Cyriel Buysse - Uit Vlaanderen
Здесь есть возможность читать онлайн «Cyriel Buysse - Uit Vlaanderen» — ознакомительный отрывок электронной книги совершенно бесплатно, а после прочтения отрывка купить полную версию. В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Жанр: foreign_antique, foreign_prose, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.
- Название:Uit Vlaanderen
- Автор:
- Жанр:
- Год:неизвестен
- ISBN:нет данных
- Рейтинг книги:5 / 5. Голосов: 1
-
Избранное:Добавить в избранное
- Отзывы:
-
Ваша оценка:
- 100
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
Uit Vlaanderen: краткое содержание, описание и аннотация
Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «Uit Vlaanderen»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.
Uit Vlaanderen — читать онлайн ознакомительный отрывок
Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «Uit Vlaanderen», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.
Интервал:
Закладка:
Uren lang, hijgend en sprakeloos, bleef hij er soms op staren. Hij scheen er de schim te volgen van een droom, waarvan de weerschijn zweefde op zijn grauwgeel, uitgemergeld aangezicht van martelaar des arbeids. Het was als zag hij daar vreemde, dieptreurige dingen; als woonde hij daar tooneelen bij vol lijden en melancholie, die zijn angstig verwrongen gelaatstrekken soms met een uitdrukking van eindelooze triestigheid bedekten. Toen kwam er als een zweem van zelfopoffering en onderwerping aan het Noodlot over zijn gezicht; en 't was alsof al 't overweldigende van 's levens ellende eensklaps in hem, met de laatste illuzie, den laatsten wrok, het laatste gevoel van verbittering had gedood.
Elken avond kwam de dokter weêr. Hij was ruw maar niet onmenschelijk; hij scheen gewoon onverschillig en hij uitte zich steeds niet beslissend over den aard der ziekte; zijn verklaringen op de angstige vragen van moeder en dochters bleven voortdurend vaag en ontwijkend.
Een zaterdagmorgen nochtans voelde vader zich bepaald veel beter. Zijn blik, minder angstwekkend strak, had een levendiger glans, hij hoestte zoo veel niet meer, zijn ademhaling was minder gejaagd, zijn bleeke gelaatstrekken waren als ontspannen.
't Was voor zijn huisgezin gelijk een zonnestraal na eindelooze onweersdagen. Zijn vrouw, door den afschuw van het elk oogenblik verwacht noodlottig einde gedemoraliseerd, kreeg weer haar strakgespannen, angstig-norsche houding van hard beproefde, beurtelings van hoop en wanhoop sidderende slaaf; de meisjes hadden zich weer koortsig aan den arbeid gezet; en Missiaen zelf waande zich haast genezen: hij sprak van reeds den volgenden maandag morgen op zijn werk terug te zijn; hij durfde zelfs, in een plotselinge opwelling van geestdrift, van zijn ideaal, zijn levensdroom gewagen, dien zoeten, lieven droom, voor hem de samenvatting van alle geluk, het zwijntje, de kwellende, onverjaagbare, verleidende illuzie, welks vernieling hij helaas! had meenen bij te wonen, gisteren nog, in de prostratie van zijn strakken, wanhopig-machteloos op den zwarten balk der lage zoldering gevestigden blik. Ja, hij durfde beweren, verzekeren, dat de opschorsing van drie weken arbeidsloon, en de onkosten, door zijn ziekte veroorzaakt, een herstelbaar verlies waren, en dat alle hoop nog niet verdwenen was, met Kerstdag aanstaande, op het feest van Lauwegem, het zwijntje te gaan koopen.
Zijn toestand beterde zoo voort, den ganschen dag. Zijn eten smaakte hem, hij dronk tot drie glazen wijn en twee kopjes bouillon. Zijn oogen kregen een steeds levendiger glans en zijn wangen kleurden zich met lichte rozentinten, die aan zijn vrouw en kinderen uitroepingen van verwondering en vreugd ontrukten. Hij praatte veel, hij was gansch opgewekt, zijn vrouw moest hem herhaaldelijk tot kalmte en geduld vermanen. Men eindigde met hem alleen te laten, om hem niet te zeer te vermoeien.
VIII
Hij was alleen sinds ongeveer een uur, en, in de kleine keuken, naast het slaapvertrek, had moeder het licht aangestoken, terwijl de meisjes, die, op den drempel, in de schemering, een luchtje geschept hadden, zich weer aan 't kantwerkkussen zetten, toen het geluid van een neêrstortend voorwerp in de kamer hen allen angstig 't hoofd deed omwenden.
Moeder nam de lamp, duwde de deur open en trad binnen, door haar dochtertjes gevolgd. Zij bleven alle drie onthutst in 't midden van het plekje stilstaan, ontsteld, verschrikt door 't schouwspel, dat er hare oogen trof.
Vader, half op de linkerzij gekeerd, staarde haar met strakke, verwilderde oogen aan. Zijn wangen, boven de juksbeenderen, waren kersrood; zijn lippen, die beefden, stotterden onduidelijke klanken uit. Hij maakte plotseling een beweging, als om uit 't bed te springen, maar viel terstond weêr neêr. Naast het ledikant lag, de pooten omhoog, een stoel, dien hij, in zijn wilde gebaren, omvergeworpen had.
