Albert Baantjer - De Cock en de wurger op zondag
Здесь есть возможность читать онлайн «Albert Baantjer - De Cock en de wurger op zondag» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Город: Baarn, Год выпуска: 1975, ISBN: 1975, Издательство: De Fontein, Жанр: Полицейский детектив, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.
- Название:De Cock en de wurger op zondag
- Автор:
- Издательство:De Fontein
- Жанр:
- Год:1975
- Город:Baarn
- ISBN:978-90-261-2452-5
- Рейтинг книги:3 / 5. Голосов: 1
-
Избранное:Добавить в избранное
- Отзывы:
-
Ваша оценка:
- 60
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
De Cock en de wurger op zondag: краткое содержание, описание и аннотация
Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «De Cock en de wurger op zondag»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.
De Cock en de wurger op zondag — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком
Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «De Cock en de wurger op zondag», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.
Интервал:
Закладка:
‘Mensen zoals u, Vader Mattias,’ zei hij met trillende stem, ‘worden vaak wat zonderling geacht.’ Hij schudde zijn hoofd. ‘Dat is niet zo erg, want dat is meestal een kwestie van onbegrip.’ Hij zuchtte. ‘Maar ze zijn soms ook wat wereldvreemd. En dat is wel erg, want met die wereld hebben zij te maken. Ook u, Vader Mattias. U behoeft het kwaad van de wereld niet ver te zoeken. Het is niet nodig dat u daarvoor naar de Walletjes trekt. Het komt vanzelf bij u.’ Hij liep langzaam op de grijsaard toe en legde een hand op zijn magere schouder. ‘Wat moet ik u nog meer zeggen?’ zei hij treurig. ‘Ga naar huis. Vanmiddag komen wij bij u om de diefstal van het geld te onderzoeken.’ De grijsaard kwam moeizaam overeind en strompelde naar de deur. Halverwege draaide hij zich om. ‘U spreekt in raadselen,’ zei hij. Het was een laatste poging om in onwetendheid te vluchten.
De Cock schonk hem een droeve grijns. ‘Ik dacht zo,’ zei hij, ‘dat ik duidelijk genoeg was geweest.’
De oude man keek hem nog enige ogenblikken verstrooid aan. Toen draaide hij zich weer om en liep verder.
De Cock keek hem na. ‘Tot ziens, Vader Mattias,’ fluisterde hij. De oude hoorde hem niet.
Vledder kwam uit de hoek van de kamer vandaan. Hij had daar al die tijd al gestaan. Tijdens het gehele onderhoud met Vader Mattias had hij zich niet verroerd en geen woord gezegd. Hij had geluisterd en getracht ergens een lijn te vinden. Hij had de spanning van het gesprek gevoeld en begrepen dat er meer was gezegd dan een oppervlakkige beschouwing van de gesproken woorden deed vermoeden. Het leek alsof hij dwaalde in een doolhof, een doolhof van gedachten. Hoe hij ook peinsde, steeds botste hij tegen een muur die zijn gedachtegang onderbrak. Maar ergens moest een uitweg zijn, een kronkelend pad dat naar de oplossing voerde.
Hij keek naar het gezicht van De Cock, die kennelijk in gedachten verzonken midden in de kamer stond. Vledder had zo’n vaag vermoeden dat De Cock het al wist, dat achter het gerimpeld voorhoofd de weg reeds was uitgestippeld. Hij trachtte iets van het gezicht te lezen, maar het gelaat van De Cock was een effen masker zonder uitdrukking.
‘Heeft rechercheur Bierens je verteld dat Vader Mattias voor een diefstal kwam?’
De Cock, gestoord in zijn overpeinzingen, kneep zijn ogen even dicht. ‘Hoezo?’ vroeg hij.
‘Ik heb er Vader Mattias niet over gehoord.’
De Cock keek hem verward aan. ‘Heeft de oude man het niet gezegd?’
‘Nee, absoluut niet. Hij heeft met geen woord over een diefstal gesproken.’
De Cock schudde langzaam het hoofd. ‘Ik wist het ook niet van Bierens,’ zei hij.
‘Niet… van Bierens?’
‘Nee,’ zuchtte De Cock, ‘niet van Bierens.’
Vledder keek hem verbaasd aan. ‘Maar…’ stamelde hij, ‘als noch Bierens, noch Vader Mattias je het hebben verteld, hoe wist je het dan?’
De Cock grijnsde. ‘Dat zal ik je later nog wel eens uitleggen.’
Hij keek naar het beteuterde gezicht van zijn jonge collega en lachte. ‘Gun een oude man een geheimpje,’ zei hij, ‘en schenk nog eens een kop koffie in.’
Vledder deed wat er van hem verlangd werd. Hij liep naar het morsige gaskomfoortje en vulde de koppen. Het zat hem dwars dat De Cock hem niet in vertrouwen nam. Sinds hij met hem op pad was, had hij steeds het gevoel dat hij er niet bij hoorde, dat hij buiten het eigenlijke onderzoek stond. De Cock deed geen achterbakse dingen. Hij mocht overal bij zijn. Hij mocht de verhoren beluisteren en aantekeningen maken. Als hij wilde, kon hij er alleen op uit trekken. De Cock verbood hem niets. Integendeel, hij was joviaal, vriendelijk en liet hem volkomen vrij. Maar hij maakte hem geen deelgenoot van zijn gedachten. En dat verdroot hem. Hij wilde graag iets leren van de grote man, over wie in recherchekringen de wonderlijkste verhalen de ronde deden. Maar hij leerde niets, althans, hij begreep het niet. En dat ergerde hem. Hij pakte de beide koppen op en zette ze met een nors gezicht op het bureau.
