Robert Jordan - De Torens van Middernacht

Здесь есть возможность читать онлайн «Robert Jordan - De Torens van Middernacht» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Жанр: Фэнтези, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.

De Torens van Middernacht: краткое содержание, описание и аннотация

Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «De Torens van Middernacht»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.

De Torens van Middernacht — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком

Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «De Torens van Middernacht», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.

Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Rhand begon te rennen. Hij kwam bij een deur aan het einde van de gang. Het rossige hout van de deur was knobbelig en ribbelig, als de dikke wortels van een stokoude boom. Rhand greep de klink – ook weer een wortel – en rukte de deur open.

De reusachtige zaal erachter was helemaal zwart, zonder enig licht, als een grot diep onder de grond. De zaal leek het licht op te zuigen en te doven. De schreeuwende stem was daarbinnen. Het klonk zwak, alsof het geluid werd gesmoord door de duisternis. Rhand liep naar binnen. De duisternis slokte hem op. Het leek het leven uit hem te trekken, alsof honderd bloedzuigers het bloed uit zijn aderen zogen. Hij zette door. Hij kon niet bepalen waar de kreten vandaan kwamen, dus liep hij langs de wand; die voelde aan als bot, glad met hier en daar een scheurtje.

De kamer was rond. Alsof hij in de kom van een gigantische schedel stond.

Daar! Vaag licht verderop van een enkele kaars op de grond, die een vloer van zwart marmer verlichtte. Rhand haastte zich ernaartoe. Ja, daar zat een gestalte. Ineengedoken tegen de beenderwitte muur. Het was een vrouw met zilvergrijs haar, gekleed in een dun wit nachthemd.

Ze huilde nu; haar lichaam trilde en schokte. Rhand knielde naast haar neer en de kaars flakkerde door zijn beweging. Hoe was deze vrouw in zijn droom terechtgekomen? Was ze echt, of was ze aan zijn geest ontsproten? Hij legde zijn hand op haar schouder. Ze keek naar hem op. Haar ogen waren rood, haar gezicht een masker van pijn, en de tranen dropen van haar kin. ‘Alsjeblieft,’ smeekte ze. ‘ Alsjeblieft . Hij heeft me.’

‘Wie ben jij?’

‘Je kent me,’ fluisterde ze terwijl ze zijn hand pakte en die omklemde. ‘Het spijt me. Het spijt me zo. Hij heeft me. Hij foltert mijn ziel elke avond opnieuw. O, alsjeblieft! Laat het ophouden.’ De tranen stroomden weer over haar wangen. ‘Ik ken jou niet,’ zei Rhand. ik...’

Die ogen. Die prachtige, verschrikkelijke ogen. Rhand zoog zijn adem naar binnen en liet haar hand los. Het gezicht was anders, maar hij kende die ziel inderdaad. ‘Mierin? Maar je bent dood. Ik heb je zien sterven!’

Ze schudde haar hoofd, ik wou dat ik dood was. Ik wens het. Alsjeblieft! Hij vermaalt mijn botten en breekt ze als twijgen, en dan laat hij me voor dood liggen voordat hij me net voldoende Heelt om me in leven te houden. Hij...’ Ze brak haar zin af en haar lichaam schokte. ‘Wat is er?’

Haar ogen werden groot en ze draaide naar de muur toe. ‘Nee!’ schreeuwde ze. ‘Hij komt eraan! De Schaduw in de geest van ieder mens, de moordenaar van de waarheid. Nee!’ Ze draaide terug en reikte naar Rhand, maar iets sleurde haar naar achteren. De muur brak door en ze tuimelde de duisternis in.

Rhand sprong naar voren en graaide naar haar, maar hij was te laat. Hij ving nog een glimp van haar op voordat ze in de zwarte diepte verdween.

Hij verstijfde en staarde in die diepte. Hij zocht kalmte, maar kon het niet vinden. In plaats daarvan voelde hij haat, bezorgdheid, en -als een kolkende slang binnen in hem – verlangen. Dat was Mierin Eronaile geweest, een vrouw die hij ooit vrouwe Selene had genoemd. Een vrouw die de meeste mensen kenden bij de naam die ze zelf had aangenomen. Lanfir.

Een wrede, droge wind blies in Lans gezicht terwijl hij uitkeek over een gecorrumpeerd landschap. Tarwins Kloof was een brede pas met rotsen en mesgras met zwarte spikkels van de Verwording. Dit was ooit een deel geweest van Malkier. Hij was weer thuis. Voor de laatste keer.

Hele menigten Trolloks dromden aan de overkant van de Kloof. Duizenden. Tienduizenden. Waarschijnlijk honderdduizenden. Zeker tien keer zoveel als de mannen die Lan had verzameld tijdens zijn tocht door de Grenslanden. Gewoonlijk bleven mensen aan hun kant van de Kloof, maar dat kon Lan niet doen.

Hij was gekomen om aan te vallen, om uit te rijden voor Malkier. Andère kwam links naast hem rijden, de jonge Kaisel uit Kandor rechts van hem. Hij voelde iets in de verte, iets wat hem de laatste tijd kracht gaf. De binding was veranderd. De gevoelens waren anders.

