Анна Шмидт - Minoes

Здесь есть возможность читать онлайн «Анна Шмидт - Minoes» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Год выпуска: 2010, Жанр: Домашние животные, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.

Minoes: краткое содержание, описание и аннотация

Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «Minoes»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.

Minoes dulunya kucing.
Walaupun sekarang jadi
manusia, gadis itu masih bisa
berkomunikasi dalam bahasa
kucing. Ia juga tetap suka
mendengkur dan senang kalau kepalanya dielus-elus.
Ia tinggal di rumah Tibbe,
wartawan koran. Berkat Minoes
dan Kantor Berita Kucing, Tibbe
jadi tahu segala macam rahasia
dan peristiwa yang akan terjadi, bahkan membongkar kedok
tokoh masyarakat yang pura-
pura baik!

Minoes — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком

Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «Minoes», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.

Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Intussen zat Tibbe te wachten.

Het was nu meer dan een uur geleden dat Minoes de deur uit was gegaan om boodschappen te doen. Enkel brood en vis, dat kon toch zo lang niet duren.

Hij zat aan zijn schrijftafel en beet ongerust op z’n nagels. Juist toen hij begon te overwegen of hij haar moest gaan zoeken, ging de telefoon.

‘Hallo,’ zei Tibbe.

‘Ja meneer Tibbe, u spreekt met mevrouw Van Dam. Van beneden. Weet u wel? Ik bel vanuit een telefooncel. Uw secretaresse zit in een boom. En ze kan er niet meer uit.’

‘O, dank u wel,’ zei Tibbe.

‘Tot uw dienst.’

Te laat riep hij nog: ‘In welke boom?’ Maar ze had afgebeld.

‘Daar hebben we ‘t weer! Dat gedonder!’ riep Tibbe en hij draafde de straat op.

Eerst maar naar de Groenmarkt, daar zijn de meeste bomen.

Toen hij er aankwam, zag hij het al meteen. Er stond een heel groepje mensen omheen. Het was niet dezelfde boom van toen, het was een andere, nog hogere. Bibi stond er ook bij want de school was net uit.

‘Ze werd achterna gezeten door een hond,’ zei Bibi.

‘Ja, ja,’ zuchtte Tibbe. Hij kende het. ‘Hoe krijgen we haar weer naar beneden?’

‘De haringman is al bezig,’ zei Bibi. ‘Hij zit al bovenin. Hij helpt haar eruit.’

Onder grote belangstelling werd Minoes uit de takken geholpen, eerst op het dak van een groenteauto en daarna op straat.

‘Hartelijk bedankt,’ zei ze tegen de haringman en ze rook nog een laatste keer aan zijn mouw. ‘O, mijn mandje moet hier nog ergens staan.’

Tibbe pakte het op. Er zat brood in en beschuit en nog een heel klein beetje vis.

‘We moeten er toch iets aan doen,’ zei Tibbe toen ze thuis waren ‘Dit kan heus niet langer zo, juffrouw Minoes.’ 2e zat in een hoekje en keek berouwvol. ‘Het was dezelfde hond weer van toen,’ zei ze. ‘Hij heet Mars.’

‘Het gaat niet alleen om dat bomen-klimmen,’ zei Tibbe. ‘Het gaat om al die katse eigenschappen... U zult dat allemaal moeten afleren...’

‘Het was wel fijn om door de haringman gered te worden,’ zei Minoes peinzend.

Tibbe werd nog kribbiger maar voor hij iets kon zeggen riep ze: ‘O ja, ik heb ook nog nieuws gehoord onderweg.’ Ze vertelde hem over de uitbreiding van de geurtjesfabriek. Het kalmeerde hem een beetje; hij had weer iets te schrijven.

Hoofdstuk 7

Je z uster is geweest

Toen Minoes de volgende nacht op het dak kwam, was de Jakkepoes er niet. Er zat een andere kat op haar te wachten. De Schoolkat.

‘Je hebt de groeten,’ zei hij. ‘Ze kan niet komen.’

‘Heeft ze kindertjes?’

‘Wel een stuk of zeventien geloof ik,’ zei de Schoolkat. ‘Waar zijn ze?’

‘Weet je het parkeerterrein achter het pompstation? Je kunt het best door de tuintjes gaan tot aan de grote meidoorn en dan door de heg. Op dat parkeerterrein staan een paar verlaten caravans. In een daarvan woont ze. Tijdelijk.’

‘Ik ga dadelijk naar haar toe,’ zei Minoes.

‘Geef me een stukje vis voor je gaat.’

‘’t Is niet voor jou bedoeld, het is voor de Jakkepoes. Ik heb ook melk bij me.’

‘Melk hoef ik niet. Als je me een stukje vis geeft vertel ik je een nieuwtje. Voor de krant.’

Minoes gaf hem een heel klein stukje.

‘De Geuzen zijn binnen de Poort,’ zei de Schoolkat. ‘Zorg vooral dat het gauw in de krant komt.’

‘Bedankt,’ zei Minoes. Ze begreep dat hij weer bij de geschiedenisles had gezeten.

Door de nachtelijke tuintjes kwam ze bij de garage waar overdag auto’s werden gerepareerd. De garage was dicht maar het tankstation was open; er scheen licht en er was radiomuziek, de hele nacht.

