Jules Verne - Naar het Middelpunt der Aarde

Здесь есть возможность читать онлайн «Jules Verne - Naar het Middelpunt der Aarde» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Город: Rotterdam, Издательство: Jacs. G. Robbers, Жанр: Фантастика и фэнтези, Путешествия и география, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.

Naar het Middelpunt der Aarde: краткое содержание, описание и аннотация

Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «Naar het Middelpunt der Aarde»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.

Naar het middelpunt der aarde
Voyage au centre de la terre
Reis naar het middelpunt der aarde
Prof. Lidenbrock bestudeert een oude IJslandse gecodeerde runentekst. Uiteindelijk weet hij, met enige hulp van zijn neefje Axel, deze te ontcijferen. De tekst luidt:
Daal af in den krater van den Sneffels Yocul (Snæfellsjökull), dien de schaduw van den Scartaris treft vóór den eersten Juli, vermetele reiziger! en gij zult het middelpunt der aarde bereiken. Ik heb het gedaan. Arne Saknussemm. De professor onderneemt hierop met Axel de reis naar IJsland om in de slapende vulkaan Snæfellsjökull af te dalen, samen met de ingehuurde gids Hans.
De groep daalt dieper en dieper af en reist daarbij ook zuidwaarts, weg van IJsland. Ze zien allerlei rotsformaties, fossielen en mineralen. Op een diepte van "dertig uur gaans" (ca. 150 km) bereikt het gezelschap een onderaardse zee, die de Lidenbrockzee wordt genoemd. De enorme grot wordt verlicht door een elektrisch verschijnsel en er komen zelfs weerverschijnselen voor. Op een geïmproviseerd vlot vertrekken ze van Grauben-haven (vernoemd naar Axels geliefde) via het vulkanische eilandje Axel naar Kaap Saknussemm aan de zuidkust van deze enorme zee.
De oversteek duurt vele dagen en de reizigers ontdekken prehistorische dieren en wonen zelfs een gevecht bij tussen een plesiosaurus en een pliosaurus. Ook raken ze in een storm verzeild.
Bij Kaap Saknussemm blijken zelfs prehistorische bossen, dinosaurussen en een prehistorische mens te leven. De groep vindt dit niet erg veilig en trekt zich terug. Bovendien blijkt Saknussemm een grot bij de kaap ingegaan te zijn, wat blijkt uit een oud mes en een inscriptie.
Al snel blijkt de weg door een rotsformatie te zijn geblokkeerd. Axel en de professor trachten het blok met buskruit op te blazen, maar de ontploffing heeft een onvoorzien neveneffect. De zee met het vlot met daarop Axel, de professor en Hans wordt in een donker gat gezogen.
De stroom leidt uiteindelijk weer omhoog, naar de kraterpijp van een vulkaan. Het water verdampt meer en meer en een soort lavadeeg blijft achter. Uiteindelijk verliezen ze hun bewustzijn, komen met hun vlot en al door de krater naar buiten en komen aan de voet van de vulkaankegel weer bij. Zij blijken op het Italiaanse eiland Stromboli te zijn.
Na Hans te hebben uitbetaald gaat elk zijns weegs. Professor Lidenbrock wordt zeer beroemd en Axel trouwt met zijn beminnelijke Gräuben.

Naar het Middelpunt der Aarde — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком

Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «Naar het Middelpunt der Aarde», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.

Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

En echter vergat ik door eene onverklaarbare gril der verbeelding het onmiddellijke gevaar, voor de bedreigingen der toekomst, die mij in al hare verschrikkelijkheid voor den geest zweefden. Bovendien zouden wij misschien aan de woede van den stortvloed kunnen ontkomen en op de oppervlakte van den aardbol terugkeeren. Hoe? dat wist ik niet! Waar? Dat kon mij niet schelen! Eene kans van de duizend is toch altijd eene kans, terwijl de hongerdood ons ook niet de geringste hoop overliet.

Ik dacht er over om alles aan mijn oom te zeggen, hem aan te toonen hoe bitter slecht wij voorzien waren, en nauwkeurig den tijd te berekenen, dien wij nog te leven hadden. Maar ik had den moed om te zwijgen. Ik wilde hem niet van zijn koelbloedigheid berooven.

