Gustave Geffroy - In Midden-Bretagne
Здесь есть возможность читать онлайн «Gustave Geffroy - In Midden-Bretagne» — ознакомительный отрывок электронной книги совершенно бесплатно, а после прочтения отрывка купить полную версию. В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Жанр: foreign_antique, foreign_prose, Путешествия и география, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.
- Название:In Midden-Bretagne
- Автор:
- Жанр:
- Год:неизвестен
- ISBN:нет данных
- Рейтинг книги:4 / 5. Голосов: 1
-
Избранное:Добавить в избранное
- Отзывы:
-
Ваша оценка:
- 80
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
In Midden-Bretagne: краткое содержание, описание и аннотация
Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «In Midden-Bretagne»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.
In Midden-Bretagne — читать онлайн ознакомительный отрывок
Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «In Midden-Bretagne», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.
Интервал:
Закладка:
Vooral in de kerk moet men hen gadeslaan, om te bemerken, hoe de eeuwen hen drukken, zooals ik ze pas te Josselin heb gezien, zooals ik ze gisteren zag te Ploërmel en hen morgen te Pontivy zal aanschouwen. Op ieder uur van den dag kan men in de kerk de een of andere brave vrouw vinden, zittend of geknield of gehurkt in vrome aandacht. Het zijn vaak doodarme menschen, blootsvoets gaand en in lompen gehuld, met verlepte, slappe mutsen, zoodat ze bijna niet van de steenen zijn te onderscheiden en zoo stil zich houden, dat ze wel dood konden zijn. Maar de magere handen als van een skelet laten een rozenkrans door de vingers glijden en de bleeke lippen murmelen een eentonig gebed.
Waar dwalen de gedachten van die stumpers heen? Hoe stellen zij zich den geest voor, aan wien zij hun verdriet en hun ellende toevertrouwen? Zij leven van een illusie en beginnen telkens weer hun machinaal gebed, terwijl ze opzien naar het lampje, brandend in het koor, naar de houten heiligen en naar Clisson le Boucher, op zijn wit marmeren graftombe naast zijn echtgenoote Marguérite uitgestrekt. God is voor hen de vader met den witten baard en door den gekruisigden Jezus zijn alle klachten over leed en smart der menschheid gesust. Omdat er een kruishout is geweest met de spijkers en de lanssteken, de spons in alsem gedrenkt, nemen die oude vrouwen en allen, die haar gelijk zijn, geduldig haar kruis op en danken nog den geheimzinnigen geest, die ’t leed hun zendt, wanneer ze aan den hoek van een kerkmuur knielen.
Laat maar de Zondag komen, en als de klokken luiden en het orgel zingt, als de priester in verguld gewaad bij het verlichte altaar staat, en in een taal, die zij niet kent, zangerige, plechtige zinnen uitspreekt, zal het verblufte oudje van ontroering en van vreugde weenen, en ze zal gelooven, dat zij al een stukje van het Paradijs bezit. En allen in de kerk zijn daarin gelijk, allen, zooals ze gekomen zijn van vele mijlen ver uit hun armelijke hutten, gebogen als ze zijn van ouderdom, zoodat ze op honderdjarigen gelijken. Ze zijn gelukkig door het schouwspel, dat de kerk haar biedt. Er worden kaarsen aangestoken, wierook wordt vóór de heiligenbeelden gebrand, het orgel klinkt en de armen zingen van hun eigen ellende.
Ik neem, om naar Pontivy te gaan, den langsten weg; maar te Rohan, waar ik na het verlaten van Josselin het eerst stilhoud, zou ik niet zijn afgestapt, als niet het prachtige landschap voldoende vergoeding was voor het ontbreken van ’t versterkt kasteel, waarvan slechts enkele sporen over zijn, en voor de aanwezigheid van een moderne kerk. Niet ver van deze plek was ook La Chèze, een versterkte plaats, kasteel met negen torens, omringd door diepe grachten en door een ophaalbrug verbonden met het kasteel van Rohan.
Niets van dit alles bestaat er meer. Het heet, dat men een halve eeuw geleden nog den ingang van den onderaardschen kelder kon zien. Nu niets meer, niets. Hendrik IV heeft het kasteel met den grond gelijk gemaakt en de aarde met haar plantengroei heeft de kelderopening gevuld.
Te Loudéac zou ook niet veel te zien zijn, als er het bosch niet was, doch het bosch is er inderdaad. Het is een losgeraakt brok van het onmetelijke woud van Brocéliande, en de stad is ontstaan uit een punt van samenkomst voor jachtpartijen. Het bosch van Loudéac, waar grof wild overvloedig is, ziet er veel ouder uit en woester dan het bosch van Paimpont. Het was in de 15de eeuw vijf mijlen lang en twee mijlen breed. Nu heeft het nog slechts een lengte van 8 KM. en een breedte van 4 KM. Paarden leefden er indertijd in het wild, en de vicomte de Rohan had er groote voordeelen door den verkoop der veulens.
