Elias D'Oliveira - Goethe - Een Levensbeschrijving
Здесь есть возможность читать онлайн «Elias D'Oliveira - Goethe - Een Levensbeschrijving» — ознакомительный отрывок электронной книги совершенно бесплатно, а после прочтения отрывка купить полную версию. В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Издательство: Иностранный паблик, Жанр: foreign_antique, foreign_prose, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.
- Название:Goethe: Een Levensbeschrijving
- Автор:
- Издательство:Иностранный паблик
- Жанр:
- Год:неизвестен
- ISBN:нет данных
- Рейтинг книги:5 / 5. Голосов: 1
-
Избранное:Добавить в избранное
- Отзывы:
-
Ваша оценка:
- 100
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
Goethe: Een Levensbeschrijving: краткое содержание, описание и аннотация
Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «Goethe: Een Levensbeschrijving»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.
Goethe: Een Levensbeschrijving — читать онлайн ознакомительный отрывок
Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «Goethe: Een Levensbeschrijving», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.
Интервал:
Закладка:
– Toch kon hij geen afstand van haar doen. Zijn jeugd-krachtige hartstocht joeg hem telkens weer tot haar. Op hun liefhebberijtooneel speelden zij samen de verliefde rollen, en ze zongen samen, en zij begeleidde zijn fluitspel op het clavecimbel. En hij kon haar niet zien, of in zijn reeds overgevoelig gemoed ging de wroeging woeden; liet hij zijn verliefdheid gaan, dan bedacht hij daarbij dat hij een onvervulbare hoop in haar sterkte.
En hij laat zijn verliefdheid gaan. Om ongestoord met haar te kunnen samen zijn, neemt hij list te baat. Hij maakt het hof aan een uiterst coquette maar leelijke juffer, schijnt zich aan de grillen van die juffer geheel te onderwerpen: kleedt zich overdreven modieus, stapt met afgemeten passen en uitgestreken tronie door Leipzig, begroet zijn vrienden met zoo comedianterigen praat, dat zij het geen kwartier met hem kunnen uithouden. En zoo vermoedt niemand iets kwaads als hij met Antje babbelt. Maar hij voelt het kwaad. Hij zou haar zoo gaarne gelukkig zien en neemt zich in goede oogenblikken voor, nooit haar ontrouw te worden, als hij haar niet eerst in de armen van een ander heeft aangetroffen. IJdele gelofte! In zijn ziel heeft hij haar reeds verlaten. Hij is overspannen genoeg om de reden daarvan in haar te zoeken: Hij bestookt het meisje met fijn-gesponnen jaloezie, verlangt van het meisje onweerlegbare bewijzen dat hij "de eenige" is. Weer alleen op zijn kamer zet hij zich tot diep in den nacht durende zelfkwelling; hij kent geen genot of hij misgunt het zich, ontleedt het totdat er niets van blijft.
Maar zij weet dit niet en zou het niet hebben begrepen. Zij raakt in de war en lijdt; ze moet toch altijd vriendelijk doen tegen de gasten.
En als ten tweede male over hun grillige liefde het voorjaar strijkt, vlucht hij de stad uit en vindt zich weêr onder de linde, waarin hij te voren haar initialen heeft gesneden boven de zijne. Ziet: de levenssappen van den boom zijn naar buiten gebroken en lekken als tranen door haar naam over zijn naam. Nauwelijks heeft hij dit beeld doordacht of hij snelt naar huis en smeekt haar om vergiffenis. Te laat. Zij heeft in stilte hare liefde weggeschreid…
Aan Schönkopfs tafel verschijnt geregeld een zekere Behrisch: lange, magere sinjeur met scherpe trekken en wel-verzorgde kleedij; gouverneur van een paar jeugdige graven, die te Leipzig studeeren. Het waarlijk-geniale in Wolfgangs optreden, dat zijn gelijken in ouderdom ontsnapt of door hen als aanstellerij wordt beschouwd, trekt de aandacht van dezen kern-echten zwijger, die de gewoonte heeft, zijn wereldwijsheid onder vormelijke manieren en langgerekte grappen te verhullen. Een biechtvader, zooals mosjé Wolf er een noodig heeft. Met cynischen spot verhaast hij het zuiveringsproces in den ontluikenden dichter. Valsche verzen die Wolfgang hem voorlegt neemt hij zoo bedrijvig onderhanden, dat dezen alle eigenliefde vergaat. Daarentegen is aan liederen die genade bij hem vinden een byzondere gunst beschoren. Naar den drukker mogen ze niet; maar hij copiëert ze zorgvuldig en geduldig met ravenvederen en oostindischen inkt, met sierlijke letters en uitvoerige vignetten, op zwaar papier. Men zegt dat hij die afschriften mee heeft genomen in 't graf…
Intusschen: Behrisch houdt van uitgaan en genieten; hij brengt Wolfgang bij meisjes die – als wij hem mogen gelooven – beter zijn dan haar faam; de romantische jongeling, balsturig om zijn vermoorde liefde, fuift mee en ontziet zijn lichaam niet meer. En als hij zich slap voelt, onderwerpt hij zich aan streng dieet en koudwaterbehandeling, zooals Rousseau ze in de mode heeft gebracht. Terwijl hij aldus "terugkeert naar de natuur" vernielt hij zijn gestel; zijn prikkelbaarheid neemt toe.
Spoedig moest hij Behrisch missen. Hij had in een oolijke bui een lofdicht op een in de studentenwereld beroemden koekbakker geschreven; een vriend had er een verlengstuk aan gehecht, zoodat het een parodiëerend hekeldicht leek op Prof. Clodius, en zoo circuleerde het onder de studenten. Dit bracht den vriendenkring in opspraak. De vader van de jonge graafjes kwam te weten in welk gezelschap zijn zoons verkeerden en ontsloeg Behrisch op staanden voet. Wolfgangs verontwaardiging uitte zich in drie "Oden", die vooral merkwaardig zijn om de huiveringwekkende beelden, waarmede de ongezonde atmosfeer van het gekunstelde en lasterende Leipzig wordt geteekend.
