Alfred Brehm - Het Leven der Dieren - Deel 2, Hoofdstuk 01 - De Boomvogels.
Здесь есть возможность читать онлайн «Alfred Brehm - Het Leven der Dieren - Deel 2, Hoofdstuk 01 - De Boomvogels.» — ознакомительный отрывок электронной книги совершенно бесплатно, а после прочтения отрывка купить полную версию. В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. ISBN: , Жанр: Природа и животные, foreign_antique, foreign_prose, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.
- Название:Het Leven der Dieren: Deel 2, Hoofdstuk 01: De Boomvogels.
- Автор:
- Жанр:
- Год:неизвестен
- ISBN:http://www.gutenberg.org/ebooks/28746
- Рейтинг книги:5 / 5. Голосов: 1
-
Избранное:Добавить в избранное
- Отзывы:
-
Ваша оценка:
- 100
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
Het Leven der Dieren: Deel 2, Hoofdstuk 01: De Boomvogels.: краткое содержание, описание и аннотация
Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «Het Leven der Dieren: Deel 2, Hoofdstuk 01: De Boomvogels.»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.
Het Leven der Dieren: Deel 2, Hoofdstuk 01: De Boomvogels. — читать онлайн ознакомительный отрывок
Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «Het Leven der Dieren: Deel 2, Hoofdstuk 01: De Boomvogels.», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.
Интервал:
Закладка:
De Vogels overtreffen alle andere dieren door de snelheid van hun stofwisseling, door hun hooge lichaamstemperatuur. Het eene verschijnsel is een gevolg van het andere: aan hun krachtige ademhaling danken de Vogels hunne meerdere werkzaamheid en kracht. Zij ademen veel sterker dan de andere dieren, want de zuurstof van de lucht komt niet alleen door tusschenkomst van het bloed, en dus scheikundig gebonden aan de bloedkleurstof, maar ook als zoodanig in alle deelen van hun lichaam; daar, zooals reeds gezegd is, niet alleen de longen, maar ook de luchtzakken, de groote en kleine holten der beenderen, en soms zelfs bepaalde ruimten in de huid met lucht gevuld worden. Het bloed wordt rijkelijker met zuurstof voorzien dan bij de overige dieren; oxydatieverschijnselen in het lichaam hebben sneller en krachtiger plaats, de door de zuurstof veroorzaakte prikkel is grooter, de geheele bloedsomloop sneller: men heeft opgemerkt, dat de slagaders en aders naar verhouding dikker zijn, dat het bloed rooder is, meer bloedlichaampjes bevat dan bij de overige Gewervelde Dieren. Hiermede staat de onvergelijkelijke bedrijvigheid der Vogels in het nauwste verband, terwijl voor het stofverbruik, dat er een noodzakelijk gevolg van is, natuurlijk weder een snellere spijsvertering vereischt wordt.
Naar verhouding eet de Vogel meer dan eenig ander wezen. Niet weinige Vogels eten bijna voortdurend, zoolang zij wakker zijn; de insectenjagers eten zooveel, dat het gewicht, van de per dag verbruikte hoeveelheid voedsel twee- à driemaal grooter is dan hun eigen lichaamsgewicht. Bij de vleescheters is de verhouding gunstiger, daar zij per dag nog geen zesde gedeelte van hun gewicht aan voedsel noodig hebben; meer dan dit heeft waarschijnlijk geen der planteneters noodig; toch moeten ook zij in vergelijking met de Zoogdieren veeleters genoemd worden. Het voedsel wordt onmiddellijk in de kliermaag of vooraf in den krop gebracht, en hier voor de vertering voorbereid; in de maag wordt het geheel verweekt of als tusschen molensteen fijngewreven. Verscheidene Vogels vullen bij het eten het spijskanaal tot aan het keelgat met voedsel, andere stoppen den krop zoo vol, dat hij als een bol aan den hals uitpuilt. De Roofvogels kunnen zelfs oude beenderen verteren; in het spijskanaal van groote, zaadetende Vogels worden stukken ijzer veranderd, totdat zij een geheel anderen vorm hebben dan vroeger. Onverteerbare stoffen blijven bij sommige weken lang in de maag liggen, voordat zij verder vervoerd worden; door andere worden zij als ballen weder uitgespuwd. Ondanks de snelle stofwisseling hoopt zich bij overvloedige voeding onder de huid en tusschen de ingewanden zeer veel vet op; als het dier verscheidene dagen achtereen honger moet lijden, wordt dit vet echter volkomen weder verbruikt. Toch kunnen de Vogels het langer dan de meeste Zoogdieren zonder voedsel uithouden.
Het vliegen is de voortreffelijkste bewegingswijze van de Vogels. Alle overige dieren, die geschikt zijn om zich in de lucht te bewegen, fladderen of gonzen; de Vogels alleen vliegen. Dit danken zij aan het maaksel hunner wieken, welker pennen elkander waaiersgewijs bedekken, en zóó gebogen zijn, dat de vleugel aan de benedenzijde een trogvormige uitholling vertoont. Bij de bovenwaartsche beweging van de vleugels ontstaan ruimten tusschen de opeenvolgende slagpennen, waardoor de lucht heendringen kan; bij den neerwaartschen slag voegen de vlaggen zich innig aaneen, en bieden een grooten weerstand aan ’t doordringen van de lucht. De Vogel zal dus stijgen bij iederen neerwaartschen vleugelslag. Daar deze zoowel van voren naar achteren als van boven naar onderen gericht is, beweegt het dier zich meteen vooruit. De snelheid, die de vliegende Vogel kan bereiken, is grooter dan die van eenig ander dier; terwijl hij ook door zijn geschiktheid om de beweging vol te houden, niet achterstaat bij andere wezens. Wat hij in dit opzicht vermag, gaat ons begrip te boven: in weinige dagen kan hij een reis van vele duizenden kilometers volbrengen, in weinige uren een breede zee overtrekken. Vele trekvogels vliegen dagen achtereen zonder een verpoozing van eenig belang; uren lang kunnen sommige Vogels in de lucht spelen; alleen in zeer ongunstige omstandigheden geraken zij buiten staat om zich verder te bewegen.
