Robert Jordan - Vuur uit de hemel

Здесь есть возможность читать онлайн «Robert Jordan - Vuur uit de hemel» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Жанр: Фэнтези, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.

Vuur uit de hemel: краткое содержание, описание и аннотация

Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «Vuur uit de hemel»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.

Vuur uit de hemel — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком

Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «Vuur uit de hemel», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.

Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Opeens besefte hij geschrokken dat de Amyrlin iets had gezegd. Hij ploos zijn geheugen na en vond het. ‘Ja, Moeder, de jas past me uitstekend.’ Hij streek met een hand langs het zwarte fluweel om te tonen hoe mooi hij het vond, alsof kledij echt belangrijk was. ‘Het is een zeer goede jas. Ik wil u daar heel hartelijk voor bedanken, Moeder.’ Hij was best bereid nog meer van haar gestuntel te verdragen om hem op z’n gemak te stellen, was best bereid te knielen en haar ring te kussen, maar ditmaal ging ze recht op de kern van de zaak af.

‘Vertel me wat je weet over Rhand Altor, baas Fajin.’ Fajins ogen gingen naar het schilderij van de twee mannen en hij verstijfde. Het portret van Altor trok even hard aan hem als de man zelf zou hebben gedaan, stuurde woede en haat in kokende golven door zijn aderen. Door deze jongeman had hij meer pijn geleden dan hij zich herinnerde, pijn die hij zich niet eens wilde herinneren, had hij veel meer geleden dan pijn alleen. Vanwege Altor was hij gebroken en opnieuw gemaakt. Natuurlijk had die herschepping hem ook zijn vermogen tot wraak geschonken, maar dat had er niets mee te maken. Alles in zijn blikveld vervaagde, behalve zijn verlangen om Altor te vernietigen.

Toen hij zich weer tot de Amyrlin wendde, besefte hij niet dat zijn optreden even heerszuchtig was als het hare en dat hij haar recht in de ogen keek. ‘Rhand Altor is onbetrouwbaar en sluw. Hij geeft om niets en niemand, alleen om zijn eigen macht.’ Dwaze vrouw. ‘Hij zal nooit datgene doen waar je op rekent.’ Maar als zij hem Altor in handen kon spelen... ‘Hij is moeilijk te leiden – heel moeilijk – maar ik geloof dat het mogelijk is. Eerst dient u iemand die hij vertrouwt, onder uw invloed te krijgen...’ Als zij hem Altor in handen speelde, zou hij haar misschien laten leven, ook al was ze een Aes Sedai.

Languit gelegen in een vergulde stoel, zonder jas, een gelaarsd been over de zachte ronde armleuning, glimlachte Rahvin terwijl de vrouw die voor de haard stond, herhaalde wat hij haar had gezegd. In haar grote bruine ogen schemerde een waas. Een jonge knappe vrouw, zelfs in de eenvoudige grijze wol die ze als vermomming droeg, maar dat vond hij niet zo belangrijk bij haar.

Ondanks de grote openstaande vensters kwam er geen zuchtje frisse lucht binnen. Het zweet rolde tijdens het praten over haar gezicht en vormde dikke druppels op het smalle gelaat van de andere aan wezige man. Ondanks zijn prachtige roodzijden jas met gouden borduursels stond hij even stijf als een bediende, wat hij in zekere zin ook was, maar hij was het uit vrije wil en de vrouw niet. Uiteraard was hij op dit moment doof en blind gemaakt. Rahvin ging voorzichtig om met de stroom Geest die hij rondom het tweetal had gewoven. Het was niet nodig waardevolle bedienden te beschadigen.

Zelf zweette hij natuurlijk niet. Hij stond niet toe dat de klamme zomerwarmte hem beroerde. Rahvin was een grote man, lang, donker en knap, ondanks de witte haren aan zijn slapen. Wilsdwang had bij deze vrouw geen probleem gevormd.

Een stuurse blik verwrong zijn gezicht. Bij sommigen leverde dat wel moeilijkheden op. Enkele mensen – enkelen – waren van zichzelf zo sterk dat hun geest bleef zoeken, zelfs onbewust, naar scheurtjes waardoor ze konden wegglippen. Het was wel pech dat hij een van hen nog steeds nodig had. Hij kon haar aan, maar ze bleef een uit weg zoeken zonder zich haar gevangenschap te realiseren. Uiteindelijk zou die ene natuurlijk overbodig zijn en zou hij een beslissing moeten nemen of hij haar weg zou sturen of voor altijd zou lozen.

Beide paden hielden gevaar in. Niet voor hem natuurlijk, want hij was een behoedzaam man, overdreven behoedzaam. Kleine gevaren werden grote gevaren als je ze negeerde en hij voorkwam dat liever door gepast voorzichtig te zijn. Zou hij haar doden of houden? Hij ontwaakte uit zijn gepeins toen de vrouw zweeg. ‘Als je hier weg gaat,’ zei hij, ‘herinner je je van dit bezoek niets meer. Je zult je alleen herinneren dat je als gebruikelijk een ochtendwandelingetje hebt gemaakt.’ Ze knikte, wilde hem heel graag ter wille zijn en hij verknoopte de stroompjes Geest heel licht, zodat die in haar geest zouden oplossen zodra ze weer op straat liep. Het regelmatig gebruik van wilsdwang maakte gehoorzaamheid gemakkelijker, zelfs wanneer hij het niet gebruikte, maar zolang die dwang aanwezig was, kon ze altijd ontdekt worden.

