Robert Jordan - Viersprong van de Schemer
Здесь есть возможность читать онлайн «Robert Jordan - Viersprong van de Schemer» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Жанр: Фэнтези, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.
- Название:Viersprong van de Schemer
- Автор:
- Жанр:
- Год:неизвестен
- ISBN:нет данных
- Рейтинг книги:4 / 5. Голосов: 1
-
Избранное:Добавить в избранное
- Отзывы:
-
Ваша оценка:
- 80
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
Viersprong van de Schemer: краткое содержание, описание и аннотация
Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «Viersprong van de Schemer»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.
Viersprong van de Schemer — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком
Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «Viersprong van de Schemer», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.
Интервал:
Закладка:
De bijl was voor zijn gevoel zo licht als een veertje toen hij hem optilde, maar kwam neer als een hamer op het aambeeld. Het zware blad sneed soepel door de linkerpols van de Shaido. De man gromde van pijn, maar hief zich toen schokkerig en met een grauw op, waarbij hij het bloed dat uit zijn pols spoot opzettelijk in Perijns gezicht spatte.
‘Heel hem,’ zei Perijn tegen de Aes Sedai terwijl hij een stap naar achteren deed. Hij deed geen poging om zijn gezicht schoon te vegen. Het bloed sijpelde in zijn baard. Hij voelde zich uitgehold. Hij had de bijl niet meer kunnen optillen als zijn leven ervan had afgehangen. ‘Ben je niet wijs?’ vroeg Masuri boos. ‘We kunnen die man zijn hand niet teruggeven!’
‘Ik zei: heel hem!’ grauwde hij.
Seonid was echter al in beweging gekomen. Ze tilde haar rokken op, schreed naar de man toe en knielde neer bij zijn hoofd. Hij lag aan de stomp van zijn pols te bijten in een vruchteloze poging het bloeden met zijn tanden te stelpen. Er sprak echter geen angst uit zijn ogen en evenmin uit zijn geur. Geen geintje angst.
Seonid greep de Shaido bij zijn hoofd en opeens begon hij te schokken en wild met zijn arm om zich heen te slaan. Het gespetter van bloed werd gestaag minder terwijl hij lag te stuiptrekken, en toen hij zich met een grauw gezicht slap op de grond liet zakken, was het bloeden gestelpt. Bevend hief hij de stomp van zijn linkerarm op om te kijken naar de gladde huid die er nu overheen lag. Als er een litteken was, kon Perijn er niets van zien. De man keek hem met onblote tanden aan. Hij rook nog steeds niet bang. Seonid liet haar schouders hangen, alsof ze het uiterste van zichzelf had gevergd. Alharra en Wynter deden een stap naar voren, maar ze hield hen met een handgebaar tegen en kwam met een diepe zucht moeizaam zelf overeind.
‘Ik heb me laten vertellen dat jullie het dagenlang kunnen volhouden zonder ook maar iets te zeggen waar we iets aan hebben,’ zei Perijn. Zijn stem klonk hem te luid in de oren. ‘Ik heb geen tijd om toe te kijken hoe taai en dapper jullie zijn. Ik wéét dat jullie taai en dapper zijn. Maar mijn vrouw wordt al te lang gevangengehouden. Jullie worden zo meteen van elkaar gescheiden en dan gaan we jullie vragen stellen over enkele vrouwen, namelijk of en waar je hen gezien hebt. Dat is het enige wat ik wil weten. Er komen geen hete kolen of iets dergelijks aan te pas; we houden het bij vragen. Maar als iemand weigert antwoord te geven, of als jullie antwoorden te verschillend zijn, raken jullie alle vijf iets kwijt.’ Tot zijn verrassing slaagde hij er toch in de bijl op te tillen. Er zaten rode vegen op het blad.
