Alfred Brehm - Het Leven der Dieren. Deel 3, Hoofdstuk 5 - De Amphibiën

Здесь есть возможность читать онлайн «Alfred Brehm - Het Leven der Dieren. Deel 3, Hoofdstuk 5 - De Amphibiën» — ознакомительный отрывок электронной книги совершенно бесплатно, а после прочтения отрывка купить полную версию. В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Жанр: Природа и животные, foreign_antique, foreign_prose, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.

Het Leven der Dieren. Deel 3, Hoofdstuk 5: De Amphibiën: краткое содержание, описание и аннотация

Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «Het Leven der Dieren. Deel 3, Hoofdstuk 5: De Amphibiën»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.

Het Leven der Dieren. Deel 3, Hoofdstuk 5: De Amphibiën — читать онлайн ознакомительный отрывок

Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «Het Leven der Dieren. Deel 3, Hoofdstuk 5: De Amphibiën», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.

Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

De voortplanting heeft bij de Europeesche Vorschen in de lente plaats. De eieren (het rit) zijn onderling vereenigd tot snoeren (b. v. bij de Padden) of tot onregelmatige klompen (b. v. bij de Kikvorschen). De larven (dikkoppen, donderpadden, kikkervischjes) missen nog de ledematen en de mondopening, maar zijn van een staart voorzien. Onder de plaats, waar later de mondopening zal ontstaan, bevinden zich 2 kleine, spoedig verdwijnende „hechtschijfjes”. Weldra ontspruiten aan weerszijden van den hals drie boomvormig vertakte, uitwendige kieuwen; achter elke kieuw is een spleet (keelspleet), waardoor de mondholte met de buitenwereld in gemeenschap staat. Daarna komt de mondopening tot stand en worden de kieuwen langzamerhand door een van den kop naar achteren groeiende woekering van de huid (het kieuwdeksel) overdekt en in een kieuwholte opgesloten; intusschen verdwijnen de boomvormige kieuwen en wordt haar verrichting overgenomen door inwendige, als tanden van een kam aan de kieuwbogen gehechte kieuwplaatjes, welke veel op die der Visschen gelijken. Het kieuwdeksel laat voor den afvoer van het water een opening vrij (de kieuwspleet). Deze is bij de meeste inheemsche Vorschen ( Rana Bufo , Pelobates en Hyla ) aan de linkerzijde van den hals gelegen, minder dikwijls ( Alytes, Bombinator ) in ’t midden van de keel. Terwijl de kieuwen deze veranderingen ondergaan, hebben de randen van de mondspleet zich met een hoornlaagje bedekt, dat verscheidene rijen van fijne hoorntandjes draagt. Binnen in het lichaam merkt men den spiraalvormig gekronkelden dunnen darm op. Daarna vertoonen zich de achterste ledematen, die reeds een aanmerkelijke grootte bereikt hebben, als de voorste ledematen zichtbaar worden. Van nu af verdwijnen de larveorganen langzamerhand; de kieuwen verschrompelen, de kieuwspleet groeit dicht, de longen beginnen dienst te doen; de hoorntandjes en het hoornachtig bekleedsel van de kaken gaan te niet; de staart wordt allengs korter en verdwijnt eindelijk geheel; tenslotte is de staartelooze jonge Vorsch gereed om het water te verlaten.

Over ’t algemeen zijn de Vorschen wakker en bedrijvig van aard; nachtdieren zijn zij even goed als de andere Amphibiën, hoewel vele ook over dag een grootere bedrijvigheid toonen dan bij andere leden der klasse waargenomen wordt. Door hun geschiktheid tot beweging munten zij boven al hunne verwanten uit: zij gaan of strompelen beter dan deze, maken kolossale sprongen en doen dit op een buitengewoon behendige wijze, zwemmen en duiken voortreffelijk en kunnen uren lang zonder bezwaar op den bodem van het water doorbrengen. Zij zijn scherp van gezicht, van gehoor en van reuk, zijn ondanks hun in ’t oog vallende gevoelloosheid, duidelijk geschikt tot het opmerken van drukking en temperatuursverschil, waarschijnlijk ook, hoewel in geringe mate, voor smaakprikkels gevoelig. Bij de andere leden hunner klasse kan men moeilijk sporen van hoogere werkzaamheid van den geest ontdekken; bij de Vorschen daarentegen worden duidelijk een nauwkeurige kennis van de plaatselijke gesteldheid, benevens onderscheidingsvermogen, geheugen en op ervaring berustende schranderheid waargenomen; bovendien geven zij blijken van voorzichtigheid en schuwheid in hunne betrekkingen tot andere wezens; zelfs openbaren zij eenige list bij het kiezen van de middelen om aan een gevaar te ontkomen of om een buit te bemachtigen; zij scheppen behagen in luide tonen, zooals op onmiskenbare wijze blijkt uit hun goed ontwikkeld gehoororgaan en uit de muziekuitvoeringen, die zij ’s avonds geven. Al deze eigenaardigheden maken de Vorschen voor ons veel aantrekkelijker dan de andere Amphibiën.

