Victor Hugo - De Ellendigen (Deel 1 van 5)

Здесь есть возможность читать онлайн «Victor Hugo - De Ellendigen (Deel 1 van 5)» — ознакомительный отрывок электронной книги совершенно бесплатно, а после прочтения отрывка купить полную версию. В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Жанр: literature_19, foreign_antique, foreign_prose, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.

De Ellendigen (Deel 1 van 5): краткое содержание, описание и аннотация

Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «De Ellendigen (Deel 1 van 5)»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.

De Ellendigen (Deel 1 van 5) — читать онлайн ознакомительный отрывок

Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «De Ellendigen (Deel 1 van 5)», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.

Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Zooals men uit dezen brief ziet, wisten de twee vrouwen zich naar de eigenaardigheden van den bisschop te schikken, met dat vrouwelijk doorzicht dat den man beter begrijpt dan hij zich zelven. Onder zijn zacht en kalm voorkomen, ’t welk zich nooit verloochende, verrichtte de bisschop van Digne vaak grootsche, stoute en heerlijke handelingen, zonder dat hij ’t zelf scheen te vermoeden. Zij beefden dan, doch lieten hem zijn gang gaan. Soms waagde Magloire vooraf een aanmerking; doch nooit later. Nimmer stoorde men hem, zelfs niet door een enkel woord of gebaar, in ’t geen waarmee hij begonnen was. Zonder dat hij ’t behoefde te zeggen, en misschien zonder dat hij zelf er zich van bewust was, zoo groot was zijn eenvoudigheid, hadden zij op sommige oogenblikken een onbestemd gevoel, dat hij als bisschop handelde; dan waren zij niet meer dan twee schaduwen in huis. Zij bedienden hem lijdelijk, en zoo de gehoorzaamheid vorderde, dat zij verdwenen, verdwenen zij. Met wonderbare kieschheid van instinct gevoelden zij, dat te groote welwillendheid soms lastig kan wezen. Zelfs wanneer zij meenden dat hij in gevaar was begrepen zij dan ook – ik zeg niet zijn gedachten, maar zijn natuur in die mate, dat zij niet meer over hem waakten. Zij vertrouwden hem aan God.

Voor ’t overige zeide Baptistine, gelijk men gelezen heeft, dat haars broeders dood de hare zou zijn. Magloire zeide het niet, maar was er van overtuigd.

Tiende hoofdstuk.

De bisschop tegenover een onbekend licht

Op een tijdstip kort na den datum van den hiervoren medegedeelden brief deed de bisschop iets, dat, althans naar de meening der geheele stad, nog veel gewaagder was dan zijn tocht door het gebergte, waar zich de roovers ophielden.

Nabij Digne op het land, woonde iemand in volstrekte eenzaamheid. Deze man, – om maar dadelijk het vreeselijke woord te zeggen – was een voormalig lid der conventie. Hij heette G.

In de kleine wereld van Digne sprak men over het conventielid G. met een soort van afschuw. Een lid der conventie! kan men zich iets schrikkelijkers voorstellen? Deze lieden leefden in den tijd, toen men alle rangen ophief en elkander eenvoudig „burger” noemde. Deze man was schier een monster. Hij had wel niet voor den dood des konings gestemd, maar ’t scheelde niet veel. Hij was dus half en half een koningsmoorder, een vreeselijk man! Waarom had men, bij de terugkomst der wettige vorsten, dien man niet voor een bijzondere rechtbank gevoerd? Men zou hem wel niet onthoofd hebben; – er moet immers barmhartigheid zijn? – maar men had hem levenslang kunnen verbannen. Men zou een voorbeeld hebben kunnen stellen enz. enz. Bovendien was hij een godloochenaar, zooals al die lieden… Gekwaak van ganzen over den gier.

Was G. dan een gier? Ja, wanneer men naar zijne woeste eenzaamheid oordeelde. Dewijl hij niet voor den dood des konings gestemd had, was hij niet in de verbanningsdecreten begrepen geworden, en had in Frankrijk mogen blijven.

Hij woonde drie kwartier buiten de stad, ver van eenig gehucht, ver van eenigen weg, in een verborgen hoek van een zeer woest dal. Er werd gezegd dat hij er een soort van veld, een hol, een verblijf had. Geen buren, geen voorbijgangers zelfs. Sinds hij die vallei bewoonde, was het pad, ’t welk er heen voerde, door het gras overgroeid. Men sprak van dat verblijf als van het huis eens scherprechters.

De bisschop dacht hieraan en zag soms in de verte naar den kant, waar een groep boomen het dal van het oude lid der conventie aanduidde, zeggende: „Daar woont een verlaten ziel!” En in gedachten voegde hij er bij: „ik ben hem een bezoek schuldig.”

Wij moeten echter bekennen, dat dit voornemen, hoe natuurlijk ook in den beginne, hem, na eenige overweging, ongerijmd en onmogelijk, ja, schier stuitend, toescheen. De bisschop deelde immers in den grond de algemeene opinie, en het lid der conventie boezemde hem, zonder er zich recht rekenschap van te geven, een gevoel in, ’t welk aan haat grenst, en zoo juist door het woord afkeer wordt uitgedrukt.

Evenwel, mocht de schurft van het schaap den herder verwijderd houden? Neen. Maar welk een schaap!

De goede bisschop was in verlegenheid. Nu eens wilde hij gaan, dan weder terugblijven.

