Pieter Faddegon - Het eerste ontwerp voor de bedijking der Zuiderzee, 1848

Здесь есть возможность читать онлайн «Pieter Faddegon - Het eerste ontwerp voor de bedijking der Zuiderzee, 1848» — ознакомительный отрывок электронной книги совершенно бесплатно, а после прочтения отрывка купить полную версию. В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Жанр: foreign_antique, foreign_prose, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.

Het eerste ontwerp voor de bedijking der Zuiderzee, 1848: краткое содержание, описание и аннотация

Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «Het eerste ontwerp voor de bedijking der Zuiderzee, 1848»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.

Het eerste ontwerp voor de bedijking der Zuiderzee, 1848 — читать онлайн ознакомительный отрывок

Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «Het eerste ontwerp voor de bedijking der Zuiderzee, 1848», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.

Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Pieter Faddegon

Het eerste ontwerp voor de bedijking der Zuiderzee, 1848

Voorwoord

Op het Ingenieurs-congres tijdens de internationale tentoonstelling te Amsterdam in 1883 was aan den ingenieur J. W. Welcker, lid van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs, door den Raad van Bestuur de eervolle taak opgedragen een overzicht te geven van de voornaamste ontwerpen, welke achtereenvolgens voor de droogmaking van de Zuiderzee zijn openbaar gemaakt. Inmiddels zijn wij de 20 steeeuw ingegaan. Als uitnemend kenner van zijne landgenooten nopens de bedachtzaamheid waarmee in Nederland dergelijke grootsche ontwerpen worden behandeld, sprak hij de volgende merkwaardige woorden, die nu reeds bewaarheid zijn: „Doch al zullen, indien ik mij niet bedrieg, slechts de jongsten onzer, zooals wij hier vergaderd zijn, wellicht eenmaal op gevorderden leeftijd den dag zien aanbreken, waarop met de droogmaking wordt begonnen,” enz.

Intusschen brengt ook die bedachtzaamheid zijne voordeelen mee. Dertig jaar later, in 1913, weerklonken in 's lands vergaderzaal de bemoedigende woorden van de troonrede, dat nu de tijd was aangebroken om een daadwerkelijk begin te maken met de bedijking en de droogmaking der Zuiderzee.

In hetzelfde jaar was ook een nieuw ministerie opgetreden, waarbij aan het hoofd van het Departement van Waterstaat benoemd werd Dr. C. Lely, c. i., die als adviseur van de Zuiderzee-vereeniging in 8 achtereenvolgende nota's het grootsche ontwerp op grondige wijze had bestudeerd.

Een betere introductie van deze plannen bij den Waterstaat dan door dezen minister kan men zich bezwaarlijk denken. Nu de koninklijke boodschap het Nederlandsche volk heeft bereikt en wij het werk veilig zien in handen waarin het behoort, de welgeprezen Hollandschen Waterstaat, wachten wij met gepasten eerbied geleidelijke afwikkeling der zaken af.

Denk echter niet, geachte lezer, dat het publiek zich onbetuigd heeft gelaten zijne belangstelling te toonen bij het Zuiderzee-vraagstuk, reeds lang voor 1913. Om dit te illustreeren, laten wij hier volgen, wat in het Algemeen Handelsblad van 31 October 1885 staat te lezen:

„Het is opmerkelijk, hoe vaak de eerste gedachte tot een groot openbaar werk door niet-ingenieurs wordt aangegeven en dan blijkt het soms later dat het, door den niet met technische kennis gewapenden man aangeprezen denkbeeld, veel practischer en voor de uitvoering veel beter geschikt is, dan de door technici gewenschte wijze. Deze bewering klinkt vreemd en toch ondervindt men in de dagelijks voorkomende gevallen er vaak de waarheid van. – Een eigenaardig sprekend geval in deze is, dat van den aanleg van het Noord-Hollandsche kanaal, dat door de ingenieurswereld is doorgedreven, terwijl op de ontwerp-kaart van dat kanaal Koning Willem I een potloodstreep trok, in de richting, waar men later ter vervanging van het Noord-Hollandsch kanaal het kanaal door Holland op zijn Smalst heeft moeten graven, terwijl Z. M. bij het plaatsen van die streep moet gezegd hebben: „Ik meen dat het hier moet komen.”

„Met de afsluiting en droogmaking der geheele Zuiderzee verkeeren wij thans eenigermate in hetzelfde geval. In ons eerste opstel vermeldden wij, dat de ingenieur van den waterstaat Welcker in eene lezing te Amsterdam dat werk voor eene onmogelijkheid heeft verklaard en dat de ingenieurs Stieltjes en Caland er van hebben gezegd: dat het denkbeeld geen 5 minuten ernstig onderzoek waard was. En thans ziet men de heeren Buma en van Diggelen, beide mannen geheel buiten het vak van den ingenieur, met den meesten ijver aan het werk, om het grootsche denkbeeld nader te doen onderzoeken voor te bereiden en zoo mogelijk te doen uitvoeren.

