Cyriel Buysse - Uit Vlaanderen

Здесь есть возможность читать онлайн «Cyriel Buysse - Uit Vlaanderen» — ознакомительный отрывок электронной книги совершенно бесплатно, а после прочтения отрывка купить полную версию. В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Жанр: foreign_antique, foreign_prose, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.

Uit Vlaanderen: краткое содержание, описание и аннотация

Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «Uit Vlaanderen»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.

Uit Vlaanderen — читать онлайн ознакомительный отрывок

Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «Uit Vlaanderen», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.

Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Ja, vader deed meer dan hij kon. Die gedachte, dat vaststaande denkbeeld, dat het gedroomde ideaal toch eindelijk bereikt zou worden; dat de welstand, bijna de rijkdom nu toch werkelijk zou komen in zijn hutje van eerlijken zwoeger die zijn leven lang geworsteld heeft met de ellende; o, die gedachte gaf hem uiterste, haast bovenmenschelijke krachten, waarover hij zichzelf verbaasde.

Gedurende de drie eerste weken had hij, om zoo te zeggen, geen vermoeienis gevoeld. En toch at hij zeer weinig, en sliep haast niet. Er woekerde in hem iets onbekends, iets wonderbaars, een zenuwachtige opgewektheid, die hem onvermoeibaar maakte, gevoelloos voor alle zwoegen en ontberingen, onoverwinnelijk, onkwetsbaar. Zelfs hij, die, voor zijn hoest, zooveel voorzorgen had moeten nemen, was juist degene die het minst leed door de plotse veranderingen van temperatuur, waaraan zij allen, door hun soort arbeid waren blootgesteld. Hij alleen bleef ongedeerd, terwijl meest al de andere arbeiders reeds zware verkoudheden gekregen hadden.

Zou de goede God hem dan toch waarlijk het zoo vurig verlangde geluk, de verwezenlijking, de handtastelijke materialisatie van zijn zoeten levensdroom willen schenken?

VI

Een avond, na het laatste omkeeren der beeten op de droogplaats, terwijl de arbeiders, uitgerust, zich reeds klaar maakten om er de beeten af te scheppen, poogde Miel te vergeefs, tot tweemaal toe, zijn vader, die, in een der zijbeuken, op een stapel oude balen uitgestrekt lag, te doen opstaan.

De jongeling, verwonderd, en verontrust, naderde dichtbij zijn vader.

– Voader," sprak hij, een weinig buigend, "sloapt-e dan? 't es tijd van afscheppen."

Missiaen, tot dus ver bewegingloos, keerde zich, met een schorren zucht, op zijn armzalige legerstede half om.

– 'K en kan nie opstoan; 'k en kan nie, 'k ben ziek," klaagde hij dof, met gebrokene stem.

De andere arbeiders waren ook tot hem genaderd, allen staarden hem met meedoogende blikken aan, nu hij, op den rug uitgestrekt, met verwrongen, doodsbleek, schielijk verouderd aangezicht, in den gloed van een der vuren lag. En alvorens men hem vragen kon waaraan hij leed, barstte de rampzalige in tranen los, luid snikkend:

– O, 't es gedoan mee mij, 't es gedoan; 'k gevoele dat 't gedoan es, da 'k noeit nie meer op en zal stoan!"

Miel, ook eensklaps losbarstend in tranen, was naast zijn vader op de knieën neêrgezonken en hield bevend dezes linkerhand in de zijne gedrukt. Die hand was ijskoud, en ook de paarse lippen van den arbeider sidderden onheilspellend in zijn onkennelijk geworden gelaat.

– O voader wa hêtte toch! wa hêtte toch?" schreide de jongeling wanhopig.

De rampzalige, zijn oogen steeds gesloten, hield nu ook de lippen dicht, die ophielden te beven. Zijn keel gaf een hik, als slikte hij met geweld iets door; maar toen hij na een oogenblik den mond weer opende, begonnen zijn lippen nog heviger te sidderen, en zijn tanden te klapperen, terwijl hij met een krijschende, nauw verneembare stem, antwoordde:

– O pijn… schrikkelijke pijn en vermoeienes in heel mijn lichaom;… 'k en kan nie meêgoan op de dreugploats… Och Heere! och Heere! 'k en zal noeit meer meêgoan op de dreugploats!"

Een nieuwe krimping verwrong zijn gelaatsspieren, hij barstte weêr in tranen los, krijtend met een stem, zoo scherp en klagend als een kinderstem:

– Och God, 't es gedoan mee mij, gedoan, gedoan!"

Zijn hartbrekende klachten verergerden de wanhoop van zijn zoon, terwijl de andere arbeiders, met somber gelaat op den steel hunner schop geleund, hun ellendigen makker aanstaarden. Een hunner sprak eindelijk:

– Wille m' ou helpen opstoan, Bruno? Messchien wordt het wel beter as g' opstoat."

