Johan Huizinga - Herfsttij der Middeleeuwen
Здесь есть возможность читать онлайн «Johan Huizinga - Herfsttij der Middeleeuwen» весь текст электронной книги совершенно бесплатно (целиком полную версию без сокращений). В некоторых случаях можно слушать аудио, скачать через торрент в формате fb2 и присутствует краткое содержание. Жанр: Старинная литература, nld. Описание произведения, (предисловие) а так же отзывы посетителей доступны на портале библиотеки ЛибКат.
- Название:Herfsttij der Middeleeuwen
- Автор:
- Жанр:
- Год:неизвестен
- ISBN:нет данных
- Рейтинг книги:3 / 5. Голосов: 1
-
Избранное:Добавить в избранное
- Отзывы:
-
Ваша оценка:
- 60
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
Herfsttij der Middeleeuwen: краткое содержание, описание и аннотация
Предлагаем к чтению аннотацию, описание, краткое содержание или предисловие (зависит от того, что написал сам автор книги «Herfsttij der Middeleeuwen»). Если вы не нашли необходимую информацию о книге — напишите в комментариях, мы постараемся отыскать её.
Herfsttij der Middeleeuwen — читать онлайн бесплатно полную книгу (весь текст) целиком
Ниже представлен текст книги, разбитый по страницам. Система сохранения места последней прочитанной страницы, позволяет с удобством читать онлайн бесплатно книгу «Herfsttij der Middeleeuwen», без необходимости каждый раз заново искать на чём Вы остановились. Поставьте закладку, и сможете в любой момент перейти на страницу, на которой закончили чтение.
Интервал:
Закладка:
Deze idealen van verfijnde "rhétorique" zijn geen idealen van zuivere litteraire uitdrukking alleen, maar tegelijk en nog meer idealen van hoogeren litterairen omgang. Het geheele Humanisme is evenzeer als de poëzie der troubadours het geweest was, een gezelschapsspel, een vorm van conversatie, een streven naar een hoogeren levensvorm. Zelfs de geleerden correspondentie der zestiende en zeventiende eeuw heeft dat element geenszins verzaakt. Frankrijk nu toont in dat opzicht zich middenevenredig tusschen Italië en de Nederlanden. In Italië, waar taal en gedachte het minst verwijderd waren van de echte, zuivere Oudheid, konden de humanistische vormen ongedwongen worden opgenomen in de natuurlijke ontplooiing van het hoogere volksleven. De Italiaansche taal werd door eenige meerdere latiniteit van uitdrukking nauwelijks geweld aangedaan. De humanistische clubgeest sloot er zeer wel aan bij de zeden der samenleving. De Italiaansche humanist vertegenwoordigde den geleidelijken uitgroei der Italiaansche volksbeschaving, en daarmee het eerste type van den modernen mensch. In de Bourgondische landen daarentegen was de geest en de vorm der samenleving nog zoo middeleeuwsch, dat het streven naar een vernieuwde en gezuiverde uitdrukking er zich aanvankelijk slechts belichamen kon in volkomen ouderwetschen vorm: de rederijkerskamers. Als genootschappen zijn zij enkel een voortzetting van de middeleeuwsche broederschap, en de geest, die in hen spreekt, heeft zich nog enkel in het zeer uiterlijk formeele vernieuwd. Eerst het bijbelsch Humanisme van Erasmus inaugureert er de moderne beschaving.
Frankrijk kent niet den ouderwetschen toestel der rederijkerskamers, maar zijn "nobles rhétoriciens" gelijken ook nog niet op Italiaansche humanisten. Ook zij bewaren nog veel van middeleeuwschen geest en vormen. Ten opzichte der Fransche letterkunde der vijftiende eeuw kan men zonder overdrijving zeggen, dat die schrijvers en dichters, die zich het meest vrij houden van klassicisme, nader staan tot de moderne ontwikkeling der litteratuur dan zij, die de idealen van latiniteit en oratorie huldigen. De modernen, dat zijn er de onbevangenen van geest, zelfs als zij dien nog kleeden in den middeleeuwschen vorm: Villon, Coquillart, Henri Baude, ook Charles d'Orléans en de dichter van L'amant rendu cordelier . Juist het klassicistische streven doet zich hier, althans wat dicht en proza betreft, als den remmenden invloed gelden. De pompeuze woordvoerders van het zwaar gedrapeerde Bourgondische ideaal: Chastellain, La Marche, Molinet, dat zijn de ouderwetsche geesten der Fransche litteratuur. Zoodra ook zij zich nu en dan losmaken van hun ideaal van kunstvaardigheid, en dichten of schrijven, wat hun ter harte gaat, eenvoudigweg, worden zij leesbaar, en doen zij tegelijk moderner aan.