Hoewel hunne stemmen minder verscheidenheid aanbieden, minder omvangrijk, klankvol en zoetvloeiend zijn dan vogelengezang, staan zij niet al te ver achter bij die van de meeste Zoogdieren. Zij brengen allerlei geluiden voort, afwisselend van een ver hoorbaar gebrul, tot een fijn gesjirp, van heldere fluittoonen tot een dof gejammer. Heesch krascht de eene, volle, afgeronde tonen hoort men van de andere; sommige sjirpen als Sprinkhanen, andere loeien als Runderen; het op klokslagen gelijkende geluid van de Pad, bestaat uit afgebroken tonen, door rustpauzen gescheiden; de Groene Kikvorsch daarentegen draagt een uit vele coupletten samengesteld lied voor. Zoowel in de oerwouden van Zuid-Amerika als in de keerkringslanden van Azië en Afrika, in Australië niet minder dan in Europa, trekken de stemmen van de Vorschen sterk onze aandacht en wekken onze belangstelling.

Onze welwillendheid verdienen de Vorschen niet slechts door hun onschuldige vroolijkheid, maar ook doordat zij, wel verre van schadelijk te zijn, nuttige werkzaamheden verrichten, welker beteekenis stellig nog niet genoeg gewaardeerd wordt.

De Vorschen worden thans in twee onderorden gesplitst; de Tongvorschen ( Phaneroglossa ) en de Tongloozen ( Aglossa ). Verreweg de meeste Vorschen behooren tot de eerstgenoemde afdeeling, die zich kenmerkt door de goed ontwikkelde tong en het gescheiden blijven der Eustachiaansche buizen (de verbinding tusschen de trommelholte en de mondholte), die dus met twee openingen aan het gehemelte eindigen.

Men kan in deze onderorde zeer duidelijk twee groepen onderscheiden: bij de Stijfborstigen ( Firmisternia ), zooals de Kikvorsch, zijn de beenderen van den schoudergordel onbeweeglijk met het borstbeen verbonden; bij de Vrijborstigen ( Arcifera ) zooals de Pad, laten zij een zijdelingsche verschuiving toe. De groep der Stijfborstigen omvat 6 familiën; slechts één van deze – de Echte Kikvorschen ( Ranidae ) – is in Europa en Nederland vertegenwoordigd; zij omvat 22 geslachten; alle Europeesche soorten behooren tot het geslacht Kikvorsch ( Rana ).

De Echte Kikvorschen hebben alleen in de bovenkaak tanden. De pupil is bij sommige geslachten een verticale, bij andere een horizontale spleet; de teenen eindigen bij sommige spits, bij andere in hechtschijfjes; soms zijn alle voeten met zwemvliezen voorzien, soms ontbreken zij aan de voorpooten, soms aan alle ledematen.

De meeste leden van deze familie ondergaan de hierboven beschreven gedaantewisseling in het water; bij sommige heeft echter een deel van den ontwikkelingsgang binnen het ei plaats, dat in dit geval aanmerkelijk grooter is.

De Echte Kikvorschen bewonen in grooten getale de wateren van gematigde en warme gewesten; zij komen voor in alle werelddeelen met uitzondering van Australië. Nagenoeg overal hoort men hun nachtelijk lied, want, evenals de Waterkikvorsch in ons vaderland, vestigen ook zijne verwanten zich in lage zoowel als in hooge oorden, in stroomend zoowel als in stilstaand water, indien dit niet te veel zout bevat, ook op den vasten bodem, daar verscheidene soorten zich, evenals de Boomkikvorschen, slechts gedurende den paartijd in ’t water ophouden en later vochtige weiden, velden en wouden tot woonplaats kiezen.

Overal hebben de in ’t water wonende Kikvorschen nagenoeg dezelfde levenswijze: een bedrijvig en vroolijk lente- en zomerleven met druk geschreeuw en veel genoegen wordt gevolgd door een minder aangename nabetrachting in den herfst, die als inleiding dient tot den maanden langen slaap van den winter of van het droge seizoen. Diep verborgen onder het slijk van de verstijvende of uitdrogende plassen wachten de slapers den warmen lenteadem af, die de ijskorst doet smelten of de eerste regenbuien, die de geblakerde en met spleten doorploegde slijklaag verweekt en aaneenvoegt. Hier door warmte, ginds door vocht wordt de natuur tot nieuw leven opgewekt; want gelijk bij ons de lente aan de aarde haar prachtigste tooi verschaft, brengt het begin van den regentijd in de keerkringsgewesten de schoonheden der natuur in hoogere mate tot ontwikkeling. Waar onder een hemel, die zijne gaven mild verspreidt, het klimaat in den loop van het jaar nagenoeg geen verandering ondergaat, laten de wakkere waterzangers bijna onverpoosd hun stem weerklinken. In het waterrijke Zuid-Amerika verneemt men iederen avond en stellig na iedere regenbui het koor der Kikvorschen; in de vochtige vlakten van Indië en West-Afrika ziet of hoort men deze dieren het geheele jaar door.

Читать дальше
Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Похожие книги на «Het Leven der Dieren. Deel 3, Hoofdstuk 5: De Amphibiën»

Представляем Вашему вниманию похожие книги на «Het Leven der Dieren. Deel 3, Hoofdstuk 5: De Amphibiën» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.


Отзывы о книге «Het Leven der Dieren. Deel 3, Hoofdstuk 5: De Amphibiën»

Обсуждение, отзывы о книге «Het Leven der Dieren. Deel 3, Hoofdstuk 5: De Amphibiën» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.

x