De Cock keek hem onderzoekend aan. ‘Wat is er, m’n jongen?’ zei hij vriendelijk. ‘Zint het je niet?’
Vledder ging tegenover hem zitten. De norse trek op zijn gezicht was nog niet verdwenen. ‘Nee,’ zei hij nukkig, ‘het zint mij niet. O, geloof me, ik vind het een voorrecht om met je samen te werken en je verhoren bij te wonen, maar omdat ik jouw gedachtegang niet ken, ontgaat mij de zin. Ik kan het niet volgen.’
‘En? Is dat mijn schuld?’
‘Ja… ik… eh…’
De Cock boog zich naar hem toe. ‘Luister eens, vriend Vledder,’ zei hij ernstig, ‘als ik jou precies zou vertellen hoe je moet denken, hoe je bepaalde voorvallen en uitdrukkingen moet interpreteren, dan bestaat er een grote kans dat je geestelijk tegen mij aan gaat leunen. En dat wil ik niet. Ik wil geen marionet van je maken. Ik wil dat je zelfstandig denkt, dat je je eigen gedachten ontwikkelt. Ook denken is een kwestie van oefening. Je weet van deze moorden net zoveel als ik. Je hebt dezelfde dingen gezien en gehoord. Als jij vermoedt dat ik dichter bij de oplossing ben dan jij, is dat voor jou een reden te meer om je in te spannen. Denk, m’n jong. Probeer de stukjes van de legpuzzel inéén te passen. Pijnig je arme hersentjes maar af.’
Vledder zuchtte. ‘Je vertelt me dus niets?’
De Cock schudde zijn hoofd. ‘Nu niet,’ zei hij. ‘Nu niet. Misschien later, als… als we de dader hebben ontmaskerd.’
Vledder grijnsde. ‘Als…’
De Cock stond op en trok zijn jas aan. ‘Kom, vriend,’ zei hij gelaten, ‘we gaan naar Vader Mattias. Hij zal inmiddels wel thuis zijn.’
Ze stonden beiden op de stoep van het huisje aan de Westermarkt en belden. Vader Mattias deed zelf open. Hij ging hen zwijgend voor naar een rommelige zitkamer. De rechercheurs keken wat verbaasd rond. Het viel direct op dat in het huis al jaren een regelende vrouwenhand ontbrak. Het zag er verwaarloosd uit. Het groezelige behang hing aan flarden van de muur. Hier en daar stonden vuile borden en kopjes en het dressoir zag grijs van het stof. Midden in de kamer, op een afgetrapt vloerkleed, stonden een paar oude fauteuils. De bekleding was versleten, het bloemmotief vervaagd. Het bood een troosteloze aanblik. In een van de fauteuils, met zijn benen op een laag tafeltje, zat een zwaargebouwde jongeman te lezen.
‘Dat,’ zei Vader Mattias, ‘is mijn zoon Tobias.’
De jongeman legde het boek op het tafeltje en stond glimlachend op. ‘Hoe maakt u het?’ vroeg hij vriendelijk.
De Cock schudde hem de hand. ‘Dank je,’ zei hij, ‘heel goed.’ Tobias keek hem geamuseerd aan. ‘U was op de begrafenis,’ zei hij kinderlijk verheugd. ‘Ik heb u gezien in de aula.’ Hij schudde mistroostig het hoofd. ‘Arme Gonny.’ Hij zweeg even en staarde wat dromerig voor zich uit. ‘Maar Gods genade is groot.’
De Cock knikte. ‘Hebt u haar gekend?’ vroeg hij.
De jongeman bewoog heftig het hoofd, zette zich in postuur en dreunde het op als een van buiten geleerd lesje: ‘Gonny, bijnaam Bleke, afkomstig uit Rotterdam, dochter van een brigadier van politie, hervormde godsdienst, ongehuwd, geen kinderen, acht jaar in het leven, geleend… ’
Vader Mattias stak bezwerend zijn hand op. ‘Zo is het genoeg,’ zei hij streng. Tobias boog beschaamd het hoofd.
Vader Mattias legde zijn hand op zijn schouder.
‘Tobias is een lieve jongen,’ zei hij vertederd, ‘en een grote steun.’ Het gezicht van de jongeman klaarde op.
‘Ga maar naar boven,’ zei de grijsaard, ‘naar je eigen kamer en neem het boek mee.’
Tobias gehoorzaamde bereidwillig. Hij pakte het boek van tafel, klemde het onder zijn arm en verliet de kamer. De scherpe ogen van De Cock hadden het boek goed opgenomen. Het was een oude Statenbijbel.
Vledder wendde zich tot Vader Mattias. ‘Waar,’ vroeg hij, ‘haalde Tobias al die gegevens over Bleke Gonny vandaan? Hij zei zelfs dingen die ik niet wist.’
Читать дальшеИнтервал:
Закладка:
Похожие книги на «De Cock en de wurger op zondag»
Представляем Вашему вниманию похожие книги на «De Cock en de wurger op zondag» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.
Обсуждение, отзывы о книге «De Cock en de wurger op zondag» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.