Cyriel Buysse - 't Bolleken
Здесь есть возможность читать онлайн «Cyriel Buysse - 't Bolleken» — ознакомительный отрывок электронной книги совершенно бесплатно, а после прочтения отрывка купить полную версию. В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Издательство: Иностранный паблик, Жанр: foreign_antique, foreign_prose, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.
- Название:'t Bolleken
- Автор:
- Издательство:Иностранный паблик
- Жанр:
- Год:неизвестен
- ISBN:нет данных
- Рейтинг книги:4 / 5. Голосов: 1
-
Избранное:Добавить в избранное
- Отзывы:
-
Ваша оценка:
- 80
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
't Bolleken: краткое содержание, описание и аннотация
Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «'t Bolleken»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.
't Bolleken — читать онлайн ознакомительный отрывок
Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «'t Bolleken», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.
Интервал:
Закладка:
't Bolleken
I
Nonkelken was dood…
Hij was op het dorpje geboren en had er zijn gansche leven gewoond. Zijn huis, – 't kasteelken 1 1 't kasteelken / "kasteelken" wordt soms met hoofdletter, soms met kleine letter, soms wel dan weer niet tussen aanhalingstekens, geschreven.
, zooals de menschen het noemden, – stond heel alleen aan 't uiteinde der lange straat, daar waar de steenweg zich in tweeën splitst, rechts en links, naar andere dorpen. - 2 2 – / Vaak beginnen zinnen met een gedachtestreep.
Een bloementuintje, door een ijzeren hek en een omheiningsmuur van de straat afgezonderd, lag liefelijk verdeeld in kleine, kleurenrijke perkjes vóór het witte woonhuis met de groene zonneblinden, en daarachter strekte zich de lusttuin uit vol hooge en sombere boomen, bijna indrukwekkend als de imposante massa van een park.
Dáár had Nonkelken zijn leven lang als vrijgezel gewoond. Zijn voornaam en familienaam kenden de menschen haast niet meer: zij waren zoo gewend hem "Nonkelken" te hooren noemen; wellicht omdat hij slechts één neefje als familie had, die hem natuurlijk altijd "nonkel" noemde.
Nonkelken was rijk en had nooit anders dan voor zijn pleizier 3 3 pleizier / plezier
geleefd. Hij had geleefd 't gewone leven van een rijken dorpsheer: lekker eten en drinken, jagen, paardrijden, met den handboog schieten en op "stamenee 4 4 stamenee / van fr. estaminet. In België herberg, kroeg.
gaan". Vooral op stamenee gaan. – Iederen ochtend, klokslag elf, begon Nonkelken zijn ronde. Hij liep geregeld zijn vijf of zes herbergen af, nam in ieder zijn "dreupelken" onder het rooken van sigaartjes en het babbelen met de menschjes. Tegen één uur was hij weer op het "kasteelken", gebruikte zijn diner en ging daarna een paar uurtjes dutten. 's Namiddags reed hij uit, meestal naar omliggende dorpen, soms met een vriend naar kermissen of handboog-schietingen, of ging op jacht. Met invallenden avond was hij weer op het "kasteelken" en soupeerde; en dan had hij opnieuw zijn vaste herbergen, waar hij zijn kennissen ontmoette, die met hem een partijtje kaart of biljart bleven spelen, tot halfelf of elf in den nacht.
Nonkelken was zeer populair, zeer gezien en geliefd. Hij was een tijdje burgemeester van het dorp geweest, doch had al spoedig voor die eer en waardigheid bedankt, omdat het hem te veel geharrewar veroorzaakte; maar hij was en bleef tot 't einde van zijn leven voorzitter der handboogmaatschappij en eere-voorzitter van 't fanfarenkorps 5 5 fanfarenkorps / fanfarekorps
. Hij was vrijgevig en deelde aan de armen aanzienlijke aalmoezen uit. Hij was noch "hooggeleid 6 6 hooggeleid / hoog opgeleid
" noch verwaand en wel integendeel gul met handdrukken en vriendelijk tegemoetkomend voor velen, die hij al heel spoedig tot zijn gelijken en intiemen rekende.
Veel had hij steeds van de meiskes gehouden. Niet van die opgesmukte, aanstellerige, pretentieuze stadsjuffers, maar van eenvoudige, natuurlijke, gezonde boere-kinderen. Hij had liefjes op het dorp gehad; vele, vele! Maar 't had nooit of hoogst zelden zijn goeden naam iets geschaad. Hij was rijk en hij was goed; hèm werd heel wat meer vergeven dan een ander. Wel hadden meneer de pastoor en enkele zéér godsvruchtige menschen misschien nu en dan eens afkeurend-hoofdschuddend gemopperd; maar een ieder wist toch dat Nonkelken in den grond van zijn hart een héél vroom mensch was en tot publiek schandaal en bepaald ergerend-onstichtelijk voorbeeld was het ook nooit met hem gekomen. Trouwens, met den tijd was Nonkelken kalmer geworden en in de laatste jaren leefde hij heel deftig, vreedzaam en gelukkig met zijn beide meiden-een oude die bizonder 7 7 bizonder / bijzonder
lekker kookte en een jonge, die uitstekend voor hem zorgde-als een oude, wijze vader, die van veel geproefd heeft en wel weet, dat 't beste toch nog binnenshuis te vinden is.
