Elias D'Oliveira - Goethe - Een Levensbeschrijving

Здесь есть возможность читать онлайн «Elias D'Oliveira - Goethe - Een Levensbeschrijving» — ознакомительный отрывок электронной книги совершенно бесплатно, а после прочтения отрывка купить полную версию. В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Издательство: Иностранный паблик, Жанр: foreign_antique, foreign_prose, на нидерландском языке. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.

Goethe: Een Levensbeschrijving: краткое содержание, описание и аннотация

Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «Goethe: Een Levensbeschrijving»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.

Goethe: Een Levensbeschrijving — читать онлайн ознакомительный отрывок

Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «Goethe: Een Levensbeschrijving», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.

Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Zijn geest kon eerst in een andere omgeving tot hernieuwde werkzaamheid zich spannen. Reizen en trekken werd nu en in later tijd zijn redding, als hij een verdriet, een aarzeling, een onbegrijpelijkheid moest overwinnen. —

Met zijn nieuwen onderwijzer, – die schrander genoeg was, om hem in de vrije natuur vaak aan zijn gevoelens over te laten – doorliep hij de geschiedenis van de oude wijsbegeerte. Hij maakte het den man lastig met vragen, "die deze later wel eens zou beantwoorden". Vurig verdedigde hij de bewering dat een afzonderlijke wetenschap van het denken overbodig was. Neen! een boek als de bijbel, waarin kernachtige wijsheid met geloof en poëzie was vermengd, daar had de wereld behoefte aan; en aan mannen als de Stoïcijnen die zich in hun ziel wapenden tegen moeilijkheden des levens!.. Hij had de tastbare werkelijkheid te zeer lief om zich met ijle gedachten te vergenoegen; doch hij bezat een te fijnen geest en te veel neiging om in alles éénheid te zoeken, om in een enkele kunstuiting – hetzij beeldende kunst of lyriek – bevrediging te verwachten. Het was hem niet te doen om de gedachte-zelf, want die leefde voor hem geen afzonderlijk leven; doch om de innerlijke beteekenis van wat hij zag en ondervond. Zijn verswoede werd langzamerhand een virtuositeit, die van toen af op zich zelf geen doel kon hebben. Het ontbrak hem echter aan stof en hij was blij als iemand hem iets voorlegde dat hij "bezingen" kon: zoo zijn zijn "Poëtische gedachten over Christus' hellevaart" blijkens hun ondertitel "op verlangen ontworpen". Zijn vaardigheid in het spelen met woorden en rijmen was sneller gegroeid dan zijn levensinzicht, en zoo moest zijn beeldspraak, waar hij eigen meeningen wilde aanduiden, wel tamelijk los, en ineengedrongen duister zijn, – hoe cordaat ook neergeschreven. Een kenmerkend voorbeeld hiervan geeft het dichtje, dat hij op zijn zestienden verjaardag in het album van een vriend stelde. Zonder naderen uitleg maar "in allen ernst" vergelijkt hij daar de wereld "die men voor de beste houdt" beurtelings bij een moordenaarshol – een studente-kamer – een operagebouw – een professorsdrinkgelag – met poëetkoppen, schoone rariteiten, afgesleten geldstukken.

"Een die zich op de schoone wetenschappen toelegt", aldus teekende hij het gedicht. En verried daarmee meer dan hij wilde zeggen: Terwijl hij zich door zijn vader liet africhten tot de rechtsstudie; terwijl hij, de kamer op en neer marcheerend, zijn invallen dicteerde aan een schrijfknecht; terwijl hij doolde op jaarmarkten en missen, waar bizar gekleede vreemdelingen dooreenwoelden – rees in hem het voornemen, zèlf zijn loopbaan te kiezen, professor te worden in de kunstgeschiedenis of in de classieke letteren. Zijn algemeene kennis ontwikkelde hij nog verder door in eenige encyclopedieën, o.a. in de bekende "Dictionnaire historique et critique" van Pierre Bayle, te snuffelen; en meer en meer teekende zich de weg, die hem door zijn geestesbehoeften was aangewezen. Maar alleen zijn zus Cornelia wist er van: zij begreep hem zoo volkomen, dat hij haar man zou willen worden indien hij haar broer niet was.

Hij heeft zich eens in enkele verzen afgevraagd, wat er nu toch eigenlijk voor oorspronkelijks in hem zat. Van mijn vader, zoo dichtte hij:

Vom Vater hab' ich die Statur,
Des Lebens ernstes Führen;
Von Mütterchen die Frohnatur,
Die Lust zu fabulieren…

en als de deelen het geheel vormen, wat heeft het wicht ten slotte dan van zich zelf!?

Het oorspronkelijke in zijn persoonlijkheid was hem nog niet helder bewust, toen hij als 17-jarig jongeling naar de Leipziger hoogeschool vertrok; toch zou hij zich nooit losmaken van zijn jeugd-indrukken, dat is te zeggen: van de wijze waarop zijn kiemende geest zich met zijn eerste ervaringen verstond; toch zal den lezer blijken, dat deze kinderdroomen in den gerijpten man nog uitwerken. Nog, of liever: pas, want kinderen grijpen ver.

