Johan Huizinga - Herfsttij der Middeleeuwen
Здесь есть возможность читать онлайн «Johan Huizinga - Herfsttij der Middeleeuwen» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Жанр: Старинная литература, nld. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.
- Название:Herfsttij der Middeleeuwen
- Автор:
- Жанр:
- Год:неизвестен
- ISBN:нет данных
- Рейтинг книги:3 / 5. Голосов: 1
-
Избранное:Добавить в избранное
- Отзывы:
-
Ваша оценка:
- 60
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
Herfsttij der Middeleeuwen: краткое содержание, описание и аннотация
Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «Herfsttij der Middeleeuwen»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.
Herfsttij der Middeleeuwen — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком
Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «Herfsttij der Middeleeuwen», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.
Интервал:
Закладка:
In 1436 was het mogelijk, dat de dienst in een der drukst bezochte kerken van Parijs 22 dagen stilstond, omdat de bisschop de kerk niet wilde herwijden, voor hij zekere som van penningen daarvoor ontving van twee bedelaars, wier handgemeen door een bloedige schram de kerk had ontwijd; en de stakkers hadden het niet. De bisschop, Jacques du Châtelier, stond dan ook bekend als "ung homme très pompeux, convoicteux, plus mondain que son estat ne requeroit". Maar onder zijn opvolger, Denys de Moulins, was het in 1441 al weer zoo: nu kon er vier maanden lang op het kerkhof "des Innocents", het vermaardste en gezochtste van Parijs, niet begraven worden noch ommegang gehouden, omdat de bisschop een hooger recht daarvan eischte, dan de kerk kon opbrengen. Deze bisschop heette "homme très pou piteux à quelque personne, s'il ne recevoit argent ou aucun don qui le vaulsist, et pour vray on disoit qu'il avait plus de cinquante procès en Parlement, car de lui n'avoit on rien sans procès" [60]. Men moet de geschiedenis van de "nouveaux riches" van dien tijd, een familie d'Orgemont bijvoorbeeld, in al de laagheden van hun schraapzucht en proceszucht vervolgen, om den geweldigen haat van het volk, den toorn van predikers en dichters te begrijpen, die zonder ophouden over de rijken werd uitgestort [61].
Het volk kan zijn eigen lot en het gebeuren van den tijd niet anders zien dan als een altijddurende opeenvolging van wanbestuur en uitzuiging, oorlog en rooverij, duurte, gebrek en pestilentie. De chronische vormen, die de oorlog placht aan te nemen, de voortdurende verontrusting van stad en land door allerlei gevaarlijk geboefte, de eeuwige bedreiging van een harde en onbetrouwbare justitie, en daarboven nog de druk van helleangst, duivel- en heksenvrees, hielden een gevoel van algemeene onveiligheid levend, dat wel geschikt was, den achtergrond van het leven zwart te kleuren. Het zijn niet alleen de kleinen en armen, wier leven verliep in die hachelijke onveiligheid, ook in dat van edelen en magistraten zijn de sterkste lotswisselingen en voortdurende gevaren bijna regel. Mathieu d'Escouchy, een Picardiër, is een geschiedschrijver, zooals de vijftiende eeuw er zoo velen oplevert: zijn kroniek, eenvoudig, nauwkeurig, onpartijdig, vervuld van de gewone vereering voor het ridderideaal en de gewone moraliseerende strekking, zou ons een eerzaam auteur doen vermoeden, die aan nauwgezetten historischen arbeid zijn gaven wijdde. Maar welk een leven is het geweest, dat de uitgever van dit geschiedwerk van den auteur uit de oorkonden aan het licht heeft gebracht! [62]Mathieu d'Escouchy begint zijn magistratenloopbaan als raad, schepen, gezworene, schout (prévôt) van de stad Péronne tusschen 1440 en 1450. Van den aanvang af vindt men hem in een soort van veete met de familie van den procureur dier stad, Jean Froment, een veete, die met processen wordt uitgevochten. Dan is het de procureur, die d'Escouchy vervolgt wegens valschheid en moord, dan wegens "excès et attemptaz". De schout op zijn beurt belaagt de weduwe van zijn vijand met een onderzoek naar tooverij, waarvan zij verdacht stond; maar de vrouw weet een mandaat te verkrijgen, krachtens hetwelk d'Escouchy zijn onderzoek in handen der justitie moet stellen. De zaak komt voor het Parlement van Parijs, en d'Escouchy geraakt voor de eerste maal in gevangenschap. Nog zesmaal daarna vinden wij hem als beschuldigde in hechtenis, en eenmaal in krijgsgevangenschap. 't Zijn telkens ernstige crimineele zaken en meer dan eens zit hij in zware ijzers. De wedstrijd van wederzijdsche aanklachten tusschen de familie Froment en d'Escouchy wordt afgewisseld door een gewelddadige ontmoeting, waarbij de zoon Froment hem wondt. Beiden huren rabauwen, om elkaar naar 't leven te staan. Nadat deze lange veete uit onzen gezichtskring verdwenen is, zijn het nieuwe aanslagen; ditmaal wordt de schout verwond door een monnik; nieuwe klachten, dan in 1461 d'Escouchy's verhuizing naar Nesle, onder verdenking van euveldaden, naar het schijnt. Dit belet hem niet, om carrière te maken: hij wordt baljuw, prévôt van Ribemont, procureur du roi te Saint Quentin; hij wordt geadeld. Na nieuwe verwondingen, opsluitingen, boeten, vindt men hem in krijgsdienst: hij strijdt voor den koning bij Montlhéry in 1465 tegen Karel den Stoute, en wordt er krijgsgevangen gemaakt. Uit een volgenden veldtocht keert hij verminkt terug. Dan trouwt hij, maar het beduidt niet de intrede in een rustig leven. Men vindt hem onder de beschuldiging van zegelvervalsching, gevankelijk naar Parijs gevoerd "comme larron et murdrier", in nieuwe veete met een magistraat van Compiègne, naar wiens daden hij een onderzoek moet doen, door pijniging tot bekentenis gebracht en van appel teruggehouden, veroordeeld, gerehabiliteerd, weer veroordeeld, totdat het spoor van dit bestaan van haat en vervolging uit de bescheiden verdwijnt.
