Thor zag vanuit zijn ooghoeken iets in de lucht naar hem toe geslingerd worden en hij voelde plotseling hoe de man losliet en op het dek neerviel. Thor zag Engel staan die zojuist een steen had gegooid en realiseerde zich dat ze perfect op de slaap van de man had gericht. De man kronkelde aan Thor's voeten en Thor keek verbaasd toe toen Engel naar voren stapte, een haak van het dek pakte, het omhoog tilde en de borst van de man doorboorde. Het was dezelfde haak die de piraten hadden gebruikt om ze in hun net op zee te strikken. Gerechtigheid, bedacht Thor, komt altijd terug.
Hij had geen idee dat Engel het in haar had; hij zag woestheid in haar ogen terwijl ze over hem heen stond en hij wist dat ze een echte krijgersgeest had die meer was dan hij wist.
Thor draaide zich om en gooide zichzelf in de strijd. Hij en zijn mannen vielen meedogenloos aan, allemaal verenigd, zoals ze al in zoveel plaatsen geweest waren, een goed afgestelde moordmachine, allemaal elkaars rug verdedigend. Samen vochten ze schitterend, ze kenden elkaars ritme. Terwijl Elden met zijn strijdbijl zwaaide, slingerde Indra haar speer, diegene dodend die hij niet kon bereiken. Matus zwaaide met zijn dorsvlegel en doodde twee piraten tegelijk, terwijl Reece zijn lange hellebaard gebruikte om drie piraten te doden voordat ze Selese konden bereiken. En Selese strooide het stof uit haar zak op hun wonden, ze heelde al hun wonden terwijl ze doorgingen en hield ze sterk.
Langzaam keerde het tij, terwijl ze de ene na de andere neersloegen. De lichamen stapelden zich op en al snel was er nog maar een tiental over.
Met hun ogen wagenwijd van angst open, realiseerden de tiental overgebleven piraten dat ze niet konden winnen. Ze lieten hun dolken en machetes en bijlen vallen en hieven hun handen omhoog, doodsbang.
“Dood ons niet!” gilde er één, trillend. “We bedoelden het niet zo! We deden alleen maar met de anderen mee!”
“Jullie zullen het inderdaad niet zo bedoeld hebben,” zei Elden.
“Maak je geen zorgen,” zei Thor, “we zullen jullie niet doden.”
Thor stak zijn zwaard in de schede, stapte voorwaarts, greep de piraat, tilde hem over zijn hoofd heen en gooide hem overboord, de zee in.
“De vissen zullen dat voor ons doen.”
De anderen sloten zich bij hem aan, ze dreven de overgebleven mannen met hun wapens overboord, de zee in. Thor keek toe hoe de zee al snel rood kleurde, de haaien cirkelden en verdrongen de schreeuwen van de piraten.
Thor draaide zich naar de anderen om die naar hem keken. Hij zag in hun ogen dat ze hetzelfde als hem dachten: de overwinning, zoete overwinning, was van hun.
Конец ознакомительного фрагмента.
Текст предоставлен ООО «ЛитРес».
Прочитайте эту книгу целиком, на ЛитРес.
Безопасно оплатить книгу можно банковской картой Visa, MasterCard, Maestro, со счета мобильного телефона, с платежного терминала, в салоне МТС или Связной, через PayPal, WebMoney, Яндекс.Деньги, QIWI Кошелек, бонусными картами или другим удобным Вам способом.