Edmund Banfield - Bekentenissen van een strandvonder
Здесь есть возможность читать онлайн «Edmund Banfield - Bekentenissen van een strandvonder» — ознакомительный отрывок электронной книги совершенно бесплатно, а после прочтения отрывка купить полную версию. В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Жанр: foreign_antique, foreign_prose, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.
- Название:Bekentenissen van een strandvonder
- Автор:
- Жанр:
- Год:неизвестен
- ISBN:нет данных
- Рейтинг книги:4 / 5. Голосов: 1
-
Избранное:Добавить в избранное
- Отзывы:
-
Ваша оценка:
- 80
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
Bekentenissen van een strandvonder: краткое содержание, описание и аннотация
Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «Bekentenissen van een strandvonder»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.
Bekentenissen van een strandvonder — читать онлайн ознакомительный отрывок
Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «Bekentenissen van een strandvonder», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.
Интервал:
Закладка:
De donkere dichtheid van het struikgewas, de vaste, maar onregelmatige omzooming van het woud, de groenende grasvelden met hun franje van geelbloesemigen hibiscus en sappige inlandsche kool, de langzaam rijzende zee, de flauwe omtrekken van Purtaboi en de wisselende tinten van het groote Australië op den achtergrond voltooien het tooneel. Hier is vrijheid, hier is het oord waar alle droomen tot werkelijkheid kunnen worden en ongestoorde vrede glimlacht.
Voorbij de rotsige punt van Brammobaai ligt nog een inham. De door den noordoosten wind opgezweepte golven hebben tonnen op tonnen koralen van het rif dat er vóór ligt weggeslagen en de overblijfselen er van met brokken glinsterende schelpen op het zand opgestapeld tot een in de zon schitterende massa. Deze koraal-afval is tegen de grauwe rotsen opgespoeld en vormt er onder de overhangende takken der boomen een witten band, die de sombere tinten der wildernis scheidt van het blauw der zee.
In geen enkel jaargetijde is het eiland geurloos, maar nu eens overweegt de lucht van sappig gras, vermengd met dien van zijn teere bloemen, dan de hars- en honinggeur van bloeiende baloghia’s of de essence van myriaden door den wind gestreelde eukalyptusbladen. De onvergelijkelijke, strandlievende Calophylla verspreiden een rijkelijken, maar teeren geur, die aan dien van de Engelsche Spirea herinnert. De witte ceder ( Melia composita ) vervangt in verschijning en reuk op waardige wijze de Engelsche sering. De aromatische pandanus en tal van variëteiten van acacia’s hebben elk hun bepaalden tijd, terwijl tusschendoor de lucht verzadigd is van het rijke en doordringende aroom van den zilverboom, gedurende een paar weken nog vermengd met den honinggeur der moeras-mahonie ( Tristania suavoslens ) en van de overrijke Careya australis . Sterk en scherp rieken de planten en boomen aan den zoom der wildernis, de inlandsche gember, nootmuskaat, qaundong, schoolhoutboom 11 11 Schoolhoutboom ( Alstonia scholaris ). Engelsch: Milkwood, melkhout, wegens een melkachtige afscheiding.
, de kirri-cue der negers ( Eupomatia laurina ) 12 12 Eupomatia laurina , Engelsch: bean-tree, boonenboom.
, koie-yan ( Faradaya splendida ) met zijn groote witte bloemen en sneeuwige vruchten en nog vele andere. Zwaar en indolent zweeft het aroom der Hoya 13 13 Hoya, ook wel genoemd porceleinbloem.
tusschen de rotsen; de rivier-mangrove giet onverwachts haar zoetheid uit en van het hartje der wildernis waaien luwe luchten aan, die de uitwaseming van bladeren en bloemen vèrheen verspreiden. De geur der wildernis is zeer bepaald, eenigszins aardachtig, maar naar zuivere, gezonde, vochtige aarde, naar mos en varens en zwammen en ook naar balsaam, specerij en zoetheid.
Dikwijls, wanneer ik na een afwezigheid van enkele dagen huiswaarts keerde en de zwarte omtrekken van het eiland uit den helderen, met myriaden tintelende sterren bezaaiden hemel opdoemden, dreef deze vochte woudlucht mij als een groet tegemoet. Ik heb mij lang verbeeld dat het eiland één bijzonderen, eigen geur heeft, zacht en doordringend, rijk en krachtig. Andere wouden en wildernissen mogen even sterk geuren, geen verspreidt dit zeldzame mengsel dat ik telkens weer dankbaar herken.
Slechts één plant ken ik wier lucht weerzinwekkend is. Haar groote bloemen zijn fel-goud en zuiver, maar zij rieken walgelijk. Er is ook een kruipende plant in de wildernis, met kleine geele bloempjes, wier buitengewone zoetheid wee maakt, doch vermengd met de overige is haar geur zeer aannemelijk.
Op zandige plekjes en langs de mondingen der kreken staan reusachtige riekende lelies ( Crinum ). Het is mij niet mogelijk alle planten, die tot den eigenaardigen geur van het eiland bijdragen, op te sommen, ofschoon ik met allen vertrouwd ben. Ik wil alleen nog maar de vier of vijf Orchideeënsoorten in herinnering brengen, waarvan vooral de delikaat-riekende Cyrlostylis reniformis . „Geur” en „Stilte” zijn de woorden die ons eiland het best kenmerken en ik verkies zijn geurende stilte boven alle rumoer en alle luchtjes der stad.
