Georg Ebers - Eene Egyptische Koningsdochter

Здесь есть возможность читать онлайн «Georg Ebers - Eene Egyptische Koningsdochter» — ознакомительный отрывок электронной книги совершенно бесплатно, а после прочтения отрывка купить полную версию. В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Жанр: foreign_antique, foreign_prose, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.

Eene Egyptische Koningsdochter: краткое содержание, описание и аннотация

Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «Eene Egyptische Koningsdochter»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.

Eene Egyptische Koningsdochter — читать онлайн ознакомительный отрывок

Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «Eene Egyptische Koningsdochter», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.

Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать
9 9 Meer bekend onder hare Romeinsche naam Gratiën (Aglaja, Thalia, Euphrosyne). binnen te treden.

Bij deze woorden landde de bark aan den door den Nijl bespoelden muur van den tuin. Met een sprong verliet de Athener het vaartuig; de Spartaan volgde hem met zwaren doch vasten tred. Aristomachus had een houten been; toch stapte hij zoo gemakkelijk en snel naast den vluggen Phanes voort, dat men bijna in verzoeking kwam om te denken, dat hij met het houten been ter wereld was gekomen.

In den tuin van Rhodopis geurde, bloeide en gonsde het, als in een nacht uit de tooververtellingen. Acanthus, gele mimosa’s, hagen van sneeuwballen, jasmijn en vlier, rozen en goudenregenstruiken betwistten elkander de ruimte; hooge palmen, nijlacacia’s en balsemboomen verhieven hunne statige kruinen boven de lagere gewassen. Groote vledermuizen zweefden op hunne dunne fijne vleugels boven deze liefelijke plek rond, terwijl gezang en gelach de stilte op den stroom bij wijle verlevendigden.

Door een Egyptenaar was deze tuin aangelegd. De bouwmeesters der pyramiden hadden van oudsher den naam van zeer bekwame hoveniers te zijn 10 10 De beste afbeeldingen zijn in de graven van Tel el Amarna (18e dynastie) gevonden. Ze worden ook aangetroffen in de graven van de doodenstad van Thebe, bijv. in het door Ebers ontdekte graf van Amen em heb, die een groot liefhebber van bloemen was. Vgl. Lepsius. Denkmäler aus Aegypten und Aethiopien. . Zij verstonden de kunst om bloembedden scherp af te steken, om boomen en struiken in regelmatige groepen te planten, om waterleidingen en springbronnen aan te leggen, om sierlijke priëeltjes en tuinhuisjes te bouwen, ja zelfs om de paden met kunstig besnoeide hagen af te perken, en in steenen bekkens goudvisschen te onderhouden en aan te kweeken.

Phanes bleef voor de poort in den tuinmuur staan, zag oplettend om zich heen, luisterde een wijle, als om eenig geluid op te vangen, en schudde eindelijk het hoofd, zeggende: »Ik begrijp niet, wat dit te beduiden heeft. Ik verneem geene stemmen, zie geen licht, alle barken zijn weg, en toch hangt de vaan aan gindschen bontgekleurden staak nevens de obelisken aan weêrszijden der poort 11 11 Aan den ingang van Egyptische landhuizen stonden gewoonlijk obelisken, waarop de namen van de eigenaars te lezen waren. Vanen of wimpels komen bijna uitsluitend bij tempelpoorten voor, en men kan nog de sporen der krammen zien, waar eens de vlaggestok werd ingestoken. Uit opschriften blijkt, dat men had opgemerkt, hoe de masten, die bij de pylonen (poorten) voor het hijschen van wimpels soms werden opgericht, ook als bliksemafleiders dienst deden. De vanen waren ook aan de Grieken niet onbekend. . Rhodopis moet afwezig zijn. Zou men vergeten hebben…?” Hier viel hem eene zware stem in de rede: »Ah, de overste der lijfwacht!”

»Goeden avond, Knakias!” riep Phanes den op hem toetredenden grijsaard vriendelijk groetende toe. »Hoe komt het, dat deze tuin zoo stil is als eene Egyptische grafkamer, terwijl ik toch de vaan der verwelkoming geheschen zie? Sinds wanneer noodigt het witte doek te vergeefs de gasten uit?”

»Sinds wanneer?” antwoordde de oude slaaf van Rhodopis lachende. »Zoo lang de Parcen 12 12 Schikgodinnen. mijne gebiedster genadig verschoonen, kan men er zeker van zijn, dat deze vaan zoo vele gasten herwaarts zal roepen, als dit huis slechts bevatten kan. Rhodopis is niet te huis, doch zij zal weldra terugkeeren. De avond was zoo schoon, dat zij den lust niet kon weêrstaan, met hare vrienden een tochtje op den Nijl te maken. Twee uren geleden, bij het ondergaan der zon, staken zij van wal, en de maaltijd is reeds bereid 13 13 De hoofdmaaltijd, het “deipnon,” werd door de Atheners eerst laat in den avond gebruikt. . Zij kunnen niet lang meer uitblijven. Ik bid u, Phanes, heb dus een weinig geduld, en volg mij intusschen naar binnen. Rhodopis zou het mij niet vergeven, als ik zulk een aangenamen gast niet had uitgenoodigd om een wijle te toeven. En u, vreemdeling,” ging hij voort, den Spartaan aansprekende, »verzoek ik dringend te blijven, want als vriend van haar vriend zult gij mijne meesteres dubbel welkom zijn!”

