Albert Baantjer - De Cock en de Broeders van de haat
Здесь есть возможность читать онлайн «Albert Baantjer - De Cock en de Broeders van de haat» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Город: Baarn, Год выпуска: 2005, ISBN: 2005, Издательство: De Fontein, Жанр: Детектив, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.
- Название:De Cock en de Broeders van de haat
- Автор:
- Издательство:De Fontein
- Жанр:
- Год:2005
- Город:Baarn
- ISBN:90-261-2184-9
- Рейтинг книги:4 / 5. Голосов: 1
-
Избранное:Добавить в избранное
- Отзывы:
-
Ваша оценка:
- 80
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
De Cock en de Broeders van de haat: краткое содержание, описание и аннотация
Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «De Cock en de Broeders van de haat»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.
De Cock en de Broeders van de haat — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком
Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «De Cock en de Broeders van de haat», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.
Интервал:
Закладка:
Hij pauzeerde even…gniffelend.
“En dan mag jij de heren nogmaals vriendelijk verzoeken om niet alleen het onderzoek naar de moord op Friedrich Heinrich von Bodenwerder, maar ook het onderzoek naar de moord op Herman van Hogenbroek over te nemen.”
Vledder keek hem schuins aan.
“De reden voor dat verzoek?”
De Cock maakte een weids gebaar.
“Beide moorden…zo is mijn stellige overtuiging…zijn een uitvloeisel van de moord op Alexander de Rijke.”
Vledder grinnikte.
“En met die geruchtmakende moord wil jij absoluut niets te maken hebben.”
De Cock knikte.
“Dick Vledder, dat heb je heel goed onthouden.”
In een snikhete Golf reden ze vanaf de Keizersgracht terug naar de Kit. De open ramen gaven in de wagen nauwelijks enige verkoeling.
De Cock zuchtte.
“Van mij,” pufte hij, “mag er best weer eens een lekker regenbuitje vallen. Zo een met van die dikke vette langgerekte regendruppels.”
De grijze speurder blikte even nadenkend opzij naar Vledder.
“Heb je Petra van Sliedrecht nog gemeld dat het voorbij is? Dat zij niet meer op de terugkeer van Herman van Hogenbroek hoeft te rekenen?”
“Ja.”
“Hoe reageerde ze?”
“Heel kort, met één enkel woord: verrek.”
De Cock gniffelde.
“Dat is inderdaad heel kort.”
“Voor ik verder nog iets kon vragen smeet ze de hoorn op de haak.” Vledder klonk verongelijkt.
“Lekkere tante,” lachte De Cock.
“Dat mag je wel zeggen…lekkere tante. Ik begrijp niet waarom jij haar nog niet wilt aanpakken.”
De Cock tuitte zijn lippen.
“Dat komt nog. Ik hoop tijdens de loop van het onderzoek meer aanwijzingen tegen haar te vinden.”
Vledder gebaarde voor zich uit.
“Ik wil ook wel eens die bewijsstukken van haar zien dat Friedrich Bodenwerder haar afgod chanteerde.”
De Cock negeerde de opmerking.
“Heeft Ben Kreuger nog iets gevonden?”
Vledder knikte.
“Zowel thuis bij Von Bodenwerder als bij Van Hogenbroek was een van de twee glazen schoongeveegd.”
“Het glas van de dader.”
Vledder knikte opnieuw.
“Dat nemen we aan. Ben Kreuger zal de vingerafdrukken van die twee slachtoffers nog achterhalen om vast te stellen of de gevonden vingerdrukken op de niet schoongeveegde glazen van de slachtoffers zijn.”
De Cock glimlachte.
“Daar kunnen we wel van uitgaan.” Hij zweeg even. Nadenkend. “Wat ga je doen met het besmeurde overhemd van Herman van Hogenbroek?”
De jonge rechercheur blikte even spottend opzij.
“Dat gaat morgen op jouw uitdrukkelijk verzoek per speciale koerier naar het lab in Rijswijk.”
Vledder parkeerde de Golf op de steiger achter het politiebureau. De beide rechercheurs stapten uit.
Vledder bleef even staan en wees omhoog naar een donkere dreigende lucht, die langzaam in de richting van de binnenstad dreef.
“Je bede wordt verhoord. De regenbui die jij verlangde, is in aantocht.”
De Cock reageerde niet.
Ze wandelden via de Oudebrugsteeg naar de Warmoesstraat.
Toen ze de hal van het politiebureau binnenstapten, wenkte Jan Rozenbrand De Cock vanachter de balie.
De oude rechercheur liep op de wachtcommandant toe.
“Nieuwe ellende?” vroeg hij bezorgd.
Jan Rozenbrand schudde glimlachend zijn hoofd.
“Nee, maar geloof me, je hebt wat gemist.”
“Wat?”
De wachtcommandant gebaarde.
“Een halfuurtje geleden was hier bij mij aan de balie een bloedmooie vrouw…werkelijk een plaatje. Ze vroeg naar rechercheur De Cock.”
“En?”