Twintig à dertig groote smederijen waren er, waar men kachels maakte en ploegijzers, braadspitten en pannen voor een groot deel van Bretagne. Gelukkig land, dat bijna geen andere historie heeft. Loudéac is nooit versterkt geweest en door dit negatieve feit had het ook nooit een beleg te doorstaan. Er wordt verhaald, dat het fransche leger er ingekwartierd werd in 1491 na den erfopvolgingsoorlog en dat het er honger leed. Ook moet de eerste drukkerij in Bretagne te Loudéac gesticht zijn. De zucht naar kennis was echter niet algemeen verspreid in die streken, want in 1794 vernielden de opgestane boeren een school, in 1768 opgericht, waar de landbouw werd bestudeerd ter wille van de ontginning van woeste gronden.
Ik moest op mijn schreden terugkeeren, toen ik naar Saint-Méen ging; doch dat mag geen bezwaar zijn hier, waar ik rondom een middelpunt kleine uitstapjes maak. Het stadje is ontstaan uit een klooster, gesticht door Saint-Méen, dat in de 10de eeuw verwoest werd door de Noormannen en in de volgende eeuw herbouwd werd door Hingueton, abt van Saint-Jacut. Ik ging er de kerk der abdij zien met een koepel en een kleineren vierkanten toren. In ’t heengaan reed ik door Merdrignac, een land van heiden, door weiden afgewisseld. Toen naar Loudéac terug door Collinée en het dal der Menez, niet ver van het Bosquenwoud. Te Collinée vindt men nog eenige huizen uit de 16de eeuw, onder welke de woning van Simon Collinaeus, die medewerker was van d’Estienne, diens weduwe huwde en beroemde oude drukwerken uitgaf.
Ook Pontivy is rijk aan oude huizen, maar daar is het Kasteel het meest bezochte punt. Het is een ruïne intusschen, die aan verwaarloozing ten prooi is. Twee der dikke torens rijzen op boven de groene heuvels, de derde is bijna ingestort en van een vierden is geen spoor meer over. De bewaker heeft tusschen de verwoeste vestingwerken een tuin aangelegd in verschillende verdiepingen. Klimop en mossen bedekken de oude muren. De natuur herneemt wel langzaam, maar met besliste onverbiddelijkheid, haar rechten en overgroeit de in 1485 opeengestapelde steenmassa’s. Maar toch blijft dit alles, dat zooveel krachtsvertoon inhield, tot het eind toe mooi, want nu smelt dit einde samen met de omgeving; de planten en de grond nemen als ’t ware de steenen in zich op.
Op den dag, dat ik er een bezoek bracht, kon ieder vrij binnengaan, want er was juist een processie en alle dorpelingen waren daarheen. Over de ophaalbrug gaande, stiet ik een poort open en kwam in een vestibule, opende een tweede deur en kwam zoo op de verlaten binnenplaats. Het hokje van den bewaker was ledig. De plaats was groot en mooi, met in den hoek de trap met ijzeren leuning, die de elegantie van de 17de eeuw voegt bij de strengheid en den ernst van een feodaal kasteel. Maar alles getuigt van wanorde en verwaarloozing en vergetelheid; de natuur wint overal veld; mos bedekt het beeldhouwwerk met een groene laag; het gras groeit tusschen de steenen, en overal blijkt de minachting van den mensch voor de woning, die aan vroegere geslachten een schuilplaats heeft verleend. In een hoek liggen takkebossen opeengehoopt, linnen hangt te drogen op de fraaie leuning van gesmeed ijzer, en de kapel in den tegenoverliggenden hoek, waartoe een tweede buitentrap toegang geeft, schijnt mij toe in denzelfden staat van verval te verkeeren als het overige gebouw.
Op het oogenblik, toen ik den voet op de eerste trede zette, vertoont zich een mannengelaat vóór een venster, twee knippende, oude oogen onder een versleten hoed, een slecht geschoren baard en lange haren, die over de schouders afhangen. De man doet een deur voor mij open en verschijnt op den drempel. Het is een oude boer, een soort van Chouan, gelijkend op diegenen, die in 1793 den opstand begonnen tegen het decreet der Nationale Conventie, waarbij 300 000 man werden geroepen onder de wapens. Zij hebben toen Pontivy belegerd, maar werden teruggeslagen. Het is betrekkelijk nog zoo kort geleden, en de grootvader van dezen boer heeft die gebeurtenissen mee beleefd.
Deze man hier spreekt al bijna gewoon Fransch, laat mij de kapel zien, vol van allerlei voorwerpen en vertelt mij, dat het museum niet meer bestaat; er zal nog wel een en ander van de voorwerpen zijn overgebleven, maar al wat eenige waarde had, is naar Josselin overgebracht, dat in eigendom toebehoort aan de Rohans, zooals ook met het slot te Pontivy het geval is. In de zalen van het museum, die in een werkplaats zijn veranderd, maken de vrouwen van Pontivy nu papieren zakken. Jean de Rohan zal in 1485, toen hij zijn formidabel kasteel liet bouwen met torens en wallen en grachten en schietgaten en ophaalbruggen, niet hebben vermoed, dat er eens zulk een onschuldige industrie zou worden uitgeoefend.
Читать дальшеИнтервал:
Закладка:
Похожие книги на «In Midden-Bretagne»
Представляем Вашему вниманию похожие книги на «In Midden-Bretagne» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.
Обсуждение, отзывы о книге «In Midden-Bretagne» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.