Victor Hugo - De Ellendigen (Deel 3 van 5)

Здесь есть возможность читать онлайн «Victor Hugo - De Ellendigen (Deel 3 van 5)» — ознакомительный отрывок электронной книги совершенно бесплатно, а после прочтения отрывка купить полную версию. В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Жанр: literature_19, foreign_antique, foreign_prose, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.

De Ellendigen (Deel 3 van 5): краткое содержание, описание и аннотация

Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «De Ellendigen (Deel 3 van 5)»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.

De Ellendigen (Deel 3 van 5) — читать онлайн ознакомительный отрывок

Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «De Ellendigen (Deel 3 van 5)», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.

Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Door werkzaamheid, volharding, oplettendheid en emmers water was het hem gelukt den Schepper na te scheppen, en had hij een soort tulpen en dahlias uitgevonden, welke de natuur scheen vergeten te hebben. Hij was vindingrijk en Soulange Bodin zelfs voor geweest in de aanwending van heidegrond voor de kweeking van zeldzame en kostbare Amerikaansche en Chineesche heesters. Des zomers was hij reeds met het opgaan der zon tusschen zijn bloembedden bezig om te enten, te snoeien en te begieten, alles met een uitdrukking van goedheid, treurigheid en zachtheid op het gelaat; stond dan soms uren lang onbewegelijk naar het gezang van een vogel in een boom en het neuriën van een kind in huis te luisteren, of staarde naar een grasspriet, waarop het zonnelicht een dauwdroppel deed schitteren als een diamant. Zijn maaltijden waren zeer sober, en hij dronk meer melk dan wijn. Hij zwichtte voor een knaap en werd begromd door zijn dienstmeid. Hij was zoo beschroomd alsof hij menschenschuw ware, ging zelden uit, en ontving geen ander bezoek dan dat der armen, die aan zijn venster klopten, of van zijn pastoor, den abt Mabeuf, een oud goed man. Doch, wanneer stadsbewoners of vreemdelingen, de eersten de besten, nieuwsgierig bij hem aanschelden, om zijn tulpen en rozen te zien, opende hij glimlachend zijn deur. Deze man nu was de bandiet van de Loire.

Wie in dienzelfden tijd de militaire gedenkschriften, de biographieën, den Moniteur en de bulletins van het groote leger had gelezen, zou getroffen zijn geweest door een naam, die er zoo dikwerf in voorkomt, den naam van Georges Pontmercy. In zijn jeugd was deze Georges Pontmercy soldaat in het regiment van Saintonge. De Revolutie brak uit. Het regiment van Saintonge behoorde tot het leger van den Rijn. Want de oude regimenten der monarchie behielden hun namen van provinciën, zelfs na den val der monarchie, en werden eerst in 1794 tot brigades gevormd. Pontmercy streed te Spiers, te Worms, te Neustadt, te Turkheim, te Alzey en te Mainz, waar hij tot de tweehonderd behoorde, die de achterhoede van Houchard vormden. Met twaalf man hield hij achter den ouden wal van Andernach het corps van den prins van Hessen tegen en trok niet eerder naar het leger terug, dan toen het vijandelijk geschut een groote bres had geschoten. Onder Kleber was hij te Marchiennes en in het gevecht van Mont-Palissel, waar een kartetskogel hem den arm verbrijzelde. Toen trok hij naar het Italiaansche gebied en was een der dertig grenadiers, die met Joubert den Colde-Tende verdedigden. Joubert werd hiervoor tot generaal-adjudant en Pontmercy tot tweeden luitenant bevorderd. Pontmercy was aan Berthiers zijde te midden van het schrootvuur en het gevecht van Lodi, dat Bonaparte zeggen deed: Berthier is kanonnier, ruiter en grenadier geweest. Hij zag zijn ouden generaal Joubert te Novi vallen, juist toen hij, met opgeheven sabel, voorwaarts! riep. Met zijn compagnie, voor de benoodigdheden van den veldtocht, op een klein vaartuig ingescheept, dat van Genua naar ik weet niet welke kleine haven op de kust stevende, viel hij in een wespennest van zeven of acht Engelsche schepen. De Genueesche kommandant wilde de kanonnen in zee werpen, de soldaten tusschendeks verbergen en in de duisternis als koopvaardijschip doorsluipen. Maar Pontmercy deed de driekleur aan den mast hijschen en voer trotsch de kanonnen der Engelschen voorbij. Twintig mijlen verder nam hij met stijgende stoutmoedigheid een groot Engelsch transportschip, dat troepen naar Sicilië voerde en met manschappen en paarden tot aan de spuigaten volgeladen was.