De beide Grieken volgden den dienaar, en zetten zich in een priëel neder. Aristomachus wijdde nu al zijne aandacht aan zijne omgeving, die door de maan helder werd verlicht, en sprak na eenige oogenblikken: »Verklaar het mij, Phanes, aan welk geluk deze Rhodopis, eene gewezene slavin en hetaere 14 14 Men kan de Grieksche hetaeren niet met onze lichte vrouwen vergelijken. De beste onder hen hebben door vernuft en beschaving uitgemunt. Men denke aan Aspasia. In de publieke opinie stonden zij geenszins laag aangeschreven. Vgl. Becker, Charikles II, 51–69. , het te danken heeft, dat zij als eene koningin leven en hare gasten vorstelijk ontvangen kan?”

»Deze vraag verwachtte ik reeds lang,” riep de Athener vroolijk, »en het verheugt me dat ik u alvorens gij het huis dezer vrouw binnentreedt, met haar verleden bekend kan maken. Gedurende onze vaart op den Nijl wilde ik u met mijne verhalen niet storen. Deze oude stroom dwingt met onweêrstaanbare kracht tot zwijgen en tot stille gepeinzen. Toen ik, gelijk gij daar straks, voor de eerste maal een nachtelijken tocht deed op dezen stroom, was het ook mij als was mijne anders zoo radde tong verlamd.”

»Ik dank u,” antwoordde de Spartaan. »Toen ik den honderdvijftigjarigen priester Epimenides van Cnossus 15 15 Volgens Xenophanes, zijn tijdgenoot, werd hij 154, volgens Plinius 299 jaren oud. In 576 was hij te Sparta. op Creta, voor de eerste maal zag, werd ik door een bijzonder gevoel van eerbied aangegrepen. Zijn ouderdom en zijne heiligheid maakten op mij een onbeschrijfelijken indruk. Hoeveel ouder, hoeveel heiliger echter is deze grijze stroom Aigyptos 16 16 Zoo werd de Nijl oudtijds, bijv. in de gedichten van Homerus, door de Grieken genoemd. ! Wie zou zich aan zijn betooverenden invloed vermogen te onttrekken? Doch ik bid u, verhaal mij van Rhodopis!”

»Rhodopis,” aldus ving Phanes aan, »werd, toen zij nog een klein kind was, bij gelegenheid dat zij met hare speelgenootjes aan het Thracische strand zich verlustigde, door Phoenicische zeevaarders geroofd en naar Samos gebracht, waar zij door Jadmon, een geomoor 17 17 Een geboren Samiër van adellijke familie. , gekocht werd. Het meisje nam met den dag toe in schoonheid, aanvalligheid en in verstand, en weldra werd zij door allen die haar kenden bemind en bewonderd.

»Aesopus 18 18 De bekende fabeldichter vertoefde werkelijk voor zijne vrijlating tegelijk met Rhodopis bij Jadmon. , de dichter der dierenfabelen, die toen evenzeer als slaaf bij Jadmon diende, had een bijzonder welgevallen in de aanminnigheid en geestigheid van het kind. Hij onderrichtte het in allerlei zaken, en zorgde voor Rhodopis, gelijk een paedagoog 19 19 Een slaaf, die met de opvoeding der kinderen was belast, en zich in den regel door fijnere beschaving onderscheidde. Hij vergezelde de knapen overal, ook als ze naar de scholen gingen. , dien wij, Atheners, voor onze jongens in dienst nemen. De goede leermeester vond in haar eene discipelin, die zich gemakkelijk liet leiden en zeer vlug van bevatting was. De jonge slavin sprak, zong en musiceerde binnen korten tijd beter en schooner, dan de zonen van Jadmon, die eene allerzorgvuldigste opvoeding genoten. Op haar veertiende jaar was Rhodopis zóo schoon en zóo ontwikkeld, dat de ijverzuchtige gade van Jadmon het meisje niet langer in haar huis wilde dulden, en de Samiër na lang tegenstribbelen, zijne lieveling aan zekeren Xanthus verkoopen moest. Te Samos heerschte toenmaals nog de weinig bemiddelde adel. Ware Polycrates reeds aan het bestuur geweest, zoo had Xanthus voorzeker niet lang naar een kooper behoeven uit te zien. Die tyrannen vullen hunne schatkamers, gelijk de eksters hunne nesten! Hij begaf zich dus met zijn kleinood naar Naucratis, en won hier door de bekoorlijkheden zijner slavin groote schatten. Rhodopis doorleefde nu drie jaren van diepe vernedering, waaraan zij nog altijd met afkeer denkt.

Читать дальше
Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Похожие книги на «Eene Egyptische Koningsdochter»

Представляем Вашему вниманию похожие книги на «Eene Egyptische Koningsdochter» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.


Отзывы о книге «Eene Egyptische Koningsdochter»

Обсуждение, отзывы о книге «Eene Egyptische Koningsdochter» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.

x