“Onder de indruk van haar feeërieke verschijning stamelde ik dat jij er niet was. Toen draaide ze zich om en liep ijlings het bureau uit.”
“Wie was het?”
De wachtcommandant trok een beteuterd gezicht.
“Dat weet ik niet.”
“Heb je niet naar haar naam gevraagd?”
Jan Rozenbrand maakte een verontschuldigend gebaar.
“Stom. Vergeten. Ik was secondelang zo onder de indruk van haar…eh, haar uitbundige schoonheid, dat ze weg was voor ik haar iets had kunnen vragen.”
De Cock schudde verwijtend zijn hoofd.
“En dat op jouw leeftijd. Een vader met kinderen op de middelbare school…totaal overstuur door het zien van een bloedmooie meid.” De oude rechercheur draaide zich lachend om en besteeg opmerkelijk kwiek de stenen trappen naar de tweede etage.
Vledder volgde lichtvoetig.
Op de bank bij de ingang naar de grote recherchekamer zat tot zijn verwondering een man in een slobberig, grijs kostuum.
Toen de man De Cock in het oog kreeg, stond hij op en liep met dreunende pas op hem toe.
“Is het waar?” vroeg hij gejaagd.
De Cock keek hem verbaasd aan.
“Wat is waar?”
“Dat Herman van Hogenbroek is vermoord.”
De Cock antwoordde niet direct. Hij keek de man scherp onderzoekend aan. De oude rechercheur schatte hem op achter in de veertig, begin vijftig. Hij had een ovaal, wat langgerekt gezicht met een grauwe, vale huid en diepe wallen onder fletsgrijze ogen. Zijn al grijzende zwarte haren lagen warrig op zijn hoofd.
“Hebt u zich beneden bij de wachtcommandant gemeld?”
De man knikte.
“Ik vroeg naar rechercheur De Cock en mocht van de man achter de balie hierboven op de bank op u wachten.”
De Cock keek even naar Vledder.
“Daar heeft Jan Rozenbrand ons niets van gezegd. Die mooie meid heeft hem danig…”
Hij maakte zijn zin niet af en wendde zich weer tot de man in het slobberige pak.
“Vanwaar uw wetenschap?” begon hij. “Ik bedoel: wie vertelde u dat Herman van Hogenbroek was vermoord?”
De man duimde schokkend achter zich.
“Petra…Petra van Sliedrecht. Ze belde mij ongeveer een uur geleden op en vertelde dat ze van de recherche van bureau Warmoesstraat had vernomen dat Herman van Hogenbroek in zijn woning was vermoord.”
De Cock wenkte de man hem te volgen naar de grote recherchekamer. Daar wierp hij zijn oude hoedje treffend naar de kapstok en liet de man op de stoel naast zijn bureau plaatsnemen.
“Waarom belde Petra van Sliedrecht u?”
De man keek hem wat verward aan.
“Ik begrijp u niet.”
“Hoe wist Petra van Sliedrecht dat u geïnteresseerd was in zijn dood.”
De man schudde zijn hoofd.
“De…eh, ik ben niet geïnteresseerd in zijn dood, zoals u dat formuleert,” reageerde hij geprikkeld. “Herman en ik kennen elkaar al jaren. Al vanaf onze studententijd in Leiden. Wij zijn nog steeds min of meer bevriend en beiden lid van het bestuur.”
De Cock knikte begrijpend.
“Het bestuur van het door Alexander de Rijke gestichte BHG?”
De man glimlachte.
“Bond van Haters van Geweld.”
De Cock boog zich iets naar hem toe.
“En wie bent u?”
Het licht in de fletsgrijze ogen van de man twinkelde even.
“Ik ben Charles…Charles van Lochem, en ik heb van u nog steeds geen antwoord gekregen op mijn vraag: hebt u Van Hogenbroek dood in zijn woning gevonden?”
De Cock knikte.
“Dat heb ik.”
“Vermoord?”
De Cock knikte opnieuw.
“Op exact dezelfde manier als Friedrich Heinrich von Bodenwerder.”
Charles snoof verachtelijk.
“De schurk.”
De Cock veinsde verwondering.
“Schurk? Ik dachtdat Herman van Hogenbroek met hem bevriend was.”
Charles schudde zijn hoofd.
“Herman van Hogenbroek is…was…een nobel mens, een parel van de advocatuur. Hij kende Friedrich Heinrich von Bodenwerder niet alleen van het bestuur van de BHG, maar hij behandelde ook de claims van mensen die door de schurk Bodenwerder waren opgelicht…bezwendeld. Van enige vriendschap tussen hem en Bodenwerder was geen sprake.”
De Cock maakte een verontschuldigend gebaar.
“Dat heb ik dan verkeerd begrepen. Of Herman van Hogenbroek heeft mij verkeerd voorgelicht.”
Читать дальшеИнтервал:
Закладка:
Похожие книги на «De Cock en de Broeders van de haat»
Представляем Вашему вниманию похожие книги на «De Cock en de Broeders van de haat» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.
Обсуждение, отзывы о книге «De Cock en de Broeders van de haat» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.