Alfred Brehm - Het Leven der Dieren. Deel 3. Afdeling 2. De Visschen

Здесь есть возможность читать онлайн «Alfred Brehm - Het Leven der Dieren. Deel 3. Afdeling 2. De Visschen» — ознакомительный отрывок электронной книги совершенно бесплатно, а после прочтения отрывка купить полную версию. В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Жанр: foreign_antique, foreign_prose, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.

Het Leven der Dieren. Deel 3. Afdeling 2. De Visschen: краткое содержание, описание и аннотация

Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «Het Leven der Dieren. Deel 3. Afdeling 2. De Visschen»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.

Het Leven der Dieren. Deel 3. Afdeling 2. De Visschen — читать онлайн ознакомительный отрывок

Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «Het Leven der Dieren. Deel 3. Afdeling 2. De Visschen», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.

Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Groot-Brittannië heeft op het gebied van de visscherij alle overige staten overvleugeld. In 1890 werd in Engeland en Wales 305,000 ton, in Schotland 268,000 ton, in Ierland 39,950 ton, in het geheele rijk dus 613,000 ton zeevisch aan land gebracht, ter waarde van ongeveer 75 millioen guldens. Uit Schotland alleen gingen in het genoemde jaar 14,352 vaartuigen bemand met 47,150 koppen ter vischvangst uit; bovendien waren aan land nog 48.384 menschen met het verwerken en afleveren van de gevangen visch bezig. In het jaar 1887 waren in Frankrijk 24.226 vaartuigen met een bemanning van 82.743 koppen voor de zeevisscherij in gebruik; behalve 588 millioen Sardijnen brachten zij 128.692 ton andere Visschen aan; de vangst had een totale waarde van ruim 36 millioen guldens. Brown Goode berekent de opbrengst van de vischvangst voor de Vereenigde Staten van Noord-Amerika in het jaar 1876 op meer dan 370.000 ton ter waarde van bijna 36 millioen gulden; de zeevisschers van dit rijk maakten in 1880 gebruik van eene vloot van 6605 groote vaartuigen en 44.804 schuiten; hieronder waren trouwens de schepen voor de oestervangst, de robbenslagerij, de Walvischjacht enz. begrepen. Volgens andere schrijvers bedroeg de opbrengst van de zeevisscherij in 1891 voor de Vereenigde Staten 120, Groot-Britannië 90, Japan 84, Canada 48, Frankrijk 48, Noorwegen 15 millioen guldens. In Nederland bestond de visschersvloot in 1892 uit 4647 vaartuigen bemand met 16.142 koppen. De opbrengst van de haringvangst alleen beliep 5½ millioen gulden. Al deze landen voeren veel visch uit; in Duitschland echter overtrof de invoer den uitvoer in 1891 met 33 millioen gulden.

Door de zoogenaamde „kunstmatige” vischteelt tracht men den vischrijkdom van binnenwateren te doen toenemen; men kan o.a. wat de zalmvisscherij betreft, op goede uitkomsten wijzen: in 1892 werden te Kralingen 65.481 Zalmen verkocht. Om het aantal Visschen van de een of andere soort te vermeerderen worden eenige mannetjes en wijfjes (hommers en kuiters) van deze soort ter geschikter tijd gevangen. De rijpe eieren worden door zachtjes over den buik van den kuiter te strijken in een bak met water ontlast. Door op dezelfde wijze met den hommer te handelen worden de eieren bevrucht. De bevruchte eieren worden in waterbakken gebracht, waarvan de bodem met kiezelzand bedekt is en waardoor aanhoudend een waterstroom geleid wordt. Door alle schadelijke invloeden buiten te sluiten, slaagt men er in een groot aantal kiemen tot ontwikkeling te brengen. Het vischbroed wordt, nadat het den noodigen tijd gekweekt is, in het water gebracht, waar men de Visch wil „pooten”.

Men kent ongeveer 9000 soorten van hedendaagsche en meer dan 1000 soorten van voorwereldlijke Visschen. Volgens Günther wordt de klasse verdeeld in 5 onderklassen: Beenige Visschen, Kraakbeenige Visschen, Longenvisschen, Rondbekkigen en Smalhartigen. – Haeckel plaatst de laatstgenoemde groep – door hem Schedelloozen ( Acrania ) genoemd – niet slechts tegenover alle andere Visschen, maar ook tegenover alle andere Gewervelde Dieren, die hij onder den naam van Schedeldieren ( Craniota ) samenvat. Hij verdeelt voorts de Schedeldieren in Rondbekkigen en Kaakmondigen, de laatstgenoemde in Visschen, Longenvisschen, Amphibiën, Reptiliën, Zoogdieren en Vogels. Waarschijnlijk verdient zijn klassificatie de voorkeur. Volgens het thans nog vrij algemeen heerschende gebruik vereenigen wij echter voorloopig de Smalhartigen, Rondbekkigen en Longenvisschen met de Visschen.

EERSTE ORDE.