Hij voelde Nynaeve nog steeds, zo prachtig, vol liefde en hartstocht achter in zijn geest. Hij had verdriet moeten voelen bij de wetenschap dat zij nu zou lijden als hij stierf, in plaats van iemand anders, maar het gevoel dat hij dicht bij haar was – voor de laatste keer – gaf hem kracht.

De warme wind leek te droog; hij rook naar stof en aarde en trok het vocht uit zijn ogen, zodat hij vaak moest knipperen.

‘Het is passend,’ zei Kaisel.

‘Wat?’ vroeg Lan.

‘Dat we hier aanvallen.’

‘Ja,’ beaamde Lan.

‘Maar het is ook stoutmoedig,’ zei Kaisel. ‘Het bewijst aan de Schaduw dat we ons niet laten verslaan, dat we ons niet verstoppen. Dit is üw land, heer Mandragoran.’

Mijn land, dacht hij. Ja, dat was het. Hij spoorde Mandarb aan. ‘Ik ben al’Lan Mandragoran,’ brulde Lan. ‘Heer van de Zeven Torens, Verdediger van de Muur van de Eerste Vuren, Drager van het Zwaard van de Duizend Meren! Ooit was ik Aan’allein, maar die titel weiger ik, want ik ben niet langer alleen. Vrees mij, Schaduw! Vrees mij en weet dit: ik ben teruggekeerd voor wat van mij is. Ik ben dan misschien een koning zonder land, maar ik ben nog steeds een koning!’

Hij brulde en hief zijn zwaard. Achter hem rees gejuich op. Hij stuurde nog een laatste, krachtige vlaag van liefde naar Nynaeve toe terwijl hij Mandarb in galop dreef.

Zijn leger stormde achter hem aan, allemaal te paard; Kandori, Arafellers, Shienaranen en Saldeanen. Maar de meesten waren Malkieri.

Lan zou niet verbaasd zijn als hij elke man in zijn koninkrijk die nog een wapen kon vasthouden nu bij zich had.

Ze reden juichend naar voren, zwaaiend met zwaarden en lansen. De hoefslagen klonken als de donder, hun stemmen als bulderende golven, hun trots was sterker dan de stralende zon. Ze waren met twaalfduizend man. En ze stormden op een leger van minstens honderdvijftigduizend monsters af.

Deze dag zal eervol in de herinnering blijven, dacht Lan. De Laatste Aanval van de Gouden Kraanvogel. De val van de Malkieri. Het einde was gekomen. Ze zouden het met geheven zwaard tegemoet treden.

En zie, de wereld zal getuige zijn van de verzwakking van de kerker van de Grootste, als de ledematen van diegenen die hem geschapen hadden. Wederom zal Zijn roemrijke mantel het Patroon van alle dingen smoren, en de Grote Heer zal Zijn hand uitstrekken om op te eisen wat hem toebehoort. De opstandige naties zullen worden kaalgeslagen, hun kinderen zullen wenen. Er zal geen ander zijn dan Hij en degenen die hun blik naar Zijne Majesteit hebben gericht.

Op die dag, wanneer de Nar met Eén Oog door de zalen van rouw reist en de Eerste Onder het Ongedierte zijn hand uitstrekt om vrijheid te brengen aan Hij die zal Vernietigen, zullen de laatste dagen van trots voor de Gevallen Smid aanbreken.

Voorwaar, de Gebroken Wolf, degene die de Dood heeft gekend, zal vallen en worden verteerd door de Torens van Middernacht. En zijn vernietiging zal vrees en smart in het hart van mensen brengen en hun wilskracht doen beven.

En dan zal de Heer van de Avond komen. Hij zal onze ogen nemen, want onze ziel zal voor Hem buigen. Hij zal onze huid nemen, want ons vlees zal Hem dienen. Hij zal onze lippen nemen, want alleen Hem zullen we prijzen. En de Heer van de Avond zal tegenover de Gebroken Held staan, zijn bloed vergieten en ons de schitterende Duisternis brengen. Laat het geschreeuw beginnen, o volgelingen van de Schaduw. Smeek om uw vernietiging!

—uit de Voorspellingen van de Schaduw
Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Похожие книги на «De Torens van Middernacht»

Представляем Вашему вниманию похожие книги на «De Torens van Middernacht» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.


Robert Jordan - As Chamas do Paraíso
Robert Jordan
Robert Jordan - Het Licht van Weleer
Robert Jordan
Robert Jordan - Mes van Dromen
Robert Jordan
Robert Jordan - Hart van de Winter
Robert Jordan
Robert Jordan - Het Pad der Dolken
Robert Jordan
Robert Jordan - Een Kroon van Zwarden
Robert Jordan
Robert Jordan - Heer van Chaos
Robert Jordan
Robert Jordan - Vuur uit de hemel
Robert Jordan
Robert Jordan - De Herrezen Draak
Robert Jordan
Robert Jordan - Het Oog van de Wereld
Robert Jordan
Отзывы о книге «De Torens van Middernacht»

Обсуждение, отзывы о книге «De Torens van Middernacht» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.

x