Op dit oogenblik verflauwde het licht der lantaarn allengs en ging uit. De pit was geheel opgebrand. Het werd stikdonker. Er viel niet meer aan te denken om die ondoordringbare duisternis te verdrijven. Er bleef nog eene toorts over, maar wij zouden haar niet brandende kunnen houden. Nu sloot ik als een kind mijne oogen om die verschrikkelijke duisternis niet te zien.

Na een vrij lang tijdsverloop verdubbelde de snelheid onzer vaart. Ik bespeurde het aan de terugkaatsing der lucht op mijn gelaat. Het water liep verbazend snel af. Ik geloof waarlijk, dat wij niet meer dreven, maar vielen. Ik had een gevoel, alsof ik loodrecht nederviel. De hand van mijn oom en die van Hans, om mijne armen gekneld, hielden mij met kracht tegen.

Na een onberekenbaar tijdsverloop voelde ik eensklaps iets als een schok; het vlot had niet tegen een hard lichaam gestooten, maar was plotseling in zijn val gestuit. Eene waterhoos, eene onmetelijke vloeibare zuil viel op zijne oppervlakte neder. Ik stikte. Ik verdronk.

Die onverwachte overstrooming duurde echter niet lang. Binnen weinige seconden ademde ik weder met volle teugen de vrije lucht in. Mijn oom en Hans hielden mij zoo stevig vast, dat mijn arm bijna verbrijzeld werd, en het vlot droeg ons nog alle drie.

Hoofdstuk XLII

De nauwe put. — Geen voedsel meer. — Levend verbranden. — De laatste maaltijd. — Een gloeiende dampkring

Het moet naar mijne gissing ’s avonds omstreeks tien uur geweest zijn. Het eerste mijner zintuigen, dat na dien laatsten stoot mij weder ten dienste stond, was het gehoor. Ik hoorde bijna terstond, want het was inderdaad eene zaak van het gehoor, dat er stilte in de galerij ontstond en op het geloei volgde, dat sedert zoovele uren mijn oor vervulde. Eindelijk drongen deze woord en van mijn oom als een gemompel tot mij door:

“Wij stijgen!”

“Wat zegt gij daar?” riep ik.

“Ja! wij stijgen! wij stijgen!”

Ik stak den arm uit; ik raakte den muur aan; mijne hand begon te bloeden. Wij stegen weder met verbazende snelheid.

“De toorts! de toorts!” riep de professor.

Het gelukte Hans, echter niet zonder veel moeite, om haar te ontsteken, en hoewel de vlam van boven naar beneden woei ten gevolge van de stijgende beweging, verspreidde zij genoeg helderheid om het geheele tooneel te verlichten.

De toorts verspreidde genoeg helderheid om het tooneel te verlichten Het is - фото 53

De toorts verspreidde genoeg helderheid om het tooneel te verlichten.

“Het is zooals ik dacht,” zeide mijn oom. “Wij zijn in een nauwen put, die geene drie vadem middellijn heeft. Nu het water op den bodem van den afgrond is gekomen, herneemt het zijn waterpassen stand en voert ons mede omhoog.”

“Waarheen?”

“Dat weet ik niet, maar wij moeten ons op alles voorbereid houden. Wij stijgen met eene snelheid, die ik op twee vadem per seconde bereken, dat is honderd twintig vadem per minuut of meer dan twee en een derde uur gaans per uur. Op die wijze vorderen wij goed.”

“ja! als niets ons stuit, als deze put een uitgang heeft! Maar als hij verstopt is, als de lucht langzamerhand samengeperst wordt onder de drukking der waterkolom, als wij verpletterd worden!”

“Axel!” antwoordde de professor heel bedaard, “de toestand is bijna wanhopig, maar er zijn eenige kansen van redding en die onderzoek ik. Kunnen wij al ieder oogenblik omkomen, wij kunnen even goed ieder oogenblik gered worden. Wees er dus op bedacht om van de geringste omstandigheden partij te trekken.”

“Maar wat moet ik doen?”

“Eten om uwe krachten te herstellen.”