‘Twee handen en twee voeten,’ zei hij kil. Licht, wat klonk hij ijzig. Hij voelde zich ook ijzig, tot op zijn botten. ‘Dat betekent dat jullie vier kansen krijgen om allemaal hetzelfde te zeggen. En ook als jullie allemaal je mond houden, zal ik jullie niet doden. Dan zoek ik een dorp waar ik jullie kan achterlaten, ergens waar jullie mogen bedelen, ergens waar de jongens de woeste Aielmannen zonder handen en voeten een muntje zullen toewerpen. Denk daar maar eens over na en besluit dan of het de moeite waard is om me mijn vrouw te ontzeggen.’
Zelfs Masema keek hem aan alsof hij de man die daar met een bijl stond voor het eerst zag. Toen hij zich omdraaide om weg te gaan, maakten zowel Masema’s mannen als de Geldaners ruim baan voor hem, alsof ze een hele vuist Trolloks moesten doorlaten. Hij vond de haag van puntige staken op zijn weg, en een pas of honderd daarachter het woud, maar hij veranderde niet van richting. Met de bijl in zijn handen liep hij verder totdat hij aan alle kanten omringd werd door de hoge bomen en hij de geuren van het kamp achter zich had gelaten. De scherpe, metaalachtige stank van bloed droeg hij met zich mee. Daar kon hij niet voor vluchten. Hij had niet kunnen zeggen hoelang hij door de sneeuw liep. Het viel hem nauwelijks op dat de lichtstralen die de schaduwen onder het bladerdak van het woud doorkliefden steeds schuiner werden. Het bloed op zijn gezicht en in zijn baard werd dik. Het begon op te drogen. Hoe vaak had hij niet gezegd dat hij alles zou doen om Faile terug te krijgen? Een man deed wat hij moest doen. Voor Faile was dat alles.
Plotsklaps hief hij met beide handen de bijl boven zijn hoofd, om hem vervolgens zo hard als hij kon van zich af te slingeren. Het wapen tolde door de lucht en begroef zich met een harde klap in de dikke stam van een eik.
Hij slaakte een zucht die in zijn longen opgesloten leek te zitten, zeeg neer op een ruw rotsblok zo hoog en breed als een bank, en zette zijn ellebogen op zijn knieën. ‘Je kunt nu wel te voorschijn komen, Elyas,’ zei hij vermoeid. ‘Ik kan je ruiken.’
De andere man stapte met lichte tred uit de schaduwen. Zijn gele ogen gloeiden zachtjes onder de brede rand van zijn hoed. Vergeleken met hem waren de Aiel luidruchtig. Hij duwde zijn lange mes uit de weg en ging naast Perijn op het rotsblok zitten, maar een hele tijd kamde hij alleen maar met zijn vingers door de brede, met grijs doorspekte baard die tot op zijn borst hing. Hij knikte naar de bijl, die vastzat in de stam van de eik. ‘Ik heb een keer tegen je gezegd dat je dat ding moest houden totdat je er te veel van ging genieten als je hem gebruikte. Genoot je ervan, daar in het kamp?’ Perijn schudde heftig zijn hoofd. ‘Nee! Dat niet. Maar...’
‘Maar wat, jongen? Ik denk dat je zelfs Masema bang hebt gemaakt. Alleen ruik jij ook bang.’
‘Het werd hoog tijd dat die eens ergens bang voor werd,’ mompelde Perijn, en hij haalde onbehaaglijk zijn schouders op. Sommige dingen waren moeilijk in woorden uit te drukken. Maar misschien werd het wel tijd om dat te doen. ‘De bijl. De eerste keer viel het me niet eens op; achteraf pas. Dat was de nacht dat ik Gaul ontmoette en de Witmantels ons wilden doden. Later, toen ik in Tweewater tegen de Trolloks vocht, was ik er niet zeker van. Maar uiteindelijk bij Dumaisbron wel. Ik ben bang in de strijd, Elyas, bang en verdrietig, omdat ik Faile misschien nooit meer zal zien.’ Zijn hart trok zich samen totdat het pijn deed in zijn borst. Faile. ‘Alleen... Ik heb Gradi en Neald horen praten over hoe het is als je de Ene Kracht aanraakt.