In 1805 behoorde hij tot de divisie Malher, die den aartshertog Ferdinand Gunzburg ontnam. Te Wettingen ving hij, in een hagelbui van kogels, kolonel Maupetit, die aan de spits van het 9 ereg. dragonders doodelijk gekwetst werd, in zijn armen op. Hij onderscheidde zich te Austerlitz bij dien bewonderenswaardigen marsch, onder het vuur des vijands volbracht. Toen de cavalerie der keizerlijke russische garde een bataljon van het 4e linieregiment in de pan hakte, behoorde Pontmercy tot degenen, die wraak namen en deze garde overhoop wierpen. Toen gaf de keizer hem het kruis. Pontmercy zag achtereenvolgens Wurmser te Mantua, Melas in Alexandrië, Mack te Ulm krijgsgevangen maken. Hij behoorde tot het achtste corps van het groote leger, dat Mortier kommandeerde en Hamburg bemachtigde. Vervolgens ging hij over tot het 55e van linie, het voormalige regiment van Vlaanderen. Te Eylau was hij op het kerkhof, waar de heldhaftige kapitein Louis Hugo, oom van den schrijver van dit werk, alleen met zijn compagnie van drie-en-tachtig man gedurende twee uren de pogingen van het vijandelijke leger wederstond. Pontmercy was een van de drie, welke levend dit kerkhof verlieten. Hij was te Friedland. Vervolgens zag hij Moskou, toen de Beresina, toen Lutzen, Bautzen, Dresden, Wachau, Leipzig en de bergpassen van Gelenhausen; toen Montmirail, Chateau Thierry, Craon, de oevers der Marne, de boorden der Aisne, en de geduchte stelling van Laon. Als kapitein sabelde hij te Arnay-le-Duc, tien kozakken neer, en redde, niet zijn generaal, maar zijn korporaal. Bij deze gelegenheid werd hij getroffen, en haalde men uit zijn linkerarm niet minder dan zeven-en-twintig splinters. Acht dagen vóór de capitulatie van Parijs had hij met een kameraad geruild en was bij de cavalerie overgegaan. Want hij had wat men in den ouden tijd een dubbele hand noemde, d. i. het was hem hetzelfde, of hij als soldaat sabel en geweer hanteerde, dan wel als officier een escadron of bataljon kommandeeren moest. Uit deze door oefening verkregen bekwaamheid zijn verscheidene wapenhelden voortgekomen, zooals o. a. dragonders, die tegelijk ruiters en infanteristen zijn. Hij begeleidde Napoleon naar het eiland Elba. Te Waterloo was hij escadronschef bij de brigade curassiers van Dubois. Hij was ’t, die het vaandel van het bataljon Lunenburg veroverde, en het aan de voeten des keizers wierp. Toen was hij met bloed bedekt door een sabelhouw, dien hij dwars over het gezicht had gekregen. Toen riep hem de keizer tevreden toe: „Ge zijt kolonel, ge zijt baron, ge zijt officier van het legioen van eer!” Toen antwoordde Pontmercy: „Sire, ik dank u voor mijn weduwe.” Een uur later viel hij in den hollen weg van Ohain. En wie was nu die Georges Pontmercy? Het was de bandiet van de Loire.

Men heeft nu reeds iets van zijn geschiedenis vernomen. Na den slag van Waterloo was het Pontmercy, die, zooals men zich herinnert, uit den hollen weg van Ohain was getrokken, gelukt zich weder bij het leger te voegen en, van de eene tot de andere ambulance, zich tot in het kantonnement der Loire voort te sleepen.

De Restauratie had hem op halve soldij gesteld en vervolgens, natuurlijk onder opzicht, Vernon tot woonplaats aangewezen. Koning Lodewijk XVIII, al wat in de honderd dagen was gebeurd, als niet gebeurd beschouwende, had bijgevolg noch zijn hoedanigheid van officier van het legioen van eer, noch zijn rang van kolonel, noch zijn titel van baron erkend. Hij van zijn kant liet geen gelegenheid voorbijgaan om zich kolonel baron Pontmercy te teekenen. Hij had slechts één blauwen rok, en ging niet uit zonder er het lint van officier van het legioen van eer op te hechten. De procureur des konings deed hem verwittigen, dat hij hem wegens het onwettig dragen dezer decoratie zou vervolgen. Toen deze waarschuwing hem op officieuse wijze gegeven werd, antwoordde Pontmercy met bitteren glimlach: „Ik weet niet of ik geen Fransch meer versta, of dat gij ’t niet meer spreekt, maar dit weet ik, dat ik u niet begrijp.” – Vervolgens ging hij acht dagen achtereen met zijn lint uit. En men waagde het niet hem te verontrusten. Twee of drie keeren schreven de minister van oorlog en de generaal kommandant van het departement hem onder dit adres: Aan mijnheer den kommandant Pontmercy. Hij zond de brieven ongeopend terug. In dien zelfden tijd handelde Napoleon op St. Helena met de brieven van Sir Hudson Lowe aan generaal Bonaparte eveneens. Pontmercy was dan ook van dezelfde stof als zijn keizer gemaakt.

Читать дальше
Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Похожие книги на «De Ellendigen (Deel 3 van 5)»

Представляем Вашему вниманию похожие книги на «De Ellendigen (Deel 3 van 5)» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.


Отзывы о книге «De Ellendigen (Deel 3 van 5)»

Обсуждение, отзывы о книге «De Ellendigen (Deel 3 van 5)» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.

x