Op die woorden zag ik mijn oom met een verwilderden blik aan. Wat ik tot nu toe had verzwegen, moest ik eindelijk zeggen:

“Eten?” herhaalde ik.

“Ja! zonder uitstel.”

De professor voegde er in het deensch eenige woorden bij. Hans schudde het hoofd.

“Hoe!” riep mijn oom, “is onze voorraad weg?”

“Ja! dit is alles wat nog over is: een stuk droog vleesch voor ons drieën!”

Mijn oom zag mij aan, zonder mijne woorden te willen begrijpen.

“Welnu!” zeide ik, “denkt gij, dat wij nog gered kunnen worden?”

Er volgde op mijne vraag geen antwoord.

Een uur verliep. Ik begon een ergen honger te krijgen. Mijne metgezellen leden ook, en niemand onzer durfde deze handvol levensmiddelen aanraken.

Intusschen stegen wij nog altijd snel; soms belemmerde de lucht onze ademhaling, gelijk de luchtreizigers die te snel stijgen, het soms ondervinden. Maar dezen voelen eene koude, die toeneemt naar mate zij in hoogere luchtlagen komen; wij ondergingen juist het tegenovergestelde. De warmte nam op eene onrustbarende wijze toe en steeg zeker wel tot veertig graden.

Wat beteekende die verandering? Tot nu toe hadden de feiten de theoriën van Davy en Lidenbrock bevestigd; tot nu toe hadden, bijzondere omstandigheden van tegen het vuur bestand zijnde rotsen, van electriciteit, van magnetismus, de algemeene natuurwetten gewijzigd; want de theorie van het inwendige vuur bleef, mijns inziens, de eenige ware, de eenige verklaarbare. Zouden wij nu op eene plaats komen, waar die verschijnselen zich in volle kracht openbaarden en waar de hitte de rotsen volkomen smeltend maakte? Ik vreesde het en zeide tot den professor:

“Al verdrinken wij niet, al worden wij niet verpletterd, al sterven wij niet van honger, dan hebben wij toch altijd nog kans van levend te verbranden.”

Hij vergenoegde zich met de schouders op te halen en verviel weder in gepeins.

Een uur verliep en met uitzondering van een geringe toeneming van hitte, bracht geen voorval eenige verandering in onzen toestand. Eindelijk verbrak mijn oom het stilzwijgen.

“Welaan!” zeide hij, “wij moeten een besluit nemen.”

“Een besluit nemen?” antwoordde ik.

“Ja! wij moeten onze krachten herstellen. Als wij ons leven eenige uren trachten te rekken door de overschietende levensmiddelen te sparen, zullen wij tot het einde toe zwak zijn.”

“Ja, tot het einde toe, dat niet lang zal uitblijven.”

“Welnu! als er zich een kans op redding voordoet, als er een oogenblik van handelen komt, waar zullen wij dan de kracht tot handelen vinden, als wij ons door gebrek aan voedsel laten verzwakken?”

“Maar, oom! wat blijft ons over, als dit stuk vleesch opgegeten is?”

Niets, Axel! niets, maar zal het u meer voeden, als gij het met uwe oogen verslindt? Gij redeneert daar als iemand zonder wil, als een wezen zonder geestkracht!”

“Wanhoopt gij dan niet?” riep ik verbitterd uit.

“Neen!” antwoordde de professor op vasten toon.

“Hoe! gelooft gij dan nog aan eene kans op behoud?”

“Ja! zeker ja! en zoo lang zijn hart klopt, zijn vleesch trilt, duld ik niet dat een met een wil begaafd wezen aan de wanhoop eene plaats inruimt.”

Welke woorden! De man, die ze in zulke omstandigheden sprak, was zeker van een buitengewonen aard.

“Wat wilt gij dan eigenlijk doen?” zeide ik.

Читать дальше
Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Похожие книги на «Naar het Middelpunt der Aarde»

Представляем Вашему вниманию похожие книги на «Naar het Middelpunt der Aarde» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.


Отзывы о книге «Naar het Middelpunt der Aarde»

Обсуждение, отзывы о книге «Naar het Middelpunt der Aarde» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.

x