Ze zeggen dat je dan pas echt het gevoel hebt dat je lééft. Hoewel ik in de strijd doodsangsten uitsta, heb ik dan pas het gevoel dat ik leef, en dat heb ik verder alleen als ik Faile in mijn armen houd. Ik geloof niet dat ik ertegen zou kunnen als ik dat gevoel ook zou krijgen als ik deed wat ik net in dat kamp heb gedaan. Ik geloof niet dat Faile me dan terug zou willen.’
Elyas snoof minachtend, ik denk niet dat je dat in je hebt, jongen. Luister, iedereen reageert anders op gevaar. Sommigen blijven zo koel als een kikker, maar ik heb nooit de indruk gehad dat jij zo was. Als je hart begint te bonzen, raakt je bloed verhit. Dan is het alleen maar logisch dat je zintuigen worden aangescherpt, dat je je sterker bewust bent van alles om je heen. Misschien ga je binnen een paar tellen dood, of misschien al bij de volgende hartslag, maar op dat ogenblik leef je nog en dat voel je van je tanden tot in je teennagels. Zo is het nu eenmaal. Dat betekent niet dat je het fijn vindt.’
‘Dat zou ik graag geloven,’ zei Perijn eenvoudig. ‘Als je ooit zo oud wordt als ik,’ antwoordde Elyas droog, ‘zul je het geloven. Tot die tijd moet je het maar gewoon van me aannemen. Ik heb langer geleefd dan jij en heb het allemaal al eens meegemaakt.’ Met zijn tweeën keken ze naar de bijl. Perijn wilde het dolgraag geloven. Het bloed op zijn bijl leek nu zwart. Bloed had er nog nooit zo zwart uitgezien. Hoeveel tijd was er inmiddels verstreken? Aan de invalshoek van het licht dat tussen de bomen door scheen te zien, ging de zon bijna onder.
Zijn oren vingen het gekraak op van paardenhoeven in de sneeuw, die langzaam zijn kant op kwamen. Kort daarna kwamen Neald en Aram te voorschijn. De voormalige ketellapper wees sporen aan en de Asha’man schudde ongeduldig zijn hoofd. Het was een duidelijk spoor, maar desondanks zou Perijn er niet op durven vertrouwen dat Neald het zou kunnen volgen. Hij was immers een stadsmens. ‘Arganda vond dat we moesten wachten totdat je een beetje afgekoeld was,’ zei Neald, die in zijn zadel voorover leunde en Perijn aandachtig opnam, ik, daarentegen, vond dat je al zo koel was als maar kon.’ Hij knikte, met een licht trekje van tevredenheid om zijn mond. Hij was eraan gewend dat mensen bang voor hem waren vanwege zijn zwarte mantel, en waar die voor stond. ‘Ze hebben gepraat,’ zei Aram, ‘en ze hebben allemaal dezelfde antwoorden gegeven.’ Aan de boze uitdrukking op zijn gezicht was echter te zien dat hij niet blij was met de antwoorden, ik geloof dat je dreigement dat je hen als bedelaars zou achterlaten hun meer angst aanjoeg dan die bijl van je. Maar ze beweren dat ze vrouwe Faile nooit gezien hebben, en de anderen ook niet. We zouden het nog een keer met de kooltjes kunnen proberen. Misschien herinneren ze het zich dan wel.’ Klonk hij inderdaad gretig? En kwam het doordat hij Faile wilde vinden of omdat hij de kooltjes wilde gebruiken? Elyas grimaste. ‘Dan gebruiken ze gewoon de antwoorden die je hun geboden hebt en vertellen je wat je horen wil. De kans was toch maar klein. Er zijn duizenden Shaido en duizenden gevangenen. Een man kan zijn hele leven doorbrengen temidden van zoveel mensen zonder er ooit meer dan een paar honderd te ontmoeten die hij zich zal herinneren.’
Читать дальшеИнтервал:
Закладка:
Похожие книги на «Viersprong van de Schemer»
Представляем Вашему вниманию похожие книги на «Viersprong van de Schemer» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.
Обсуждение, отзывы о книге «Viersprong van de Schemer» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.