De arme lijder gaf geen antwoord. Maar Miel, door een gezel geholpen, tilde hem onder de schouders op en poogde hem overeind te doen zitten. De vlam van een der ovens zengde hun de handen en de kleêren, zij drongen op zij, met een getrappel van voeten, onder een der beuken. Doch alle veerkracht was bij vader verbroken; zoodra zij hem een weinig loslieten, voelden zij hem ineenzakken, lam als een flarde, doffe klachten stamelend.

– Miel, voert 'em noar huis op ne kurtewoagen," stelde een der arbeiders voor.

In allerhaast liep men er een halen, terwijl de anderen, vader optillend, hem uit den kuil droegen.

Men zette hem boven op een hoop leege zakken op den kruiwagen neer, den rug geleund tegen de voorplank. Een wambuis werd over zijn schouders gelegd, met wat andere leege zakken dekte men zijn weerloos uitgestrekte beenen. Hij had de oogen geopend, zijn hoofd was zijdelings gezegen, naar den linkerschouder, zijn mond hing pijnlijk hijgend open, zijn doffe blik bleef treurig starend op de ontroerde groep zijner makkers gevestigd. De meesterknecht verscheen, nam inlichtingen over het gebeurde, ondervroeg de mannen. Hij deed de leege zakken van des zieken voeten wegnemen en vervangen door een dikke wollen deken, die men in het slaapvertrekje van den paardenknecht ging halen. Hij beval insgelijks aan een der arbeiders den kruiwagen te vergezellen om Missiaen vast te houden, terwijl Miel hem zou voeren.

De arme knaap, de oogen verblind door zijn tranen, had het handzeel over zijn schouders geslagen en de draagboomen van den kruiwagen opgelicht. Het lijf voorovergebogen, de schouders door een zenuwachtig snikken geschokt, voerde hij langzaam, met eindelooze voorzichtigheid, zijn rampzaligen vader naar zijn proletariërshut. Bert, een groote, kloeke kerel, stapte gebogen naast het wiel, met de hand den rechterarm van den lijder vasthoudend.

Stom, met den angst op 't gelaat, zagen zijn makkers den treurigen stoet, begeleid door het dof gegons van de "horzel," buiten in den winternacht verdwijnen.

VII

Wanneer een lastdier ziek wordt, blijft het voortloopen en zwoegen tot de uiterste uitputting zijner krachten. Als het zich legt, is 't om te sterven.

Vader had zich gelegd…

Roerloos op den rug gestrekt, het aangezicht grauwbleek en de borst hijgend, lag hij verzonken in het laag en breede bed, de doffe oogen strak gevestigd op de zwarte balken van de lage zoldering. Zijn vrouw en zijn meisjes, de oogen roodgeweend, omringden, verzorgden hem. Frans was den geneesheer gaan halen.

Hij kwam, 't was nog een jonge man, kloek en forsch van gestalte, barsch en brusk van manieren, baardeloos, met een gouden lorgnet op den neus. Hij examineerde den zieke, ondervroeg hem op een ruwen, misnoegden toon, haast als een onderzoeksrechter die een booswicht ondervraagt. En toen de weenende moeder hem vroeg wat vader toch had, gaf hij een vaag, ontwijkend antwoord, en haalde hij de schouders op als bij een afgedane zaak, zeggend dat het een kwaal was, waarvan hij reeds sinds lang de kiem in zich droeg. Hij beval dat men den zieke bouillon, wijn en eieren zou geven, alsook, om de twee uren, een lepel van een fleschje medicijn, dat men bij hem aan huis moest komen halen. Alvorens te vertrekken, vroeg hij, aan de vrouw, of zij als behoeftigen op het weldadigheidsbureel ingeschreven waren; en, op haar bevestigend antwoord verliet hij de kamer, binnensmonds enkele onverstaanbare woorden pruttelend. Op den drempel keerde hij zich echter nog eens om, om te berichten, dat hij 's anderendaags terug zou komen. En hij verdween, hoekig en zwaar, zijn reuzengestalte onder den lagen boog der ingangdeur buigend.

Eenige dagen verliepen: vader beterde een weinig. Hij kreeg bij tusschenpoozen weêr zijn droge, holle hoestbuien; hij gebruikte soms een kopje bouillon of een ei; hij dronk een glaasje wijn. En zijn geesteskrachten waren bijgekomen; elken avond, als Miel thuis kwam van de fabriek, ondervroeg hij hem over zijn werk, wilde hij weten of de meester steeds tevreden was over hem. Toen zonk hij weg in een soort van prostratie, de bleeke, treurige oogen op een der oude, donkere balken van de lage zoldering gevestigd.

Читать дальше
Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Похожие книги на «Uit Vlaanderen»

Представляем Вашему вниманию похожие книги на «Uit Vlaanderen» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.


Отзывы о книге «Uit Vlaanderen»

Обсуждение, отзывы о книге «Uit Vlaanderen» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.

x