Toen hij dat had gedaan, maakte hij Elegars geest eveneens los. Heer Elegar. Een edelman van lagere stand, maar trouw aan zijn eden. De man likte zenuwachtig langs zijn lippen, wierp een blik op de vrouw en knielde toen meteen neer voor Rahvin. Vrienden van de Duistere – Duistervrienden werden ze nu genoemd – kregen steeds beter door dat ze strikt aan hun eden werden gehouden, nu Rahvin en de anderen bevrijd waren.

‘Breng haar langs de achtergangen terug naar de straat,’ zei Rahvin, ‘en laat haar daar achter. Ze mag niet gezien worden.’

‘Het zal gebeuren zoals u zegt, grote meester,’ zei Elegar en maakte al knielend nog een buiging. Hij stond op, schoof buigend achterwaarts van Rahvin weg, de vrouw aan een arm meetrekkend. Ze ging natuurlijk heel gedwee mee, nog steeds met die mist in haar ogen. Elegar zou haar niets vragen. Hij wist heel goed dat er zaken waren waarvan hij niets wilde weten.

‘Een van je speelpopjes?’ zei plots een vrouw achter hem toen de deur met het beeldhouwwerk achter het tweetal dichtviel. ‘Vind je nu dat soort kleding leuk?’

Hij graaide naar saidin, vulde zich met de Ene Kracht en de smet op de mannelijke helft van de Ware Bron kaatste terug van de beschermende banden en eden, de banden met iets wat hij kende als een grotere kracht dan het Licht, groter zelfs dan de Schepper. Midden in het vertrek was een poort verschenen boven een rood- en-goudkleurig tapijt, een opening naar een andere plaats. Vlak voor de poort verdween, zag hij heel kort een vertrek dat behangen was met sneeuwwitte zijden muurkleden, waarna een vrouw in zijn kamer verscheen, in wit gekleed en met een gordel van gevlochten zilver werk. De kleine kriebeling op zijn huid als een vage kilte was het enige dat hem vertelde dat ze had geleid. Ze was lang en slank, en even mooi als hij knap was; haar donkere ogen waren als bodemloze poelen, haar haar was getooid met zilveren sterren en maansikkels en viel in volmaakte golvingen tot op haar schouders. De meeste mannen zouden bij haar aanblik een droge mond van begeerte krijgen. ‘Waarom besluip je me zo, Lanfir?’ vroeg hij op ruwe toon. Hij liet de Kracht niet los, maar bereidde liever enkele onaangename verrassingen, voor het geval hij die nodig mocht hebben. ‘Als je me wilt spreken, stuur je maar een boodschapper en dan besluit ik zelf waar en wanneer. En óf ik dat wel wil.’

Lanfir glimlachte haar lieve verraderlijke glimlach. ‘Je bent altijd al een zwijn geweest, Rahvin, maar zelden een dwaas. Die vrouw is een Aes Sedai. Stel je voor dat ze haar missen? Stuur je ook herauten uit om te verkondigen waar je bent?’

‘Geleiden?’ spotte hij. ‘Ze is zo zwak dat ze zonder oppasser niet eens naar buiten zou mogen. Ze noemen amper onderwezen kinderen al Aes Sedai, wanneer de helft van hun kennis bestaat uit handigheidjes die ze zichzelf hebben geleerd en de andere helft maar nauwelijks de oppervlakte krast.’

‘Zou je ook zo laatdunkend doen als die domme kinderen een kring vandertien om je heen vormen?’ De koele spot in haar stem stak hem, maar hij liet dat niet merken.

‘Ik neem mijn voorzorgsmaatregelen, Lanfir. Ze is niet mijn “speelpopje”, zoals jij haar belieft te noemen, maar de verspiedster van de Toren hier. Op deze manier vermeldt ze in het verslag precies wat ik wil, en ze doet dat maar al te graag. De vrouwen die de Uitverkorenen in de Toren dienen, hebben me meteen verteld waar ik haar kon vinden.’ De dag naderde dat de wereld de naam Verzaker zou vergeten en voor de Uitverkorenen zou neerknielen. Dat was beloofd, al zo lang geleden. ‘Waarom ben je hier, Lanfir? Toch zeker niet om een weerloze vrouw te verdedigen?’

Читать дальше
Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Похожие книги на «Vuur uit de hemel»

Представляем Вашему вниманию похожие книги на «Vuur uit de hemel» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.


Отзывы о книге «Vuur uit de hemel»

Обсуждение, отзывы о книге «Vuur uit de hemel» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.

x