Angstig vlogen de vrouwen naar hem toe, vragend wat hem scheelde.
Maar blijkbaar was 't dat hij haar niet begreep, dat hij haar niet herkende. Snikkend vatte zijn vrouw hem bij de hand. Die hand was brandend. Wanhopig smeekend poogde zij hem te doen stilhouden. Lisatje zette den omvergevallen stoel weêr recht.
Doch vader, door een brusken ruk, trok zijne hand uit die van moeder, gooide zich op zijn rechterzij, den rug tot haar gekeerd, 't ontvleesde lichaam half ontbloot door die onstuimige beweging. En hij sprak nu met luider stem, hij uitte, vlug, op gebiedenden toon, vreemde, onsamenhangende zinnen:
– Asa, komoan, de meulen droait; woar zijn de bieten? woar blijft ge mee de bieten?"
Hij woelde in zijn bed, hij opende, zoo wijd hij kon, de armen, ze met een vlugge, herhaalde beweging weer tot zich trekkend, als scharrelde hij om zich heen verspreide voorwerpen samen. Zijn adem hijgde, zweetstralen liepen langs zijn blakende wangen, terwijl hij, met een booze, schorre stem herhaalde:
– Moar breng ze dan, verduuveld! breng ze, luioards! heurt ge de meulen dan nie ronken!"
Zijn oogen puilden uit, zijn wangen waren opgeblazen, bij bootste 't geluid van den hakmolen na, begeleid door het gegons der stoommachien, der "horzel."
En plotseling bleven zijn uitgestrekte armen krampachtig gespannen, terwijl hij nog vervaarlijker hijgde, alsof hij, uit al zijn macht, een reusachtigen stapel naar zich wou trekken.
– Ah! eindelijk, eindelijk, eindelijk!" zuchtte hij, met een geknor van genoegen, het aangezicht van krachtsinspanning scheef gewrongen.
De rampzalige vrouwen, begrijpend dat hij ijlde, wendden steeds vuriger pogingen aan om hem te doen bedaren. Moeder bedekte onvermoeid zijn lichaam met sargïen 1 1 Wollen dekens.
die hij onophoudend van zich afwierp, Lisatje droogde hem 't gelaat af met haar zakdoek, Emerance hield zijn beenen vast om hem te doen stilhouden. En alle drie hielden niet op te zuchten, te huilen, hem met hartscheurende woorden smeekend haar toch aan te hooren, haar toch te gehoorzamen.
Maar vader, die zich opnieuw tot haar had omgekeerd, was nu aan een andere hallucinatie ter prooi. Hij was op de droogplaats, hij keerde de beeten om. De beide handen krampachtig rond den steel eener ingebeelde schop geklemd, de schouders door de krachtsinspanning opgetrokken, de oogen uit hun holten, den wijd gapenden mond als een orkaan zijn benauwden adem uitstootend, was hij aan den arbeid. Het zweet stroomde steeds overvloediger langs zijn wangen, zijn keel maakte een rochelend, reutelend geluid, hij greep voortdurend naar de deken om er den steel van zijn schop mee te omwinden; en nu en dan liet hij plots alles los: hij rekte woest den hals uit, opende den mond nog wijder, slurpte, met een geklok van verlossing, een lange teug versche lucht in. En dadelijk weer hernam hij zijn verschrikkelijk zwoegen.
De drie huilende vrouwen waren niet langer in staat hem te beheerschen. Nu wilde hij volstrekt uit zijn bed; hij moest beneden, in den kuil, de vuren oppoken. En hij spartelde geweldig, hij beleedigde ingebeelde vijanden, die hem beletten zijn arbeid te verrichten, die samenspanden om hem uit de fabriek te doen wegzenden. Hij zag ze overal, die vijanden; zij hielden hem vast bij de armen, bij de beenen; zij drukten uit al hun macht op zijn borst; zij overweldigden, vernielden hem onder hun getal en hun woede.
En eensklaps, uitgeput en overwonnen, voelde hij zich sidderen. Zijn vijanden hadden hem losgelaten en hij bevond zich alleen in den kuil, waar al de vuren waren uitgedoofd. Er was geen mensch meer om hem heen; alles was somber en ijskoud. Die koude viel hem als een looden mantel op de schouders, en, als een weerlooze massa, stortte hij op een stapel klamme lompen neer.
Hij had de kracht niet meer om op te staan, om zich nog te bewegen. Hij barstte los in heete tranen. Hij begreep nu waarom zijn vijanden hem aangerand en verpletterd hadden: het waren boosaardige nijdigaards, die het niet konden uitstaan dat hij geld won, omdat zij wisten dat hij, met dit geld een zwijntje zou koopen, en dat een zwijntje zijn geluk, zijn rijkdom, de droom van gansch zijn leven was.
Читать дальшеИнтервал:
Закладка:
Похожие книги на «Uit Vlaanderen»
Представляем Вашему вниманию похожие книги на «Uit Vlaanderen» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.
Обсуждение, отзывы о книге «Uit Vlaanderen» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.