Анна Шмидт - Minoes

Здесь есть возможность читать онлайн «Анна Шмидт - Minoes» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Год выпуска: 2010, Жанр: Домашние животные, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.

Minoes: краткое содержание, описание и аннотация

Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «Minoes»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.

Minoes dulunya kucing.
Walaupun sekarang jadi
manusia, gadis itu masih bisa
berkomunikasi dalam bahasa
kucing. Ia juga tetap suka
mendengkur dan senang kalau kepalanya dielus-elus.
Ia tinggal di rumah Tibbe,
wartawan koran. Berkat Minoes
dan Kantor Berita Kucing, Tibbe
jadi tahu segala macam rahasia
dan peristiwa yang akan terjadi, bahkan membongkar kedok
tokoh masyarakat yang pura-
pura baik!

Minoes — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком

Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «Minoes», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.

Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

‘Dat bedoel ik niet,’ zei Minoes. ‘Ik bedoel: wat afschuwelijk... het zijn er zeker twintig!’

‘Twintig? Twintig wat?’

‘Katten.’

‘Twintig katten? Waar?’

‘Die jas...’ zei Minoes huiverend. ‘Die bontjas. Ik lag te slapen in mijn doos en ineens schrik ik wakker en daar staan twintig dooie katten voor me.’

‘O, vandaar dat u blies. Het scheelde maar weinig of u had haar gekrabd. U moet zich wat beter beheersen, juffrouw Minoes. Een dame krabben, enkel omdat ze een mantel van kattebont aanheeft, bah!’

‘Als ze weer hier komt, krab ik haar echt,’ zei Minoes.

‘Onzin. Ze heeft die mantel in een winkel gekocht en toen ze ‘m kocht waren die katten al lang dood. Het komt allemaal omdat u te weinig met mensen omgaat. U zit te veel op de daken. U bent te weinig op straat.’ ‘Ik was vannacht nog op straat.’

‘U moet meer overdag op straat. Boodschappen doen. Gewoon, net als andere dames.’

‘Goed. Maar ik wacht wel tot het donker is,’ zei Minoes. ‘Nee, dan zijn de winkels dicht. Nu.’ ‘Ik durf niet.’

‘Brood en beschuit moet u kopen,’ ging Tibbe door. ‘Ik ben bang.’

‘En de vis is op. Onderweg zou u even langs de haringman kunnen gaan. Hij heeft een stalletje op de hoek van de Groenmarkt.’

‘O,’ zei Minoes. ‘Misschien dat ik leer durven. Als ik eenmaal op straat ben.’

‘Vast wel,’ zei Tibbe. ‘Langzamerhand leert u durven. Alleen...’

‘Wat?’

‘Ik wou liever niet dat u de haringman kopjes geeft.’

Hoofdstuk 6

De buurt

Met een boodschappenmandje aan haar arm liep Minoes over straat.

Behalve die eerste keer toen ze was komen aanlopen, had ze deze buurt nooit overdag gezien. Ze kende de stad eigenlijk alleen vanaf de daken en bij donker. En ze kende de achtertuintjes beter dan de straten en pleinen.

Ze had de neiging om te sluipen en zich telkens te verschuilen achter een geparkeerde auto of in een portiek. De mensen en het verkeer maakten haar erg onzeker.

‘Maar ik hoef niet te sluipen,’ zei ze tegen zichzelf. ‘Ik ben een juffrouw die boodschappen doet. Daar komt een hondje. Ik hoef niet te schrikken; het is trouwens maar een klein hondje... en ik mag niet tegen hem blazen. En laat ik vooral niet aan de vuilnisbakken ruiken. Ik doe boodschappen, zoals al die andere dames in de winkelbuurt.’

Van heel ver kon Minoes het haringstalletje ruiken op de Groenmarkt en ze liep harder en harder om er gauw te wezen.

En toen ze er dichtbij was, liep ze er eerst een paar keer in een wijde kring omheen, totdat ze ineens dacht: Ik mag visjes kopen. Ik heb een portemonneetje. Ik hoef niet te bedelen en niet te stelen. Ze ging naar de haringman. Hij rook verrukkelijk en Minoes gaf hem tersluiks een kopje. Hij merkte het niet, zo druk had hij het met haring schoonmaken.

Ze kocht haring en bokking en makreel, van alles erg veel en toen ze betaald had, raakte ze nog even met haar hoofd de mouw van de haringman aan. Hij keek een tikkeltje verwonderd maar Minoes ging verder, op weg naar de bakker.

Ze kwam voorbij de school van meneer Smit. De ramen stonden open, ze hoorde kinderen zingen en ze kon de klas zien zitten. Bibi was er ook bij.

Nu kwam er een kat op het schoolhek zitten. De Schoolkat. ‘Even neussie-neussie...’ zei hij.

Minoes stak haar neus naar voren en voelde de koude roze neus van de Schoolkat tegen de hare. Dit was de manier waarop de katten hier in de stad elkaar begroetten, als ze geen ruzie hadden.

‘Als je me een stukje vis geeft,’ zei de Schoolkat, ‘dan vertel ik je een nieuwtje voor de krant.’

Minoes gaf hem wat.