Overal waar men de lotgevallen naspeurt van de personen, in de bronnen van dien tijd vermeld, verrijst zulk een beeld van heftig bewogen levens. Lees bijvoorbeeld de bijzonderheden, die Pierre Champion verzameld heeft over allen, die door Villon in zijn Testament zijn bedacht of genoemd [63], of de aanteekeningen van Tuetey op het dagboek van den burger van Parijs. Het zijn processen, misdrijven, twisten en vervolgingen zonder eind, die ons treffen. En dit zijn de levens van willekeurige lieden, uit rechterlijke, kerkelijke of andere bescheiden opgediept. Kronieken als die van Jacques du Clercq, een verzameling van euveldaden, kunnen een te zwart beeld van den tijd geven; zelfs de lettres de rémission, die het dagelijksch leven in zoo levendige nauwkeurigheid voor oogen brengen, kunnen uithoofde van hun crimineel onderwerp te uitsluitend de booze zijden van het leven belichten. Doch elke proef, genomen uit willekeurig materiaal, bevestigt de donkerste voorstellingen.
Het is een booze wereld. Het vuur van haat en geweld brandt hoog, het onrecht is machtig, de duivel dekt met zijn zwarte vlerken een duistere aarde. En spoedig wacht der menschheid het eind van alle dingen. Maar de menschheid bekeert zich niet; de kerk strijdt, predikers en dichters klagen en vermanen vergeefs.
II
DE ZUCHT NAAR SCHOONER LEVEN
Iedere tijd smacht naar een schoonere wereld. Hoe dieper de wanhoop en verslagenheid over het verwarde heden, des te inniger dat smachten. In het laatst der middeleeuwen is de grondtoon van het leven die van bittere zwaarmoedigheid. De toon van moedige levensvreugde en van het vertrouwen in kracht tot groote daden, zooals die klinkt door de geschiedenis der Renaissance en door die der Verlichting, wordt in de Fransch-Bourgondische sfeer der vijftiende eeuw nauwelijks gehoord. Is die samenleving dan werkelijk ongelukkiger geweest dan andere? Men zou het soms gelooven. Waar men zoekt in de overlevering van dien tijd: de geschiedschrijvers, de dichters, de sermoenen en godsdienstige tractaten, en evengoed de oorkonden, er is haast niet anders in bezonken dan de herinnering aan twist, haat en boosaardigheid, hebzucht, woestheid en ellende. Men vraagt zich af: heeft die tijd geen andere vreugden gekend dan die uit wreedheid, hoogmoed en onmatigheid, is daar nergens zachte blijdschap en rustig levensgeluk? Het is waar, elke tijd laat in de overlevering meer sporen na van zijn leed dan van zijn geluk. Het zijn de rampen, die historie worden. Een onberedeneerde overtuiging zegt ons, dat de som van alle levensgeluk en blijde vreugde en zoete rust, welke den menschen ooit beschoren is, in het eene tijdperk niet veel kan verschillen van het andere. En de glans van het laat-middeleeuwsche geluk is ook niet geheel vergaan: het herleeft nog in het volkslied, in de muziek, in de stille verschieten van het landschap en de ernstige aangezichten van het portret.
Doch hier is het verschil: terwijl de achttiende eeuw en de Renaissance de geluksstemming ook jubelend hebben uitgesproken, en het leven en de wereld luid hebben geprezen, ziet de Bourgondische tijd, zich zelf en de wereld beschouwend, schier enkel leed en vertwijfeling. Neem als de uiting van het Renaissance-gevoel Ulrich von Hutten's enthousiasten uitroep: O saeculum, o literae! juvat vivere! Of wel deze enkele regels van Poliziano, waarin de heerlijkheid van christelijk geloof en heidensch geluk in één jubeltoon samensmelten:
Читать дальшеИнтервал:
Закладка:
Похожие книги на «Herfsttij der Middeleeuwen»
Представляем Вашему вниманию похожие книги на «Herfsttij der Middeleeuwen» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.
Обсуждение, отзывы о книге «Herfsttij der Middeleeuwen» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.