Robert Jordan - Het Licht van Weleer
Здесь есть возможность читать онлайн «Robert Jordan - Het Licht van Weleer» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Жанр: Фэнтези, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.
- Название:Het Licht van Weleer
- Автор:
- Жанр:
- Год:неизвестен
- ISBN:нет данных
- Рейтинг книги:5 / 5. Голосов: 1
-
Избранное:Добавить в избранное
- Отзывы:
-
Ваша оценка:
- 100
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
Het Licht van Weleer: краткое содержание, описание и аннотация
Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «Het Licht van Weleer»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.
Het Licht van Weleer — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком
Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «Het Licht van Weleer», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.
Интервал:
Закладка:
De Aielvrouw glimlachte dronken naar hem. Loial zuchtte en liep verder door het kamp. De dag liep ten einde. De dag van de Laatste Slag! Het was nu de Vierde Eeuw, toch? Kon een eeuw midden op de dag beginnen? Dat zou lastig zijn voor de kalenders, of niet? Maar iedereen was het eens. Rhand had exact om noen de Bres verzegeld.
Loial liep door. Ze waren niet weggegaan bij de voet van Shayol Ghul. Nynaeve zei dat ze bang was om Rhand te verplaatsen. Loial bleef zoeken, in tenten gluren. In de volgende vond hij de getaande generaal Ituralde, omringd door vier Aes Sedai.
‘Luister,’ zei Ituralde. ‘Ik heb de koningen van Arad Doman heel mijn leven gediend. Ik heb geloften afgelegd.’
‘Alsalam is dood,’ zei Saerin Sedai, die naast de stoel stond. ‘Iemand moet naar voren stappen en de troon bezetten.’
‘Saldea is misschien wel een chaos,’ voegde ElswelI Sedai eraan toe. ‘De opvolging is een puinhoop, met de banden die het nu met Andor heeft. Arad Doman kan /.ich geen opvolgingsoorlog veroorloven. Jij moet de troon innemen, Rodel Ituralde. En snel.’
‘De koopliedenraad...’
‘Allemaal dood of verdwenen,’ zei een andere Aes Sedai.
‘Ik heb geloften afgelegd...’
‘En wat zou je koning willen dat je deed?’ vroeg Yukiri Sedai. ‘Het koninkrijk maar laten rotten, of het in de handen van indringers laten vallen? U moet sterk zijn, heer Ituralde. Dit is geen tijd waarin Arad Doman zonder leider moet zitten.’
Loial glipte hoofdschuddend weg. Hij had medelijden met die man. Viér Aes Sedai. Ituralde zou gekroond zijn voordat de dag om was.
Loial bleef bij de grootste Helingstent staan om te kijken of iemand daar Mart had gezien. Hij was op dit slagveld geweest, en mensen zeiden dat hij glimlachte en gezond was, maar... nou, Loial wilde hem met eigen ogen zien. Met hem praten.
In de tent moest Loial zich bukken om zijn hoofd niet tegen het dak te stoten. Een grote tent voor mensen was voor Ogier nog steeds klein.
Hij gluurde even bij Rhand. Zijn vriend zag er slechter uit dan eerst. Lan stond bij de tentwand. Hij droeg een kroon – een eenvoudige zilveren band – waar hij vroeger de hadori droeg. Dat was niet zo vreemd, maar het feit dat Nynaeve ook zo’n kroon droeg, daar keek Loial van op.
‘Het is niet eerlijk,’ fluisterde Nynaeve. ‘Waarom moet hij sterven, terwijl die andere beter wordt?’
Nynaeve leek verontrust. Ze had nog steeds rode ogen, maar voorheen had ze iedereen afgesnauwd die er iets van had gezegd, dus zei Loial niets. Mensen wilden schijnbaar vaak dat hij niets zei, en dat was vreemd voor schepsels die zo gehaast leefden.
Ze keek naar Loial, en hij boog zijn hoofd.
‘Loial,’ zei ze. ‘Hoe gaat het met je zoektocht?’
‘Niet zo goed,’ antwoordde hij grimassend. ‘Perijn negeert me en Mart is nergens te vinden.’
‘Je verhalen kunnen wel een paar dagen wachten, Bouwer,’ zei Lan.
Loial maakte geen tegenwerpingen. Lan was nu immers koning. Maar... nee, de verhalen konden niét wachten. Ze moesten vers zijn, zodat zijn geschiedenis helemaal klopte.
‘Het is vreselijk,’ zei Flin, nog altijd kijkend naar Rhand. ‘Maar, Nynaeve Sedai... Het is ook vreemd. Geen van de drie schijnt erom te malen. Zouden ze niet ongeruster moeten zijn...’
Loial verliet hen, ook al ging hij wel even kijken bij Aviendha in een tent verderop. Ze zat op een stoel terwijl enkele vrouwen haar gebroken, bloedende voeten verzorgden. Ze was een paar tenen kwijtgeraakt. Ze knikte naar Loial. De Helingen die tot nog toe waren uitgevoerd, hadden kennelijk geholpen, want hoewel ze moe oogde, leek ze geen pijn meer te hebben.
‘Mart?’ vroeg hij hoopvol.