Doch hoe rijk ook de flora van ons eiland zijn moge, nuttige vruchten zijn er schaarsch. Onmetelijke hoeveelheden worden er voortgebracht, maar geen enkele is werkelijk uitmuntend. De frambozen (twee soorten) hebben weinig smaak, de inlandsche kruisbes ( Physalis mimis ) wordt zelfs door de negers versmaad, de wilde druiven zijn zuur en wrang en onder de talrijke vijgensoorten zijn er slechts twee of drie aangenaam en maar één werkelijk goed. „Bedyewrie” ( Ximenia americana ) smaakt zoetachtig, heeft een nasmaak van bittere amandelen en is in het algemeen verfrisschend; de glanzend blauwe quandong ( Eleocarpus grandis ) is flauw, de Herbert-rivier-kers ( Antidesma Dallachyanum ) is wel aangenaam, maar toch niet eerste klas; de vingerkers, de „Pool-boo-nong” der inlanders ( Rhodomyrtus macrocarpa ) heeft den smaak van een kers, maar staat in zeer slechten reuk. Sommigen zeggen dat deze vrucht onderhevig is aan een soort ziekte, iets als plantenpokken, en dat zij, door die ziekte aangetast, bij gebruik verlamming der oogzenuwen, blindheid en zelfs den dood veroorzaakt. De negers echter storen zich niet aan dien roep en eten de vrucht blijkbaar zonder er hinder van te ondervinden. Misschien dat zij iets in hun gestel of zenuwstelsel hebben dat hen onvatbaar maakt voor het vergif, evenals het oranje-pigment in hun opperhuid hen tegen de zonnestralen beschermt. Verzekert niet Darwin dat, terwijl witte schapen en varkens door zekere planten geschaad worden, de donkergekleurde ongedeerd blijven? Sommige Eugenia’s brengen dragelijke vruchten voort en een van de palmen ( Caryola ) draagt groote trossen van gele dadels, die echter alleen aantrekkelijk zijn om te zien. En zoo zou ik een lange lijst mooie vruchten kunnen opsommen, ofschoon er toch niet meer dan een half dozijn van eetbaar zijn en daarvan wederom slechts de helft goed eetbaar. De meerderheid is bitter en wrang, sommige zijn alleen maar flauw; van de verschillende noten is er geen een voldoende.
Waarvoor die overvloedige plantengroei en die ongewone rijkdom van aanlokkelijke vruchten en vleezige noten, waarvan er toch geen enkele den mensen tot voedsel dient? Was de mensch dan slechts een late inval der Natuur? Zij schept een overvloed van voedsel voor vogels en andere dieren die lager staan, maar laat den mensch voor zich zelf zorgen. Zelfs in onbeschaafden staat moet hij min of meer arbeiden alvorens te eten en hoe hooger hij stijgt hoemeer er van zijn verstand gevergd wordt.
Wanneer ik denk aan den onaanzienlijken oorsprong van onzen hedendaagschen appel en ik zie dan den rijkdom der vruchten hier, zoo verheug ik mij in verbeelding over de wonderen die een geniaal vruchtkweeker nog zou kunnen verrichten.
Dunk-eiland heeft vier satellieten en zeven naburen. Niet velen is het voorrecht gegeven voor een uitstapje tusschen een zoo groot aantal schoone plekjes te kunnen kiezen en er dan zeker van te zijn dat hij nergens sporen van een menschelijk wezen zal vinden en dat geen geluid dan dat der natuur zelf zijn mijmeringen zal begeleiden.
Purtaboi, de eerste en dichtstbijzijnde der satellieten, ligt driekwart mijl uit het midden van Brammobaai, altijd zichtbaar door zijn lijn van melaleucaboomen. Mung-um-gnackum en Kumboela, in het zuidwesten, zijn bij laagwater met elkaar en met Dunk-eiland verbonden en Wooln-garin in het zuidoosten is door een 300 meter breede strook van diep en snelstroomend water van de rotsige kust gescheiden.
Een heuvel, gekroond door struikgewas en laag geboomte; een roode rotswand, groepjes pandanuspalmen, een strand omzoomd met casuarina’s, sneeuwwitte koraalbanken en in het noordwesten scherp-puntige klippen in zee, wildernisjes van heesters en reusachtige orchideeën met hun overrijke bloemen als van oud goud; dit is het lieflijke Purtaboi. In October en November komen hier zwermen zeevogels nestelen, ook de nootmuskaatduif, de blauwe duif, de honingzuigers, de boschzwaluw, de blauwe klipreiger en soms ook de kleine zwarte coromant. De grootsnavelige strandpluvier ( Esacus magnirostris ) legt haar ééne ei zoomaar in het zand.
Читать дальшеИнтервал:
Закладка:
Похожие книги на «Bekentenissen van een strandvonder»
Представляем Вашему вниманию похожие книги на «Bekentenissen van een strandvonder» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.
Обсуждение, отзывы о книге «Bekentenissen van een strandvonder» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.