Op zekeren dag verspreidde zich het gerucht in de stad, dat een jong herder, die bij het voormalig lid der conventie G. diende, een geneesheer was komen halen; dat de oude zondaar op sterven lag, en hij den nacht niet zou doorkomen. – Goddank! zeiden sommigen.

De bisschop nam zijn stok, trok zijn overjas aan, wijl zijn priesterrok tamelijk versleten was, zooals wij reeds gezegd hebben, alsmede om den avondwind, die spoedig zou opsteken, en toog op weg.

De zon ging onder en was schier aan de kim, toen de bisschop in het onherbergzaam oord aankwam. Toen hij bespeurde, dat hij dicht bij het hol was, klopte zijn hart sneller. Hij stapte over een sloot, klom over een heg, verwijderde eenige struiken, kwam in een verwaarloosden tuin, ging stoutmoedig eenige schreden voorwaarts, en zag eensklaps aan het einde van den braak liggenden grond, achter hoog kreupelhout, het hol.

’t Was een zeer lage, armoedige, kleine, maar nette hut, met een wijnstok langs den voorgevel.

Vóór de deur zat op een ouden rolstoel, den armstoel van den boer, een man met wit haar, met welgevallen naar de zon ziende.

Naast den grijsaard stond een knaap, de kleine herder, die den oude een kom melk toereikte.

Terwijl de bisschop dit aanzag, sprak de oude man: „Ik dank u, ik heb niets meer noodig.” En zijn blik wendde zich van de zon, om zich naar den knaap te richten.

De bisschop trad nader. Toen de oude man het gerucht van voetstappen hoorde, wendde hij het hoofd om, en zijn gelaat drukte al de verbazing uit, welke het na een lang leven nog uitdrukken kan.

„Sinds ik hier ben,” zeide hij, „is dit de eerste maal dat iemand mij bezoekt. Wie zijt gij, mijnheer?”

De bisschop antwoordde:

„Ik heet Bienvenu Myriel.”

„Bienvenu Myriel. Ik heb dezen naam meer gehoord. Zijt gij degeen, wien het volk monseigneur Bienvenu noemt?”

„Die ben ik.”

Half glimlachend hernam de grijsaard:

„Dan zijt gij mijn bisschop.”

„Zoo gij wilt!”

„Ga binnen, mijnheer.”

Het oude lid der conventie stak den bisschop zijn hand toe, maar deze nam ze niet aan, hij zeide slechts:

„Ik zie met genoegen, dat men mij verkeerd ingelicht heeft. Gij schijnt in geenen deele ziek!”

„Ik zal gezond worden, mijnheer,” antwoordde de grijsaard; en na een poos voegde hij er bij: „Binnen drie uren sterf ik. Ik ben eenigszins een dokter en weet hoe de laatste ure komt. Gisteren waren alleen mijn beenen koud, nu heeft de koude mijn knieën bereikt; ik voel, dat zij hooger komt, en wanneer zij tot het hart dringt, is ’t gedaan. ’t Is een fraaie avond, niet waar? ik heb mij naar buiten doen rollen om een laatsten blik op de wereld te werpen. Gij kunt gerust tot mij spreken, ’t vermoeit mij niet. Ge hebt welgedaan, een stervende te komen bezoeken. ’t Is ook goed, dat zulk een oogenblik getuigen hebbe. Men heeft zijn kleine wenschen: ik had zoo gaarne tot aan den dageraad willen leven, maar ik weet dat mij nauwelijks nog drie uren overblijven. Het zal nacht zijn. ’t Is trouwens om ’t even. Sterven is een zeer eenvoudige zaak. Men heeft daartoe het daglicht niet noodig. Het zij zoo! Ik zal onder den vrijen hemel sterven.”

De grijsaard wendde zich tot den herder:

„Ga, leg u ter ruste. Gij hebt den vorigen nacht gewaakt. Ge zijt vermoeid.”

De knaap ging in de hut. De grijsaard oogde hem na en voegde er bij, als tot zich zelven sprekende:

„Ik zal sterven, terwijl hij slaapt. De slaap van den dood en die van het leven zullen goede buren zijn.”

De bisschop was niet bewogen, zooals men zou gedacht hebben. Hij meende in deze wijze van sterven God niet te zien; om de waarheid te zeggen – want de kleine tegenstrijdigheden van groote harten moeten evenzeer als het overige aangewezen worden – hij, die zoo dikwijls om het „Hoogwaarde heer” lachte, voelde zich eenigszins gekrenkt, dat hij niet „Monseigneur” werd genoemd, en was bijna in verzoeking met „burger” te antwoorden. Hij voelde schier lust tot die vernederende gemeenzaamheid, welke men veelal bij geneesheeren en priesters vindt; maar die bij hem niet gewoon was. Hoe het zij, deze man, dit oud lid der conventie, deze volksvertegenwoordiger, was een machtige der aarde geweest, en misschien voor het eerst van zijn leven kwam een lust tot strengheid bij den bisschop op.

Читать дальше
Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Похожие книги на «De Ellendigen (Deel 1 van 5)»

Представляем Вашему вниманию похожие книги на «De Ellendigen (Deel 1 van 5)» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.


Отзывы о книге «De Ellendigen (Deel 1 van 5)»

Обсуждение, отзывы о книге «De Ellendigen (Deel 1 van 5)» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.

x