Blijkbaar had de Jakkepoes haar zin gekregen. Achtergrondmuziek.

Het parkeerterrein daarachter was donker. En heel stil. Er stonden wat slapende auto’s en helemaal aan het eind een rijtje caravans.

Een gewoon mens zou in zo’n donkere nacht moeilijk de weg gevonden hebben maar Minoes, die zoveel katse eigenschappen had, kon uitstekend zien en ze vond de woning van de Jakkepoes.

Het was een oude verwaarloosde caravan. Er was een ruitje kapot; het gordijntje wapperde in de wind, de deur stond half open. Daarbinnen, op een oude deken lag de Jakkepoes. Onder haar lag een kluwen katjes.

‘Het zijn er zes!’ riep ze verwijtend. ‘ Zes! Hoe bestaat het. Waar heb ik dat aan verdiend? Kun je ze zien? Ga’s onder me vandaan, tuig!’ zei ze tegen de kleintjes. ‘Kijk, nou kun je ze beter zien. Er is een rooie bij. Die lijkt sprekend op z’n vader, de Pompkat. En de rest zijn allemaal lappenkatten, zoals ik. En geef me nou wat te eten, ik sterf van de honger.’

Minoes knielde bij haar bankje en bekeek de zes kroelende jonkies.

Ze hadden hele kleine staartjes en blinde oogjes en hele kleine nageltjes. In de verte klonk vaag de radio.

‘Hoor je wel?’ zei de Jakkepoes. ‘Gezellig hè? Ik heb hier alle komfoor.’

‘Is het hier wel veilig?’ vroeg Minoes. ‘Van wie is de caravan?’

‘Van niemand. Hij staat al jaren leeg. Er komt nooit iemand. Ben je de Pompkat nog tegengekomen?’

‘Nee.’

‘Hij is nog niet een keer naar z’n kinderen komen kijken,’ zei de Jakkepoes. ‘Niet dat ik het zou willen, maar evengoed! En geef me nou de vis. Melk heb je ook bij je. In een flesje.

Wou je soms dat ik uit de fles dronk?’

‘Stil nou maar, ik heb een kommetje meegebracht.’

Terwijl de moederpoes de melk opslobberde, keek Mij noes om zich heen. ‘Ik zou me hier niet op m’n gemak voelen,’ zei ze. ‘Een parkeerterrein, dat betekent mensen. Veel mensen overdag.’

‘Wij staan in een stille hoek,’ zei de Jakkepoes.

‘Maar je kinderen zouden veel veiliger zijn op zolder bij meneer Tibbe.’

De Jakkepoes maakte een driftige beweging, zodat haar kleintjes ruw opzij geduwd werden en klaaglijk begonnen te piepen.

‘Hou je koppen dicht!’ riep de moeder woest. ‘Dat zuipt maar raak de hele dag en de hele nacht. En om het minste of geringste schreeuwen ze moord en brand!’

Toen keek ze Minoes vals aan met gele vurige ogen in het donker. En ze zei sissend: ‘Als je m’n kinderen afpakt krab ik je ogen uit.’

‘Afpakken? Ik zou jou ook meenemen natuurlijk.’

‘Bedankt voor het aanbod. Maar ik zit hier best.’

‘Later, als ze wat groter zijn, zou ik tehuizen voor ze kunnen zoeken.’

‘Niet nodig. Ze komen vanzelf terecht. Laat ze maar zwerfkatten worden, zoals ik. Nooit bij mensen. Ik zeg altijd: er zijn twee soorten mensen. De ene soort zijn schoften.’

Ze zweeg even en nam een grote hap gekookte vis.

Minoes wachtte geduldig.

‘En de andere soort?’ vroeg ze.

‘De andere soort ben ik vergeten,’ zei de Jakkepoes. ‘Chchchchchchch...’ er kwam een rochelend geluid uit haar keel.

Minoes klopte haar op de magere schouders. De Jakkepoes spuugde een graat uit.

‘Dat mankeerde er nog net aan,’ zei ze. ‘Stikken in zo’n rotgraat. Kijk voortaan beter uit als je vis meebrengt. Ik heb het toch al niet makkelijk met zo’n hele katten-crèche onder aan m’n buik. Maar weet je wat zo fijn is hier? Ik zit heel dicht bij de dure tuinen. Want daarginds’ - ze wuifde met haar poot - ‘daar zijn de grote villa’s.’

‘Er zijn honden bij de villa’s,’ zei Minoes.

‘Soms, maar ze zitten vaak vast. En de merels in die tuinen zijn net zo vet als de mevrouwen. En overal met dit weer staan de tuindeuren open. Je kan naar binnen sluipen en er is altijd wat te snaaien, ‘t Zou eigenlijk veel beter zijn als jij hier kwam wonen. Waarom doe je dat niet? Plaats genoeg hier. We kunnen samen op jacht gaan! En ik weet zeker, heel zeker dat jij, als je weer eens een dikke lijster vreet - heel gauw weer een fatsoenlijke kat... verrek, dat is waar ook!’

Читать дальше
Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Похожие книги на «Minoes»

Представляем Вашему вниманию похожие книги на «Minoes» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.


Отзывы о книге «Minoes»

Обсуждение, отзывы о книге «Minoes» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.

x