„Het eerste werkje, dat over de droogmaking der Zuiderzee in 1848 het licht zag, was hoofdzakelijk van niet deskundigen, I. Kloppenburg en P. Faddegon Pz. De eerste was een groot voorstander van droogmakerij en heeft voornamelijk tot de droogmaking van het IJ, vele ijverige pogingen in het werk gesteld, doch was in het geheel niet met technische kennis toegerust. Faddegon evenwel stond niet geheel buiten het vak, hij is bekend als de uitvinder van een nieuw wateropvoeringswerktuig, destijds de Waterbraker genaamd; hij was een practisch waterbouwkundige, doch niet de man met die technische wetenschappen toegerust, waardoor men een zaak, als de droogmaking der Zuiderzee degelijk kan overzien. Maar het is niet meer te loochenen, dat evengoed als Leeghwater het eerst schreef over de droogmaking van de Haarlemmermeer, de heeren Kloppenburg en Faddegon de voorloopers waren van het spoedig daarop in 1849 gevolgde, meer doorwrochte werk van den ingenieur B. P. G. van Diggelen over de droogmaking der geheele Zuiderzee en der Wadden. Van Diggelen evenwel heeft het denkbeeld niet van Kloppenburg en Faddegon overgenomen, doch was reeds druk aan het werk van zijn plan, toen het eerste werkje het licht zag.

„In „de Gids” van 1849 zegt professor Vissering daarvan: „Terwijl Kloppenburg en Faddegon hunnen arbeid lieten drukken, zond de heer van Diggelen den zijnen ter perse.”

„Doch het gebeurt meer, dat een zelfde gedachte op een zelfde oogenblik, op verschillende plaatsen ontstaat.

„Bijzondere oorzaken zijn hiertoe soms de aanleiding. Wij hebben wel eens gedacht, dat het uitgeven van een kaart daartoe aanleiding zou hebben kunnen geven, want is onze zienswijze juist geweest, dan heeft het telkens beschouwen van de kaart van den bodem der Zuiderzee, die op het bureau van een destijds jong ingenieur den heer Van Diggelen dagelijks onder de oogen kwam en die hij daar menig oogenblik met ernst bestudeerde, de grondgedachte van Van Diggelens groot werk gelegd.

„Doch laten wij eerst de denkbeelden van de heeren Kloppenburg en Faddegon in herinnering brengen, want al mag hun werk op verre na niet op volledigheid bogen, zijn toch hunne denkbeelden zoo geheel verwerpelijk niet. Het in 1848 door hen aangegeven plan bestaat uit 3 deelen:

„1º. de droogmaking van het Y en het graven van het kanaal door Holland op zijn smalst, 2º. afsluiten van de Zuiderzee langs de lijn Enkhuizen–Stavoren en het droogmaken van dat gedeelte en 3º. het aanhechten van de eilanden langs onze kust, zoowel onderling, als met den Helder en Emden en de droogmaking van dat noordelijk deel.

„Dit derde perceel beschrijven die heeren evenwel minder uitvoerig en wel voornamelijk, zoo mij later wel eens ter oore is gekomen, omdat ze het denkbeeld koesteren dat noordelijk deel liever door opslibbing dan wel door droogmaking tot land te maken. Zij beoogden toch de beperking van den invloed der Noordzee door de aanhechting der eilanden, welke beperking zeker tot een der eerste werken zouden behooren. Daar het derde perceel als allerlaatste deel der uitvoering door de aanslibbing dan alreeds zulke groote en voordeelige verandering zoude hebben ondergaan, poogden zij niet, dienaangaande eene nadere ontwikkeling hunner denkbeelden op papier te brengen en bleef dus dit deel van landaanwinning in hun plan meer in de lucht hangen.

„Het denkbeeld tot afleiding van den IJsel werd door die heeren minder volledig behandeld en zoude zeker naar hun plan niet kunnen geschieden.

„Ze stelden voor een kanaal te graven door de hooge Veluwegronden van Westervoort tot Nijkerk, ze wilden den tegenwoordigen IJsel kanaliseeren en den kop van de IJselrivier met een overlaat of regelaar bij hooge rivierstanden beperken.

„Het water werd in een ringvaart om de drooggemaakte Zuiderzee geleid, die met sluizen zoude afgesloten zijn.”

De schrijver volgens mededeeling van de Directie van het Algemeen Handelsblad aan de huidige Redactie onbekend, eindigt in dit nummer zijn opstel, waarvan wij slechts de eerste helft hebben overgenomen met den volzin:

„Al het thans meegedeelde moge er toe leiden, dat zij het plan der H.H. Kloppenburg en Faddegon nog eens overwegen, die het hunne zullen moeten bijdragen tot het nemen van initiatief tot het opmaken der ontwerpen voor de afsluiting en droogmaking der Zuiderzee.”

Читать дальше
Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Похожие книги на «Het eerste ontwerp voor de bedijking der Zuiderzee, 1848»

Представляем Вашему вниманию похожие книги на «Het eerste ontwerp voor de bedijking der Zuiderzee, 1848» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.


Отзывы о книге «Het eerste ontwerp voor de bedijking der Zuiderzee, 1848»

Обсуждение, отзывы о книге «Het eerste ontwerp voor de bedijking der Zuiderzee, 1848» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.

x