Maar nu was Nonkelken dood!..
Aan een eigenaardige ziekte was hij gestorven. – Dat was begonnen met een soort van kitteling in zijn slokdarm, als een begin van verkoudheid. Het deed hem hoesten, herhaaldelijk en hardnekkig, maar steeds droog; en hij werd er nijdig onder en schudde soms gesard het hoofd, terwijl hij hard met de vuist op zijn borstbeen klopte, alsof daar, diep, iets zat, dat hij maar niet weg kon krijgen. Er zat daar werkelijk iets, beweerde hij, net als een balletje, dat hij er duidelijk voelde, iets dat onophoudelijk op en neer bewoog, alsof het wilde bovenkomen en niet kon. Hij hoestte en proestte er naar, om het eens goed te pakken te krijgen; het leek hem dat hij eensklaps zou genezen zijn zoodra hij 't had; maar treiterig-kittelend bleef het dingetje voortdurend op en neer gaan, somtijds tot in zijn keel bijna, zoodat hij 't eindelijk dacht te hebben, maar telkens op het laatste oogenblik weer zinkend naar de diepte, waar het dan uren lang te draaien en te kwellen lag, onder vruchtelooze hoest- en proestbuien, die Nonkelken paarsrood, met congestieve 8 8 congestief / afgeleid van congestie: ophoping van bloed in enig orgaan (m.n. in het hoofd).
oogen, als in stuiptrekkende krampen, amechtig op en neer trokken.
Voornamelijk in den vroegen ochtend had hij 't zwaar-benauwd; en 't werd eerst beter, maar dan ook merkelijk, nadat hij een paar borreltjes gedronken had. Dat was het beste en zelfs 't eenige middel, oneindig doeltreffender dan al de poeiertjes en pilletjes en drankjes, die de dokter hem deed slikken. Dat knapte hem telkens flink weer op en voor het overige van den dag voelde hij zich bijna lekker, behalve 's avonds weer, op 't oogenblik dat hij naar bed zou gaan. Dan kwam opnieuw een erge, érge bui en lange uren lag het balletje weer treiterend op en neer te gaan zonder ooit geheel boven te komen, noch geheel te zinken, terwijl diep in zijn binnenste iets aanhoudend piepte en knaagde, hem alle rust en slaap belettend.
"Da bolleken zal mijn deud zijn," zuchtte Nonkelken tegen de menschen die naar zijn gezondheid kwamen vragen. "Da 'k het kon boven krijgen 'k woare genezen; moar anders ben ik ne veugel veur de katte."
"Zoe da nie wa anders zijn, Nonkelken?" vroegen de menschen vriendelijk-belangstellend.
Maar Nonkelken maakte zich kwaad als het bestaan van 't bolleken in twijfel werd getrokken. Hij toch voelde zeker wel wat er in hem omging? 't Was of hij 't daar vóór oogen zag; en hij preciseerde, nijdig, agressief:
"'t Es 'n bolleken, zeg ik ulder; percies ien van die gloazen bollekes woar da z' op de kirmessen mee karabientsjes 9 9 karabientsjes / verkleinwoord van karabijn: handvuurwapen met korte loop.
naar schieten en da stanvastig 10 10 stanvastig / standvastig
op 'n woaterstroalken op en neere goat." En de menschen geloofden 't en de geschiedenis van 't bolleken werd alom in 't dorp verteld, als een fatale kwaal, waar Nonkelken aan dood ging.
Zijn eenige neef, meneer Vitàl, die in de stad voor advocaat studeerde, kwam hem bezoeken. Hij vond Nonkelken in weeke stemming, moedeloos en bijna schreiend.
't 11 11 't Es… / "'t Es
Es gedoan mee mij," zuchtte het oud viveurtje 12 12 viveurtje / verkleinwoord voor viveur: pretmaker, losbol.
. 'K 13 13 'K en / "Ik" wordt bij het begin van een zin vaak als "'K" geschreven.
en kan da bolleken nie boven krijgen en 'k moet 'r van deud." Eensklaps begon hij te snikken:
"'T 'n 14 14 'T 'n / 't 'n
zal nie lank mee mij mier duren; ge zilt aan 't irfdeel goan liggen 15 15 ge zilt aan 't irfdeel goan liggen / je zal binnenkort erven
."
"O, Nonkel, Nonkel," protesteerde meneer Vitàl hevig. Maar bij 't heengaan ontmoette hij in den gang den dokter, die Nonkelken was komen bezoeken; en hij nam hem apart.
Читать дальшеИнтервал:
Закладка:
Похожие книги на «'t Bolleken»
Представляем Вашему вниманию похожие книги на «'t Bolleken» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.
Обсуждение, отзывы о книге «'t Bolleken» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.