keek hem met grote ogen aan.
‘Prinsengracht 110… Dat is… eh, dat is het huis van Sabrine Achterbroek.’
De Cock knikte.
‘Daar stond Jopie de Waard in opdracht van Blaffer Henkie te posten.’
Vledder slikte zijn verbazing weg.
‘Dan was dus Sabrine Achterbroek dat serpent van een wijf uit de verklaring van Dikke Hennie… De vrouw, die Blaffer Henkie de opdracht had gegeven om de man met de snor te vermoorden.’
‘Precies.’
Vledder gebaarde voor zich uit.
‘Hoe kwam jij ertoe om Jopie de Waard uit de Monnikenstraat te benaderen?’
De Cock glimlachte.
‘Dikke Hennie vertelde ons dat haar Henkie voor het huis van dat serpent van een wijf had staan posten om te zien of een man met een snor haar woning verliet. Ik weet uit ervaring dat posten een vervelende klus is. Zonder op tijd te worden afgelost houdt men dat niet lang vol. Ik gokte dat Blaffer Henkie de hulp had ingeroepen van zijn neef Jopie de Waard. Vroeger trokken die twee vaak samen op.’
Vledder lachte.
‘Het was een prima gok,’ riep hij bewonderend.
De Cock knikte.
‘Het bleek dat Jopie de Waard wel vaker karweitjes voor zijn neef opknapte.’
Vledder glunderde.
‘Deze nieuwe ontwikkeling,’ sprak hij opgewonden, ‘biedt perspectieven.’
De Cock trok zijn gezicht in een ernstige plooi.
‘Het is een klein stapje vooruit,’ sprak hij voorzichtig. ‘Maar we zijn er nog lang niet. Twee vragen komen dringend naar voren. Wie is de man met zwart krullend haar en een Turkse snor? En waarom wilde Sabrine Achterbroek dat hij geforceerd uit onze samenleving verdween?’
Vledder stak de vingers van zijn rechterhand omhoog.
‘Er is een geheimzinnige man met een snor,’ stelde hij, ‘die kort voor haar overlijden in het Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis onaangekondigd Yolanda van Zelhem heeft bezocht.
‘Er is een geheimzinnige man met een snor, die voor het laatst in het gezelschap van de vermoorde Blaffer Henkie is gezien.
‘En er is nu een geheimzinnige man met een snor, die Sabrine Achterbroek graag van de aardbodem zag verdwijnen.’
De Cock trok zijn schouders op.
‘Vermoedelijk,’ verzuchtte hij, ‘is het steeds dezelfde man. Wat mij intrigeert is, dat er blijkbaar een relatie bestond tussen hem en Sabrine Achterbroek.’
‘Hoe bedoel je?’
De Cock zwaaide met zijn armen.
‘Blaffer Henkie kreeg van Sabrine Achterbroek het signalement van de man die hij moest neerknallen. Een duidelijk signalement van een man met zwart krullend haar en een snor. Blaffer Henkie zou zijn opdracht tot moord uitvoeren wanneer de man van dat signalement haar woning verliet. Zij moet die man dus goed hebben gekend… de overtuiging hebben gehad, dat hij haar min of meer regelmatig zou bezoeken.’
Vledder reageerde verschrikt.
‘Haar ex-man… Bob Verhagen?’
De Cock keek hem misprijzend aan.
‘Heeft die zwart krullend haar en een snor?’
‘Dat kan een vermomming zijn.’
De Cock grijnsde.
‘Een vermomming voor de vrouw met wie hij jaren getrouwd is geweest?’ De oude rechercheur schudde zijn hoofd. ‘Dat lijkt mij niet waarschijnlijk. Mijn vrouw zou mij zelfs herkennen na een mislukte facelift.’
Vledder grinnikte.
‘Daar heb jij geen plastische chirurg voor nodig.’
De Cock negeerde het grapje.
‘Bovendien,’ ging hij onverstoord verder, ‘waarom zou Sabrine haar ex-man willen laten vermoorden?’
Vledder trok zijn schouders iets op.
‘Sabrine maakte het haar ex-man knap lastig. Denk maar eens aan het verhaal van Sarah Harreveld. Sabrine was boosaardig. Ze gunde Bob Verhagen geen leven aan de zijde van een andere vrouw.’
De Cock grinnikte.
‘En de beste manier om dat te bereiken is…’
Vledder onderbrak hem geëmotioneerd.
‘…hem te laten sterven. Je hebt gelijk. Dat is het. Toen Bob Verhagen… als de man met de snor… later van Blaffer Henkie verneemt, dat zijn ex-vrouw hem wil laten vermoorden, besluit hij wraak te nemen.’
‘En vermoordt Sabrine?’
‘Precies.’
De Cock boog zich iets naar voren.
‘En waarom moest Sarah Harreveld dan sterven?’
‘Ze was getuige.’
De Cock kneep rimpels in zijn voorhoofd.
‘Van de moord op Sabrine?’
Vledder zuchtte omstandig.
‘Wellicht niet van de moord zelf. Maar ben je de verklaring van Sarah Harreveld vergeten?’ vroeg hij beschuldigend. ‘De verklaring die zij kort voor haar dood aan ons aflegde? Tegen haar had Bob Verhagen gezegd: “Ik bezweer het je… een dezer dagen maak ik haar koud.” En die kreet kwam, zo was haar stellige overtuiging, uit het diepst van zijn hart.’
Ze reden met hun Golf van de steiger achter het politiebureau weg. Nog voor het Centraal Station zaten ze op het Damrak vast in een file.
Vledder bromde.
‘Avondspits. We hadden beter nog een paar uur op de Kit kunnen blijven.’
De Cock negeerde de opmerking.
‘Heb je het adres van Marjolein Ridderspoor?’
Vledder knikte.
‘Middenweg 532, tegenover het Ajax-stadion, op de eerste etage.’
‘Dat is Betondorp.’
Vledder knikte.
‘Wil je toch een inkijkje nemen?’
De Cock trok zijn schouders op.
‘Het verdwijnen van Marjolein Ridderspoor baart mij zorgen. Ik vind het vreemd dat ze nog steeds geen contact met Bob Verhagen heeft opgenomen.’ De oude rechercheur blikte opzij. ‘Wat heeft hij gedaan om haar op te sporen?’
Vledder maakte een weifelend gebaar.
‘Hij heeft haar vanmorgen en vanmiddag een paar maal thuis gebeld. De telefoon werd niet opgenomen. Haar directeur is radeloos. Ook op haar kantoor is zij nog steeds niet verschenen.’
De Cock staarde nadenkend voor zich uit.
‘Is… eh, is Bob Verhagen niet naar haar woning gegaan om te kijken?’
Vledder schudde zijn hoofd.
‘Dat heb ik hem speciaal gevraagd.’
‘En?’
‘Bob Verhagen zei: “Als ze er niet is, wat heb ik daar dan te zoeken?”’
De Cock knikte.
‘Heeft hij verder nog iets ondernomen?’
Vledder antwoordde niet direct. Het verkeer eiste dat hij een paar meter optrok. Toen de file weer muurvast zat, sprak hij.
‘Bob Verhagen heeft een reeks gezamenlijke vrienden en kennissen benaderd… familieleden van haar, die hij kende.’
De jonge rechercheur schudde zuchtend zijn hoofd.
‘Na die twee telefoontjes gisteravond, waarin Marjolein Ridderspoor de dood van Sarah Harreveld meldde, heeft niemand meer taal of teken van haar vernomen.’
Читать дальше