Maar nù kon de eenzaamheid hem drijven tot studie en arbeid. Hij verdiepte zich in Molière's tooneeltechniek en begon diens "Menteur"te vertalen. Uit Dodds "Beauties of Shakespeare"schitterde een nieuwe schoonheid hem tegen, en dit noopte hem nader kennis te maken met den Engelschen dichter, mede aan de hand van Wielands "verduitschingen" die toen juist verschenen. Hij waardeerde Shakespeare, zonder hem te begrijpen, en noemde hem zijn meester, wijl hij, voelend dat hij met een held in aanraking kwam, meer vertrouwen kreeg in zijn eigen begaafdheid.
Hij keerde al meer tot zichzelf in, en schatte zijn eigen persoonlijkheid het ware en schoone tegenover de onware buitenwereld. Om hem heen vond hij niets dat zich liet bezingen, en, daar hij toch zingen moest, "koos" hij – als had hij daar vrij zeggen over! – de rustigste momenten die zijn ziel doorleefde tot onderwerp voor zijn liederen. Zijn ervaringen, vooral zijn liefde-ervaringen, werden in de eenzaamheid lang overdacht en, van alle toevalligheid gezuiverd, neergeschreven. Maar als dan zoo'n ervaring, in korte, scherp gestelde verzen te boek stond, liet ze hem tot klaarheid met zich zelf komen, hielp ze hem de tegenstelling tusschen zijn Ik en de onware buitenwereld overbruggen met verstandelijke overwegingen. Zoo kregen zijn liederen een eigen, doelmatigen stijl, waarin 's dichters overleg tot ongemengde uiting kwam: Beginnend met de aanduiding van een tegenstelling, eindigen zij plots met een korten, scherp afgepunten zet, belichamend aldus de luchtige, eenigszins koude wereldwijsheid, waarmede Wolfgang zich verstandelijk troostte. Liet hij hier en daar – bijvoorbeeld in "Brautnacht"– zijn schoon verbeelden hartstocht ook dòorleven, deze heeft voor het eind van 't lied zijn toppunt bereikt en een veelbeteekenende grap toont dat Goethe zijn eigen warmte voornaam en rustig heeft doorstaan.
Men zegt dat deze liederen aan Fransche en Italiaansche voorbeelden herinneren, maar verzuimt te verklaren, waarom Goethe – die al zijn vroegere gedichten, naar bepaalde voorbeelden vervaardigd, eenvoudig in het vuur wierp – deze liederen ook in de latere uitgaven van zijn werk liet herdrukken: Vast staat dat déze vorm juist paste bij zijn blik op de dingen; hij hadd' hem dus, rusteloos zoekend, ook geheel op eigen initiatief gevonden, indien het buitenlandsche voorbeeld hem niet in dezen tijd had gevoerd tot de ontdekking van zijn stijl . Hier bereikte hij van beginne af het meesterschap. Van uitgave tot uitgave opgetoetst en ontdaan van persoonlijke elementen vinden deze liedjes ook voor zijn geoefenden smaak van later jaren genade.
Hun eigenaardige, in hoofdzaak telkens weerkeerende opbouw, de geleidelijke vervloeiing van hun geestesspanning, die maakt dat de lezer, eenmaal aan het einde gekomen, nooit aan 's dichters zelfbeheersching wanhoopt, de groote effecten, die met weinig middelen worden bereikt, het samenvallen van intellectueel en melodieus zwaartepunt – dit alles heeft in den loop der tijden verschillende componisten, waaronder Beethoven, aangetrokken: Muziek, heeft Goethe later gezegd, is het ware element waaruit alle poëzie ontspringt, en waarheen ze terugkeert. Kort na hun ontstaan reeds werden twintig liederen getoonzet door zijn vriend Breitkopf, een zoon van den Breitkopf die de noten-typographie uitdacht. Zij verschenen in 1769 onder den titel: Neue Lieder . Goethes naam is op het titelblad niet gemeld.
Zijn oude liefhebberij voor beeldende kunst meldde zich weer aan en hij ging de lessen volgen van Oeser, den directeur van de teeken-academie; een man die niet bestemd was om roem als schilder te verwerven, maar die als kunst-criticus en als onderwijzer uitmuntte. Aan hem had de vermaarde Winckelmann, de geleerde "hernieuwer" van de classieke kunst, zijn vruchtbaarste ideeën te danken. Hij kon Wolfgang, die geen eigenlijk teekentalent bezat, niet tot kunstenaar vormen, maar wel leerde hij hem: zijn oogen gebruiken. Zijn critiek, hoe grondig ook, ontmoedigde nooit. Hij bracht meer inzicht dan vaardigheid. Met geestdrift onthulde hij zijn genialen leerling het wezen der Grieksche schoonheid als "edele eenvoud en stille grootschheid" . Toen begreep Wolfgang dat geen jongeling een meester kan zijn en hij vermoedde – wat hij pas later eigenlijk begreep – dat men in de werkplaats van een kunstenaar meer kans heeft wijsheid op te doen, dan in de gehoorzaal van den philosoof. Dus niet alleen de dampende flensjes hielden hem van zijn studie!
Читать дальшеИнтервал:
Закладка:
Похожие книги на «Goethe: Een Levensbeschrijving»
Представляем Вашему вниманию похожие книги на «Goethe: Een Levensbeschrijving» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.
Обсуждение, отзывы о книге «Goethe: Een Levensbeschrijving» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.