DE STEKELVINNIGEN (Acanthopterygii)

De belangrijkste onderklasse is die der Beenige Visschen of Beenvisschen ( Teleostii ), daar bijna negen tienden van alle hedendaagsche Visschen tot haar behooren; zij hebben een verbeende wervelkolom en zijn gelijkstaartig; hun huid is met dunne veerkrachtige kringschubben of kamschubben of met beenige platen bedekt, zelden naakt; de kieuwen zijn vrij, de kieuwdeksels goed ontwikkeld; de slagadersteel heeft slechts twee klepvliezen; de gezichtszenuwen kruisen elkander; in den darm bevindt zich geen spiraalplooi. Overblijfselen van Beenige Visschen, o. a. van soorten, die nog het meest gelijken op onze Haringen, komen reeds in de lagen van de triasformatie voor; eerst gedurende de krijtformatie beginnen de Ganoïden, die tot dusver de overhand hadden, allengs achter te staan bij hunne naaste verwanten uit de eerste onderklasse, n.l. bij de orde der Luchtbuisvisschen. Sedert den aanvang van het tertiaire tijdvak treden ook vertegenwoordigers van andere orden van Beenige Visschen op en spelen ongeveer dezelfde rol als thans.

De eerste orde der Beenige Visschen – de Stekelvinnigen – bestaat uit ongeveer 3000 soorten. Haar wordt de hoogste rang onder de Visschen toegekend, omdat hare leden het regelmatigst gebouwd zijn, het meest overeenstemmen met den typischen vorm; slechts enkele wijken er van af. Hun grootte is middelmatig; slechts weinige bereiken een lengte van meer dan 2 M. Het kleed bestaat meestal uit kamschubben; bij een betrekkelijk gering aantal soorten is de huid met borstel- of kringschubben bedekt, nog zeldzamer is zij naakt; in den regel heeft zij een vroolijke kleur. De kieuwen zijn kamvormig, de onderste kaakbeenderen niet vergroeid. Hun naam ontleenen deze Visschen aan het bezit van ongelede vinstralen: de voorste stralen van de rugvin (of, indien er twee rugvinnen zijn, die van de eerste) zijn ongeleed, soms vrij (d. w. z. niet tot steun voor een vinvlies dienend), stekelig, meestal massief, zelden (bij de Slijmvisschen) buisvormig; de buikvinnen zijn eveneens met een stekeligen straal gewapend; gewoonlijk bevat de aarsvin meer dergelijke stralen. De meeste soorten zijn borstvinnig, sommige keel- of buikvinnig. Een zwemblaas is gewoonlijk aanwezig, maar niet door een luchtbuis met het spijskanaal verbonden.

Vooral op lagere breedten bereikt deze orde haar grootsten rijkdom aan vormen. Hoewel verreweg de meeste Stekelvinnigen zeebewoners zijn, behooren hiertoe een betrekkelijk groot aantal zoetwatervisschen, waarbij verscheidene zeer bekende, inheemsche soorten. Alle Stekelvinnigen zonder uitzondering leven van roof; vele zijn zeer vraatzuchtig en moordgierig. Ofschoon verscheidene als voedsel voor den mensch op hoogen prijs gesteld worden, valt hun geen bijzondere verzorging ten deel; men laat hun vermenigvuldiging geheel aan de natuur over.

De eerste van de 19 onderorden, waarin Günther de Stekelvinnigen verdeelt, is die der Baarsvisschen ( Perciformes ). De verhouding tusschen de lengte en de hoogte van hun zijdelings steeds eenigermate samengedrukten romp loopt zeer uiteen; de enkelvoudige of in tweeën verdeelde rugvin strekt zich uit over het grootste deel van den rug en wordt over minstens de helft van haar lengte door stekels gesteund; de geleedstralige gedeelten van rug- en aarsvin komen veel met elkander overeen; de borststandige buikvinnen bestaan uit één stekel en 4 of 5 gelede stralen; daarachter, doch niet op een verhevenheid, bevindt zich de aarsopening. —

De Baarzen ( Percidae ), die de eerste familie vormen, hebben een langwerpig, sterk samengedrukt lichaam, dat gewoonlijk met harde kamschubben bekleed is; de kieuwdekselbeenderen zijn getand of gedoornd; tanden komen voor in de beide tusschenkaaksbeenderen, aan de onderkaak en aan het gehemelte (zoowel in het midden, op het ploegschaarbeen, als daarnevens, op de beide gehemeltebeenderen); de kieuwspleet is (evenals de mondspleet) wijd, het kieuwdekselvlies aan weerszijden door 6 of 7 stralen gesteund.

Alle zeeën benevens de meeste rivieren en andere binnenwateren van de Oude en de Nieuwe Wereld worden door enkele leden dezer familie bewoond. Zij onderscheiden zich door fraaie kleuren, vlugge bewegingen en roofzucht. Hun voedsel bestaat uit andere Visschen (hunne eigene jongen niet uitgezonderd), kuit, Wormen en Insecten. Zij leggen een aanzienlijk aantal eieren; door talrijke vijanden wordt echter veel afbreuk gedaan aan hun sterke vermenigvuldiging. Voor de vischteelt in vijvers zijn de Baarzen niet geschikt, daar het bijna onmogelijk is hun het noodige voedsel te verschaffen; in de visscherij spelen zij echter geen onbelangrijke rol, daar hun vleesch te recht smakelijk en gezond wordt geacht en enkele soorten zelfs tot de uitmuntendste artikelen van den vischhandel worden gerekend.

Читать дальше
Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Похожие книги на «Het Leven der Dieren. Deel 3. Afdeling 2. De Visschen»

Представляем Вашему вниманию похожие книги на «Het Leven der Dieren. Deel 3. Afdeling 2. De Visschen» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.


Отзывы о книге «Het Leven der Dieren. Deel 3. Afdeling 2. De Visschen»

Обсуждение, отзывы о книге «Het Leven der Dieren. Deel 3. Afdeling 2. De Visschen» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.

x