‘Geweldig nieuws,’ zei de Schoolkat. ‘De Zilvervloot is veroverd. Door Piet Hein. Zorg dat het in de krant komt.’ ‘Bedankt,’ zei Minoes.

Twee huizen verder zat Schele Simon, de Siamese kat van meneer Smit.

‘Geef me een stukje vis,’ zei hij, ‘dan zal ik je iets vertellen.’

Toen hij het stukje te pakken had, zei hij: ‘Je moet nooit luisteren naar de Schoolkat. Hij zit altijd op school bij de geschiedenisles. Hij vindt het spannend en denkt dat het allemaal pas gebeurd is.’

‘Dat begreep ik wel,’ zei Minoes. ‘Maar wat wou je me vertellen?’

Dat ,’ zei Simon.

‘Het is jullie alleen maar om de vis te doen,’ zei Minoes. ‘Maar ik heb gelukkig een heleboel bij me.’

Nu kwam ze voorbij de fabriek. Het was de Deodorantfabriek. Hier werden de spuitbussen met geurtjes gemaakt en het rook er naar vieze viooltjes. Lang niet zo lekker als bij de haringkar.

Minoes wilde haastig doorlopen, maar de kat van de fabriek kwam naar haar toe. De Deodorantkat was een zoon van de Jakkepoes. Hij rook heel erg naar viooltjes.

‘Je hebt zeker nieuws voor me, als ik je vis geef,’ zei Minoes.

‘Hoe raad je het zo?’ zei de kat.

‘Je kunt een beetje makreel krijgen.’

‘Ten eerste,’ zei de Deodorantkat, ‘is de aardigste kantinejongen van de fabriek er zojuist uit getrapt. Daar staat ie. Hij heet Willem. Erg jammer want hij was altijd zo aardig voor me en aaide me iedere dag.’

‘Waarom is hij weggejaagd?’ vroeg Minoes.

‘Hij kwam altijd te laat.’

‘Ja, jammer,’ zei Minoes. ‘Maar het is geen nieuwtje voor de krant.’

‘O niet? Goed, dit was dan ook Ten Eerste. Nu komt Ten Tweede: er zijn plannen om onze fabriek uit te breiden. Ik heb vandaag bij een Geheime Vergadering gezeten. Deze hele buurt wordt één enorme geurtjesfabriek.’

‘Dat is echt nieuws,’ zei Minoes. ‘Dank je wel.’

‘Maar de vergunning is er nog niet!’ riep de kat haar achterna. ‘Die moet van de Wethouder komen.’

Veel mensen had Minoes nog niet ontmoet op haar boodschappentocht. Katten wel en ze kwam er nog een stuk of wat tegen op weg naar de bakker.

De bakkersvrouw stond achter de toonbank en er waren een paar dames in de winkel. Minoes wachtte netjes haar beurt af, maar terwijl ze stond rond te kijken, kwam de Bakkerspoes Leent je luid mauwend de winkel in, uit het woonhuis.

Ze komt op mijn vis af, dacht Minoes eerst, maar toen verstond ze wat Leentje vertelde.

‘Mauw mauw... gauw gauw...’ riep de poes. ‘Vertel het aan de Vrouw... Gauw...’

Minoes ging haastig naar de toonbank en zei: ‘Uw kleine jongetje Jaapje heeft de benzinefles te pakken. Boven, in uw badkamer.’

De bakkersvrouw keek haar verschrikt aan, liet de zachte puntjes op de toonbank vallen zonder een woord te zeggen en rende het woonhuis in.

Minoes voelde de blik van de twee vreemde dames in de winkel. Ze werd erg verlegen en was het liefst gauw weggelopen, maar nu kwam de bakkersvrouw terug.

‘Het was zo,’ hijgde ze. ‘Ik kom boven en daar staat mijn Jaapje van drie... met de benzinefles... hij stond eruit te schenken... je kunt ze ook geen moment alleen laten... Dank u wel dat u gewaarschuwd hebt juffrouw...’

Plotseling hield ze op en keek Minoes aan.

‘Hoe wist u dat eigenlijk?’ vroeg ze. ‘U kon toch niet van hieruit in mijn badkamer kijken?’

Minoes wou zeggen: ‘Van uw poes Leentje...’ maar de dames keken zo. Ze hakkelde: ‘Ik... had er zo’n gevoel van.’

‘In elk geval bedankt. Wie was er aan de beurt?’

‘De juffrouw mag wel voorgaan,’ zeiden de twee dames.

Minoes kocht brood en beschuit. En ze betaalde.

Toen ze de winkel uit was, werd er dadelijk achter haar rug gepraat: ‘Dat is die juffrouw van meneer Tibbe...’

‘Het is zijn secretaresse... en ze slaapt in een doos...’

‘En ze zit ‘s nachts op de daken...’

‘Een hele vreemde juffrouw...’

‘Wel,’ zei de bakkersvrouw, toen ze het allemaal gehoord had, ‘het mag dan een vreemde juffrouw zijn, mij heeft ze een geweldige dienst bewezen. En daarmee uit. Een halfje bruin, zei u?’

Читать дальше
Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Похожие книги на «Minoes»

Представляем Вашему вниманию похожие книги на «Minoes» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.


Отзывы о книге «Minoes»

Обсуждение, отзывы о книге «Minoes» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.

x