‘Ik heb hem niet gezien, Loial zoon van Arent zoon van Halan,’ antwoordde Aviendha. ‘Althans, niet sinds je korte tijd geleden ook al naar hem vroeg.’
Loial bloosde en liet haar achter. Hij kwam langs Elayne en Min die buiten liepen. Hij zou hun verhalen ook nog wel krijgen – hij had al een paar vragen gesteld – maar de drie ta’veren... die waren het belangrijkst! Waarom renden mensen altijd zo rond, zaten ze nooit eens stil? Nooit namen ze eens de tijd om na te denken. Dit was een belangrijke dag.
Maar het was vreemd. Min en Elayne. Zouden ze niet bij Rhand moeten zijn? Elayne scheen verslagen aan te horen over slachtoffers en voorraden, en Min zat met een glazige blik in haar ogen naar Shayol Ghul te kijken. Ze gingen geen van drieën naar binnen om Rhands hand vast te houden terwijl hij afgleed naar de dood.
Nou, dacht Loial, misschien is Mart langs me heen geglipt en teruggegaan naar Merrilor. Nooit bleven ze eens op één plek, die mannen. Altijd zo gehaast...
Martrim Cauton wandelde het Seanchaanse kamp aan de zuidkant van Merrilor binnen, weg bij de stapels doden.
Overal rondom slaakten Seanchaanse mannen en vrouwen kreten en sloegen hun handen voor hun mond. Hij lichtte zijn hoed naar hen.
‘De Prins van de Raven!’ Gedempte fluisteringen verspreidden zich voor hem uit door het kamp, van mond naar mond als de laatste fles brandewijn op een koude avond.
Hij liep rechtstreeks door naar Tuon, die bij een grote kaartentafel midden in het kamp met Selucia stond te praten. Karede, zag Mart, had het overleefd. De man voelde zich daar waarschijnlijk schuldig om.
Tuon keek Mart aan en fronste. ‘Waar heb jij gezeten?’
Mart hief zijn arm, en Tuon keek op, naar niets. Mart draaide zich om en stak zijn hand nog hoger de lucht in.
Nachtbloemen begonnen hoog boven het kamp te ontploffen.
Mart grijnsde. Aludra had wat overtuiging nodig gehad, maar niet heel veel. Ze vond het veel te leuk om dingen te laten ploffen.
Het was nog niet helemaal donker, maar toch was de voorstelling prachtig. Aludra had de helft van de drakenbedieners omgeschoold om vuurwerk te maken en met haar poeders om te gaan. Ze leek nu veel minder geheimzinnig dan voorheen.
De geluiden van de voorstelling spoelden over hen heen.
‘Vuurwerk?’ vroeg Tuon.
‘De beste verdomde vuurwerkvoorstelling in de geschiedenis van mijn land én het jouwe,’ zei Mart.
Tuon fronste. De ontploffingen weerspiegelden in haar donkere ogen. ‘Ik ben zwanger,’ zei ze. ‘De Doemziener heeft het bevestigd.’
Mart voelde een schok, alsof er een stuk vuurwerk was afgegaan in zijn buik. Een erfgenaam. Een zoon, ongetwijfeld! Hoe waarschijnlijk was het dat het een jongen zou worden? Mart grijnsde gemaakt. ‘Nou, dan ben ik nu zeker een vrij man. Je hebt je erfgenaam.’
‘Ik heb een erfgenaam,’ zei Tuon, ‘maar ik ben degene die nu vrij is. Nu kan ik je doden, als ik wil.’
Mart voelde zijn grijns breder worden. ‘Nou, dan moeten we kijken wat we kunnen regelen. Zeg, dobbel je wel eens?’
Perijn ging tussen de doden zitten en begon eindelijk te huilen.
Gai’shain in het wit en vrouwen uit de stad zochten tussen de doden. Er was geen spoor van Faile. Helemaal niets.
Ik kan niet doorgaan. Hoe lang was het nu al geleden dat hij had geslapen? Die ene nacht in Mayene. Zijn lichaam klaagde dat dat nog lang niet genoeg was geweest. Hij had zichzelf lang voor die tijd al onder druk gezet, had het equivalent van weken doorgebracht in de wolfsdroom.
Heer en vrouwe Bashere waren dood. Faile zou nu koningin zijn geweest, als ze nog had geleefd. Perijn trilde en beefde en kon zich er niet meer toe zetten in beweging te komen. Er lagen honderdduizenden doden op dit slagveld. De andere zoekers negeerden de doden, zetten er alleen een merkteken op en liepen door. Hij had geprobeerd hen zover te krijgen dat ze op zoek gingen naar Faile, maar ze moesten naar de levenden zoeken.
Vuurwerk ontplofte in de donker wordende hemel. Perijn sloeg zijn handen voor zijn gezicht en zakte opzij tussen de lijken.
Moghedien grimaste bij het schouwspel in de lucht. Bij elke ontploffing zag ze dat dodelijke vuur weer dat te midden van de Sharanen had gewoed. Die flits van licht, dat ogenblik van paniek.
Читать дальшеИнтервал:
Закладка:
Похожие книги на «Het Licht van Weleer»
Представляем Вашему вниманию похожие книги на «Het Licht van Weleer» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.
Обсуждение, отзывы о книге «Het Licht van Weleer» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.