Gerardus Betz - Marathon

Здесь есть возможность читать онлайн «Gerardus Betz - Marathon» — ознакомительный отрывок электронной книги совершенно бесплатно, а после прочтения отрывка купить полную версию. В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Жанр: foreign_antique, foreign_prose, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.

Marathon: краткое содержание, описание и аннотация

Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «Marathon»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.

Marathon — читать онлайн ознакомительный отрывок

Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «Marathon», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.

Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

De twee vrienden hadden onder het wisselen dezer woorden den tocht huiswaarts aangevangen. Nog even zagen zij in het oosten den in de lengte uitgerekten Hymettos zich roos- en purperkleurig verven, als de zon verdween en na eene korte, wonderschoone wisseling van tinten, de duisternis inviel. Zij deden door de hen vergezellende slaven toortsen ontsteken en daalden langs de eenige toegankelijke zijde van de akropolis naar Athene af.

«Zoo vaak ik u hoor, Aischylos,» zeide Simon, «hetzij door het masker van den tooneelspeler, hetzij als thans in vriendschappelijk gesprek, breng ik mijn dank den goden, dat zij zich het lot der zorgbeladen stervelingen aangetrokken en hun de Muzen en den Muzenleider Apollon terzijde hebben gesteld. En met smachtend verlangen zie ik de aanstaande Dionysosfeesten tegemoet, die ons wederom de gelegenheid zullen schenken, uw gulden taal te hooren en uwe diepzinnige gedachten in ons op te nemen.»

«Ik sprak zooeven, Simon,» liet Aischylos hooren, «van het menschelijk lijden dat de tragedie schildert. Maar als ik op de akropolis in gepeinzen verdiept was, doemde op voor mijne verbeelding de gestalte van een hooger wezen, lijdend door eigen schuld, van wiens lijden wij ons rekenschap kunnen geven, terwijl het ons niettemin zwaarder toeschijnt dan de schuld, die het heeft veroorzaakt. En ik nam mij voor den naam van dat wezen te schenken aan de tragedie, welke ik in het aanstaande voorjaar hoop te doen opvoeren en het mysterie van dat lijden neder te leggen in mijne verzen.»

Eene korte pooze hield hij met spreken op. Simon, wetende dat Aischylos zijne werken tot zich opnam en schiep in oogenblikken van verheven zielsverrukking, de juiste gedachte en het gepaste woord vindend zonder er naar te zoeken, hoedde zich wel hem in de rede te vallen, terwijl de godheid hem vervulde. Weldra ging de dichter voort:

«Ik zag in de verte, door het avondrood gekleurd, den stuggen Lykabettos zich verheffen. En het werd mij te moede onder het staren, als ware ik alleen op de aarde, als bevond zich daar niemand en niets dan ik zelf en de barre rots, die mijn blik geboeid hield. Ik sloot de oogen, de nabijheid der godheid bespeurende en het kwam mij voor als werd, nu het gezicht rustte, mijn gehoor opgevoerd tot eene ongekende scherpte, geluiden opvangend, den overigen stervelingen onverneembaar. Ik hoorde van de zijde van den Lykabettos verbijsterende mokerslagen weerklinken, aangebracht door meer dan menschelijke hand, dof dreunend door het luchtruim; en ieder van die slagen vond weerklank bij mij zelf, als werden ze aangebracht op mijne ziel, haar beukend en plettend met geweldige vuist. Als ik de oogen weder opsloeg, door pijnlijk verlangen gedreven, schoon ik wist dat een bitter schouwspel mij wachtte, daar zag ik, tegen den rotswand met scherpe nagelen geklonken, een gedaante, gruwzaam mishandeld en ontsteld, doch op het rampzalig gelaat door alle smarten heen den stempel dragend van goddelijke afkomst en van het hoogste streven. En terwijl een gevoel van nameloozen weemoed mij bij dien aanblik vervulde, opende de gedaante de veege lippen en sprak de woorden: «Ziehier, menschheid! wat ik lijde voor u. Ik, die om uwentwil mij tegen het bevel des oppergods durfde verzetten; die u heb opgeheven uit den treurigen staat, waarin ge verkeerdet; die de taak heb volvoerd, welke Zeus naliet te aanvaarden en u heb leeren zien, die ziende blind, heb leeren hooren, die hoorende doof waart. Een dwingeland is Zeus; een onrechtvaardige, die zijn oppermacht hard en willekeurig uitoefent; wiens bestuur slechts gegrond is op schrik en ontzetting! Maar het uur zal komen, waarin zijn schepter gebroken wordt en zijn troon ineen zal storten; waarin hij, de gedeemoedigde, zelf de hand ter verzoening zal reiken aan den vroegeren vriend, die thans onduldbare zielesmarten lijdt, omdat hij zelfstandig durfde optreden tegen den wreeden oppergod. De tijd zal alles volledig openbaren, dat zeg ik u, ik titan Prometheus!»

«Eene schoone bloem, uit schoone gaarde in eigen gaard overgebracht. Doch mijns bedunkens past de voorstelling, die ge hier van Zeus’ wereldbestuur geeft, weinig bij den eerbied voor de goden, welke ons, Atheners, steeds gekenmerkt heeft. Kunt ge het goedkeuren dat Prometheus de door Zeus verwaarloosde taak aanvaard en tegen den wil der opperste godheid volvoerd heeft, den menschen ten gevalle?»

