Edmund Banfield - Bekentenissen van een strandvonder
Здесь есть возможность читать онлайн «Edmund Banfield - Bekentenissen van een strandvonder» — ознакомительный отрывок электронной книги совершенно бесплатно, а после прочтения отрывка купить полную версию. В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Жанр: foreign_antique, foreign_prose, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.
- Название:Bekentenissen van een strandvonder
- Автор:
- Жанр:
- Год:неизвестен
- ISBN:нет данных
- Рейтинг книги:4 / 5. Голосов: 1
-
Избранное:Добавить в избранное
- Отзывы:
-
Ваша оценка:
- 80
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
Bekentenissen van een strandvonder: краткое содержание, описание и аннотация
Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «Bekentenissen van een strandvonder»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.
Bekentenissen van een strandvonder — читать онлайн ознакомительный отрывок
Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «Bekentenissen van een strandvonder», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.
Интервал:
Закладка:
De oorspronkelijke cederhut is nu uitgebreid met een bungalow 16 16 Bungalow, huis van één verdieping in de tropen.
, die in overeenstemming is met de eischen van het klimaat. Rondom deze woning is een tuin van omstreeks een halven bunder aangelegd. De kippen zijn comfortabel behuisd, een kleine kudde geiten voorziet ons van melk en nu en dan van versch vleesch. Wij hebben twee paarden, waarvan één op het eiland geboren, voor het zware werk; de boot heeft een loods, waar zij bij het intreden van de ruwe maanden door een windas wordt ingehaald, terwijl zij anders aan een boei in de baai vastligt.
Men zal misschien verwachten dat ik evenals Thoreau tot in bijzonderheden alle door ons aangebrachte veranderingen en de kosten er van zal opgeven, maar ik heb dit denkbeeld verworpen zoodra het in mij opkwam, want, ofschoon ik een trouw volgeling ben van dezen filosoof is het toch verre van mij hem te willen parodieeren.
Een groot gedeelte van het huis is het werk van mijn eigen ongeoefende handen. Ik ben er achter gekomen hoe bewerkelijk het maken van een omheining is, vooral bij gebruik van prikkeldraad en dat het in orde houden van zelfs maar een klein tuintje, waarin bandelooze planten met de snelheid van de pompoen van den profeet groeien, en dat bij verwaarloozing in korten tijd weer tot een wildernis zou worden, een voortdurenden inspannenden arbeid vereischt. Een werk over plantkunde leert „dat de gemiddelde perspiratie van planten zeventien maal zoo groot is als die van den mensch.” Alleen bewoners der tropen kunnen de beteekenis van deze woorden beseffen. Nergens is de plantengroei zoo weelderig en verkwistend.
Gegeven een rustigen tevreden geest, een bananenboschje, een stukje grond met zoete aardappelen, sinaasappel-, mango- en pawpaw-boomen, een paar koffieplanten, de zee voor visch, de rotsen voor oesters, en de mangroven voor krabben; zou het dan niet mogelijk zijn gezond te worden met een minimalen arbeid? Wordt niet algemeen beweerd dat de banaan meer voedsel bevat dan vleesch? Ik heb mijn goede redenen om het te gelooven. In Queensland moet ieder geld verdienen om zijn directe en indirecte belastingen te betalen, maar zou men, afgezien hiervan, méér noodig hebben dan een paar shillings voor thee, suiker en andere luxe en enkele onontbeerlijke kleedingstukken? Doch ik zal hierop niet verder ingaan, ik zou het niet op mijn geweten willen hebben indirect zelfs maar een verloren schipbreukeling de hoop te benemen om eens eerste minister te worden en hem aan te moedigen een leven van zorgelooze onverantwoordelijkheid, zooals het mijne, te beginnen.
Zoodra ons werkelijk was gebleken dat het leven op de grens der beschaving niet alleen dragelijk was, maar „net wat wij wenschten,” sloten wij een overeenkomst met de regeering om ons het rustig bezit van ons eiland te verzekeren. Aanvankelijk hadden wij een klein deel van het eiland voor dertig jaren tegen een rente van f 1.50 per acre (0,4 hectare) gehuurd. Toen echter onze proeftijd verstreken was, zonder dat wij ook maar één enkele illusie hadden verloren, verlangden wij ons land ook in bezit te krijgen. Volgens de zeer liberale wetgeving op het grondbezit in Queensland mag een landbouwonderneming, al naar mate de grond als van eerste, tweede of derde kwaliteit wordt aangemerkt, 160, 320 of 640 acres omvatten. De verwerver moet hiervoor f 1.50 per acre betalen, in jaarlijksche termijnen van 15 cents gedurende tien jaar en al dien tijd op het land wonen. Binnen vijf jaar moeten de aangebrachte verbeteringen en inrichtingen, huis, ontginning, omheining, bebouwing enz. een waarde van f 6, f 3 of f 1.50 per acre bezitten, naar gelang van de kwaliteitsklasse van den grond. Aan het eind van deze vijf jaar kan de verwerver òf de rest van de koopsom in eens afbetalen, òf doorgaan met de jaarlijksche delging van 15 cts., om dan eerst na wederom vijf jaar in het vrije bezit van zijn land te komen. In elk geval kan men dus voor een som van f 1.50 per acre, verdeeld over tien jaar, vermeerderd met een kleinigheid voor opmetingskosten en nog eens f 1.50 per acre voor opstal, bezitter worden van gronden die nergens ter wereld in vruchtbaarheid worden geëvenaard. Andere bepalingen van de Landwet zijn nog veel aanlokkelijker. Niet alleen kan de betaling der rente worden opgeschort totdat de verwerver profijt van zijn grond trekt, maar zelfs wordt hem in bijzondere omstandigheden geldelijke hulp verleend. Letterlijk kan op deze wijze de nederigste mensch het uitgelezenste deel der aarde beërven.