In den regel zijn de goede vliegers voor ’t gaan meer of minder ongeschikt; ook onder hen zijn er echter eenige, die goed kunnen loopen. De wijze, waarop deze beweging geschiedt, is zeer verschillend; men spreekt bij de Vogels van rennen, draven, loopen, springen, stappen, huppelen, wandelen; sommige kunnen alleen op een plompe wijze waggelen, terwijl andere zich voortschuiven of laten glijden. In vele opzichten verschilt deze beweging, hoewel zij twee ledematen vereischt, van den gang van den mensch. Met uitzondering van eenige weinige Zwemvogels, die zich niet anders dan schuivend over den bodem kunnen voortbewegen, gaan alle Vogels op de teenen. Het best, hoewel niet het vlugst, wordt dit gedaan door die, welker lichaam in het midden ondersteund wordt: de langpootige Vogels loopen goed maar met afgemeten schreden; de kortpootige hebben een gebrekkigen, gewoonlijk huppelenden gang; de bezitters van middelmatig lange pooten bewegen zich zeer snel, zij rennen meer dan zij loopen. Log en onbeholpen is de gang van alle Vogels, welker lichaam een steilen stand heeft. Die, welke eveneens ver achterwaarts geplaatste pooten hebben, maar het lichaam vooroverbuigen, gaan weinig beter, omdat zij bij elken stap het voorste gedeelte van den romp op een duidelijk merkbare wijze moeten draaien. Eenige uitstekende vliegers kunnen in ’t geheel niet meer gaan; eenige uitmuntende duikers kunnen zich alleen schuivend en kruipend over den bodem verplaatsen. Bij zeer snellen loop maken vele gebruik van hunne vleugels.
Niet weinige leden van deze klasse kunnen zich behendig in ’t water bewegen, volbrengen gedurende het zwemmen hunne meeste verrichtingen, roeien over de oppervlakte voort en kunnen ook duiken. Iedere Vogel zwemt, als hij in het water wordt geworpen; de geschiktheid voor ’t zwemmen komt niet uitsluitend aan de eigenlijke Zwemvogels toe. De vederen staan bij deze en alle andere in ’t water levende Vogels dichter bijeen dan bij de overige; bovendien worden zij voortdurend met vet besmeerd en zijn hierdoor uitmuntend tegen het water bestand. De Vogel, die aan de oppervlakte van ’t water zwemt, behoudt dezen stand zonder eenige inspanning; iedere roeiwerking dient bij hem uitsluitend tot voortbeweging van ’t lichaam. Voor ’t zwemmen gebruikt hij gewoonlijk alleen de voeten, die met saamgevouwen teenen naar voren getrokken, vervolgens uitgespreid en daarna met volle kracht tegen het water gedrukt worden; als hij bedaard zwemt, geschiedt dit eerst met den eenen en dan met den anderen poot, bij snel zwemmen meestal met beide tegelijk. Om te sturen wordt één poot met uitgespreide teenen achterwaarts gestrekt en de andere voor ’t roeien gebruikt. Meestal gaat met de geschiktheid tot zwemmen die tot duiken gepaard. Eenige Vogels zwemmen onder water sneller dan aan de oppervlakte en wedijveren met de Visschen; andere zijn alleen dan tot duiken in staat, als zij zich van een zekere hoogte in het water laten neerploffen. Deze beide bekwaamheden zijn van beteekenis voor de levenswijze van het dier. Zij, die van den waterspiegel uit met een meer of minder zichtbaren sprong in het water duiken, worden zwem- of sprongduikers, zij die uit de lucht in het water neerschieten, stootduikers genoemd. De diepte, die zij bij ’t duiken bereiken, hunne richting en snelheid bij deze beweging, de tijd, dien zij onder de oppervlakte doorbrengen, zijn zeer verschillend. Eidereenden kunnen, naar men zegt, 7 minuten lang onder water blijven en tot een diepte van 120 M. afdalen; de meeste Vogels bereiken stellig zulk een diepte niet en keeren reeds na hoogstens 3 minuten naar den waterspiegel terug om adem te halen. Eenige Vogels, die niet tot de Zwemvogels behooren, kunnen niet slechts zwemmen en duiken, maar ook op den bodem van ’t water rondloopen.
Читать дальшеИнтервал:
Закладка:
Похожие книги на «Het Leven der Dieren: Deel 2, Hoofdstuk 01: De Boomvogels.»
Представляем Вашему вниманию похожие книги на «Het Leven der Dieren: Deel 2, Hoofdstuk 01: De Boomvogels.» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.
Обсуждение, отзывы о книге «Het Leven der Dieren: Deel 2, Hoofdstuk 01: De Boomvogels.» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.