Maar wel wist hij, dat hij anders was als degenen die hem met zooveel zorg hadden opgevoed: De teruggetrokkenheid waarin zijn vader leefde maakte hem bang; en hevig verlangde hij ontslagen te worden van de geestestucht, die men hem had opgelegd; daar onder de balkrijke zolderingen van het sombere ouderhuis.

De gebeurtenissen, in dit hoofdstuk verhaald, loopen van September 1765 tot September 1768

II

Verpflanze den schönen Baum,
Gärtner! er jammert mich.

ODE aan BEHRISCH.

Hij voelde zich niet bepaald treurig, toen hij de poorten van zijn geboorteplaats achter zich had: voortaan zou hij zelf zijn leven regelen, met frisch gestel en sterken geest zich op de schoone wetenschappen werpen, rechtstreeks aansturend op het hoogleeraarsambt!

Maar toen hij Leipzig binnenreed had hij den eersten klap al te pakken: de postwagen was onderweg in de modder vastgeraakt, Wolfgang wilde natuurlijk met uitbundig krachtsbetoon een handje helpen en verrekte een paar borstspieren. Gedurende heel zijn studietijd zou telkens een knagende pijn zijn zenuwen overprikkelen.

Hij vond dat hij, om op slag te komen, zich eens flink moest vertreden en de academie-stad beviel hem wel bij eerste kennismaking. Deftige gebouwen met mooie gaarden; straten breeder dan in Frankfort en ook lichter, doordien de hooger gelegen étages der huizen de verdiepingen gelijkvloers niet overschaduwden; interessante omstreken met overvloed van gezellige roomtuinen; boekenstalletjes huis aan huis, en gewoel van vreemd-gedoste buitenlanders; een Fransche kolonie, – die als een leerschool van smaakvolle wellevendheid werd beschouwd en aan Leipzig wijd en zijd den roep gaf van "een galante stad", een "klein Parijs"; waar men er zich bovendien op liet voorstaan, je "feinste Teutsch"te spreken. Het was juist mistijd: drinkgelagen en banketten en rijjolen gingen niet van de lucht en de goudstukken schoten den onervaren studiosus tusschen de vingeren door, snel als waren het guldens. Maar hij genoot, en in zijn naïeve verbazing vond hij 't gewenscht, zijn zuster de zeer byzondere spijzen op te sommen, die de Fransche keuken hem van dag tot dag gaf te savoureeren.

Toen de teleurstelling: de Frankforter patriciërszoon, het dichterlijke wonderkind, stond hier maar matig in tel. Zijn uitspraak klonk boersch en men glimlachte als hij zijn taal doorspekte met spreekwoorden, bijbelsche beelden, krachtige oud-Duitsche uitdrukkingen, die hij uit kronyken had opgediept.. Zijn kleeren, waarvan hij hoogen dunk had, bleken van verouderden snit en ze zaten nogal slof. Geen wonder: de huisknecht, die niet mocht leegloopen, had ze uit vaders onverslijtbare plunje gemaakt. En nu gebeurde het dat een komiekeling in een derderangs theater de menschen deed proesten, enkel en alleen door in juist zulke kleeren op te treden. Jonge Wolfgang, tot tranen geërgerd, was blij dat hij er in slaagde, zijn rijkvoorziene garderobe, met bijbetaling van ettelijke goudstukken, te ruilen tegen een paar moderne pakjes.

Hij ging zijn aanbevelingsbrief overhandigen aan den rector van de universiteit, hofraad Böhme. Deze verbood hem, de studie van de rechtswetenschap, waarvoor hij bestemd was, zonder verlof van zijn vader op te geven, teneinde voor zijn lievelingsvakken tijd te winnen. Dit ontnuchterde hem: doch Böhme, practiesch man, met weinig ontzag voor geleerdheid die door anderen werd onderwezen – overtuigde hem dat hij, als bewonderaar van de classieken, niet beter kon doen dan zich wijden aan de studie van het Romeinsche Recht. Deze raad, gevoegd bij de overweging dat zijn moeder en Cornelia het zouden ontgelden als papa Goethe tot de ontdekking kwam dat zijn plannen werden gedwarsboomd, maakte hem aanvankelijk tot een stipt en ijverige collegehengst. Maar Böhme had hem over het Recht en over de geschiedenis der staatsinstellingen niet veel nieuws te vertellen. En hij verdreef zijn verveling door in zijn dictaten caricaturen te teekenen van de rechterlijke ambtenaren die de lessen verduidelijkten.

Читать дальше
Тёмная тема
Сбросить

Интервал:

Закладка:

Сделать

Похожие книги на «Goethe: Een Levensbeschrijving»

Представляем Вашему вниманию похожие книги на «Goethe: Een Levensbeschrijving» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.


Отзывы о книге «Goethe: Een Levensbeschrijving»

Обсуждение, отзывы о книге «Goethe: Een Levensbeschrijving» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.

x