Wederom aarzelde Aischylos een oogenblik. Gevoelde wellicht de jongere tijdgenoot van den pantheïst Xenophanes zich niet meer geheel bevredigd door het godsbegrip, van de vaderen geërfd? Hoe het zij, hij antwoordde:

«Wat ik zooeven schetste, is slechts een klein gedeelte der trilogie, welke den naam van Prometheus zal voeren. Elk opstaan tegen de goddelijke wereldordening, ook waar het uit de edelste beweegredenen voortspruit, kan slechts op kortzichtigheid berusten. Maar ook de kortzichtige kan tragisch wezen door de verhevenheid van het naaste doel, waarop zijn averechtsch streven gericht was en door de fiere kracht, waarmede hij de straf voor zijne overtreding weet te dragen.»

«Nog tal van maanden scheiden ons van de groote Dionysosfeesten. Mocht het mij echter alsdan gegeven zijn tot uw choreeg aangewezen te worden, dan zal het aan mij niet liggen of ge zult den zegekrans erlangen, al kostte het mij ook mijn geheele aandeel in de zilvermijnen van Laureion.»

Met deze woorden verliet Simon den dichter en ging huiswaarts.

II

Simon begaf zich ter ruste. Tegen zijne gewoonte nam hij geen deel aan het nachtfeest, dat den laatsten dag der Panathenaien vooraf ging; nu hij behoorde onder hen, wien de leiding van den stoet was opgedragen, wilde hij zijne krachten sparen voor den volgenden dag en eenige uren ongestoorden slaap genieten. Hij had er anders vaak en veel pleizier gehad, hetzij als mededinger bij den fakkelwedloop, hetzij als eenvoudig toeschouwer, in welke hoedanigheid men allerlei aardige avontuurtjes kon hebben met niet te preutsche meisjes. Maar ook dit trok hem minder aan nu hij dertig jaar was geworden en sedert eenigen tijd ernstig aan trouwen dacht. Evenwel, hij aarzelde voortdurend den beslissenden stap te doen, een meisje zoekend dat hij eenigszins tot leidsman en opvoeder kon strekken, daar hij eene andere opvatting van het huwelijk huldigde dan de Atheners in den regel deden. Een dergelijk meisje had hij echter tot dusver nog niet ontmoet en waar het verkeer tusschen jongelieden van beiderlei geslacht zoo uiterst beperkt was, wanhoopte hij er aan het ooit te vinden.

Vóór dag en dauw stond Simon op, ontbeet met een stuk brood in ongemengden wijn gedoopt en begaf zich naar den buiten-Kerameikos, de wijk waar de feeststoet zou worden opgesteld. Het kostte heel wat tijd eer hij zelf en de overige commissarissen, herauten en tempeldienaars de omvangrijke processie hadden geordend en aan menschen, dieren en wagens de juiste plaats gewezen: aan de groepen van twijgdragende grijsaards, overwinnaars in de wedloopen, hooge magistraatspersonen, fluit- en citerspelers, jongelingen te voet en te paard, hopliten en ruiterij van goeden huize, gezantschappen van stamverwante staten, dragers van wijgeschenken voor de godin, korf- en offergereedschapdraagsters van deftige geboorte, Atheensche burgers en burgeressen, burgerrechtlooze ingezetenen, kudden van runderen en rammen, paradewagens en eindelijk aan het hoofdbestanddeel van den optocht, den in die dagen nog door jonkvrouwen gedragen peplos. Het feestgewaad, door vrouwen en meisjes vervaardigd, was ditmaal bijzonder fraai en vertoonde in schitterende kleuren op saffraanvervigen ondergrond den strijd der goden met de giganten. Eindelijk was alles gereed en begaf men zich langs den voorgeschreven weg naar de akropolis.

Simon had gedurende den langen tocht ruimschoots gelegenheid zijne blikken te doen weiden. En er viel heel wat te zien. Zoodra hij het hoofd een weinig wendde, rustte zijn oog op de tot wijgeschenken bestemde fraaiste producten der Atheensche kunst: beeldhouwwerken in marmer en brons, sierlijke amphoren en drievoeten, offerschalen en schilden. En vóór zich aanschouwde hij de liefste en bevalligste meisjes uit de beste Atheensche familiën, sierlijke mandjes met bloemen, vruchten en reukwerk gevuld, boven het hoofd houdend. Hij had er pleizier in, de houding der onderscheidene meisjes gedurende den optocht gade te slaan. Allen wisten dat de blikken der Atheensche jongelingschap, voor welke zij gedurende het grootste gedeelte van het jaar onzichtbaar waren, heden op haar rustten; dat het feest der Panathenaien de aanleiding tot menig huwelijk was. Sommigen waren zichtbaar onder den indruk er van en hielden de schoone oogen strak op den grond gericht, terwijl ze met langzame passen voortschreden. Anderen vonden het zoo heel erg niet en keken vroolijk en lustig de wereld in, blijkbaar van meening dat men alle goede eigenschappen, ook maagdelijke schuchterheid, kan overdrijven. Nog waren er die de lange oogharen wel is waar neergeslagen hadden, doch niettemin uitstekend bespeurden wat er rondom haar voorviel en wie der omstanders haar zijne stilzwijgende hulde bracht. En Simon maakte bij zichzelf voorspellingen en phantaseerde hoe die verschillende jonge meisjes, vrouwen en moeders geworden, zich zouden gedragen. Die dáár, die zoo verbazend zedig keek, vertrouwde hij niet te best; zij had een plooi om haar lippen, die hem niet aanstond en kwalijk bij haar bedeesde blikken paste. Die andere meende het beter; haar heele gelaat stond buitengewoon stemmig; zij zou waarschijnlijk een feillooze, maar tevens een heel vervelende vrouw worden. En naast haar…

Читать дальше
Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Похожие книги на «Marathon»

Представляем Вашему вниманию похожие книги на «Marathon» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.


Отзывы о книге «Marathon»

Обсуждение, отзывы о книге «Marathon» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.

x