Wat van de natuurlijke gesteldheid van Dunk-eiland gezegd is, geldt voor de geheele kuststreek over een lengte van wel 300 mijlen. Er is geen vruchtbaarder land dan daar. Maar wij hebben hier nog een bijzonder voordeel: Brammobaai ligt slechts drie à vier minuten stoomens buiten de route der schepen, die wekelijks langs de kust varen en door een overeenkomst met den eigenaar van een dier lijnen ontvangen wij iedere week onze post en verschillende benoodigdheden. Zonder dit verkeer met het vasteland zou ons leven hier geheel anders zijn. De stoomvaartmaatschappijen, waarvan er een vlak langs de kust vaart en de andere achter de eilanden om in diep water, hebben al veel gedaan om noordelijk Queensland te ontsluiten.
Een van onze bedrijven, de bijenteelt, moesten wij na een aanvankelijk succes, om een bijzondere reden opgeven. Na veel onkosten en nog meer arbeid waren onze twee Italiaansche korven aangegroeid tot een dozijn en toen reeds eenige malen de geurende honing uit den separator gevloeid was begon al de hoop in ons te ontwaken dat wij een bescheiden winstje zouden kunnen behalen uit dit zuiverste, mooiste, interessantste en onschadelijkste aller bedrijven. Niemand kan zonder diepe bewondering het leven der bijen bestudeeren en het is waarlijk niet hun schuld wanneer de wijste menschen sommige van hun wonderwerken niet begrijpen, of zich over zich zelf leeren schamen. Hoe komt het, dat uit een ei, door de koningin gelegd in een eenigszins ruimer cel dan gewoonlijk, een larf komt, volkomen gelijk aan andere larven, maar die zich door een rijkelijker voeding ontwikkelt tot een nieuwe koningin? Bijenhouders leeren dat de koningin en de hommels de eenige volkomen insekten in de korf zijn en de horde noestende slaven slechts wijfjes zijn die in hun ontwikkeling bleven staan. Elke werkbij zou, in beter omgeving en bij beter voeding een koningin kunnen worden. Door kunstmatige koninginnecellen te bouwen kan men de werkbijen dwingen koninginnen op te voeden. Zoo kan de mensch de ontwikkeling van een insekt beheerschen. Is dit geen troostrijke gedachte, hoop gevende voor hen die klagen over het ongelijke geboorten-cijfer van mannen en vrouwen?
De belangstelling in de bijenkultuur werd bij ons steeds grooter en langzamerhand moest alle beschikbare vaatwerk, tot zelfs leege petroleumblikken, gebruikt worden om den nektar, uit myriaden bloesems vergaderd, te bewaren. Maar na een poosje kwam de teleurstelling; de produktie werd minder en minder en de separator snorde nog maar zelden. Het aantal bijen scheen weer af te nemen. Een atmosfeer van traagheid, besluiteloosheid en wanhoop hing over de korven. De sterkeren beroofden de zwakken en alleen de zwakken zamelden nog, onder een klagelijk gegons, zelf honing in. Als de korven werden uitgehaald ontstond er geen tumult onder de verbolgen en opgewonden bewoners, maar werd er nauwelijks eenig protest vernomen, zeker teeken van afnemende bevolking, verzwakking en ontmoediging.
Al spoedig ontdekten wij de oorzaak der verandering in het karakter en gedrag onzer bijen in de aanwezigheid van twee vogels, de Australische bijeneter ( Merops ornatus ) en de bleekbuikige boschzwaluw ( Artamus leucogaster ) 17 17 Artamus , spitsvogels, zwaluwspreeuwen, zwaluwklauwieren of boschzwaluwen.
. De eerste is een van de aardigste der kleinere Australische vogels. Hij leeft in groepjes van vier of vijf tot twee dozijn toe en blijft soms midden in zijn vlucht, op uitgestrekte vlerken en staart stil staan. Hij zit graag op kale twijgen vanwaar hij een ruim uitzicht heeft, om met onfeilbare juistheid op bijen en andere insekten in volle vlucht neer te schieten en hen met een getjuik van voldoening te verslinden. De boschzwaluw draagt een kleed van teer parelgrijs en wit, dat sterk contrasteert met haar zwarten kop en keel. Zij heeft een gracelijke vlucht en kweelt lieflijk. In sommige jaargetijden zitten ze bij massa’s op een tak bij elkaar, in zulk een dichte rij dat hun borsten als het ware een doorloopenden witten band vormen. Als er een haar plaats verlaat om een insekt te snappen schuiven de anderen allen op en al dringt en wringt zij bij haar terugkomst nog zoo, zij moet op een hoekje gaan zitten. Bij een boschbrand cirkelen zwermen van boschzwaluwen er rondomheen om de vluchtende insekten te vangen.
Интервал:
Закладка:
Похожие книги на «Bekentenissen van een strandvonder»
Представляем Вашему вниманию похожие книги на «Bekentenissen van een strandvonder» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.
Обсуждение, отзывы о книге «Bekentenissen van een strandvonder» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.