Een dichter van den tweeden rang, Jean Robertet (1420-1490), secretaris van drie hertogen van Bourbon en drie Fransche koningen, zag in Georges Chastellain, den Vlaming-Bourgondiër, het puik der edele dichtkunst. Uit die bewondering sproot een litteraire correspondentie voort, die het zooeven beweerde kan illustreeren. Om met Chastellain in kennis te komen, bedient Robertet zich van de bemiddeling van zekeren Montferrant, die als gouverneur van een jongen Bourbon, aan 't hof van zijn oom van Bourgondië opgevoed, te Brugge woonde. Hij zond dezen twee brieven voor Chastellain, een in 't Latijn en een in 't Fransch, benevens een hoogdravend lofdicht op den bejaarden hofchronist en dichter. Toen deze niet terstond op den aandrang van een litteraire briefwisseling inging, vervaardigde Montferrant een wijdloopige aansporing naar het oude recept: "les Douze Dames de Rhétorique" waren hem verschenen, genaamd Science, Eloquence, Gravité de Sens, Profondité enz. Voor die verlokking bezweek Chastellain, en rondom les Douze Dames de Rhétorique groepeeren zich nu de brieven van het drietal; [1015]het duurde overigens niet lang, of Chastellain had er genoeg van, en sneed verdere briefwisseling af.
Bij Robertet ziet men de quasi-moderne latiniteit op haar malst. "J'ay esté en aucun temps en la case nostre en repos, durant une partie de la brumale froidure", aldus een verkoudheid. [1016]Even zot zijn de hyperbolische termen, waarin hij zijn bewondering uit. Als hij eindelijk zijn dichterlijken brief van Chastellain (zeer veel beter dan zijn eigen poëzie inderdaad) beet heeft, schrijft hij aan Montferrant:
"Frappé en l'oeil d'une clarté terrible Attaint au coeur d'éloquence incrédible, A humain sens difficile à produire, Tout offusquié de lumière incendible Outre perçant de ray presqu'impossible Sur obscur corps qui jamais ne peut luire, Ravi, abstrait me trouve en mon déduire, En extase corps gisant à la terre, Foible esperit perplex à voye enquerre Pour trouver lieu et oportune yssue Du pas estroit où je suis mis en serre, Pris à la rets qu'amour vraye a tissue."
En in proza voortgaande: "Où est l'oeil capable de tel objet visible, l'oreille pour ouyr le haut son argentin et tintinabule d'or?" Wat zegt Montferrant, "amy des dieux immortels et chéri des hommes, haut pis Ulixien, plein de melliflue faconde" er wel van? "N'est-ce resplendeur équale au curre Phoebus?" Is het niet meer dan Orpheus' lier, "la tube d'Amphion, la Mercuriale fleute qui endormyt Argus?" enz. enz. [1017]
Gelijken tred met de uiterste gezwollenheid houdt de diepe schrijversnederigheid, waarmee deze dichters het middeleeuwsche voorschrift getrouw blijven. En zij niet alleen; al hun tijdgenooten huldigen nog dien vorm. La Marche hoopt, dat men zijn Mémoires zal kunnen gebruiken als mindere bloempjes in een krans, vergelijkt zijn arbeid met het herkauwen van een hert. Molinet verzoekt alle "orateurs", om zijn werk te besnoeien van het overbodige. Zelfs Commines hoopt, dat de aartsbisschop van Vienne, wien hij zijn werk zendt, het misschien zal kunnen opnemen in een Latijnsch geschrift. [1018]
In de dichterlijke correspondentie van Robertet, Chastellain en Montferrant ziet men het verguldsel van het nieuwe klassicisme slechts opgeplakt op een echt middeleeuwsch beeld. En nu, let wel, deze Robertet is in Italië geweest, "en Ytalie, sur qui les respections du ciel influent aorné parler, et vers qui tyrent toutes douceurs élémentaires pour là fondre harmonie." [1019]Maar van die harmonie van het quattrocento had hij blijkbaar niet veel mee thuisgebracht. De voortreffelijkheid van Italië bestond voor deze geesten louter in het "aorné parler", in de uiterlijke cultiveering van een kunstvaardigen stijl.
Het eenige, wat dien indruk van fraai opgepoetste ouderwetschheid even twijfelachtig maakt, is de zweem van ironie, die in deze opgeschroefde ontboezemingen soms even onmiskenbaar is. Uw Robertet, zeggen de Dames de Rhétorique tot Montferrant, [1020]—"il est exemple de Tullian art, et forme de subtilité Térencienne ... qui succié a de nos seins notre plus intériore substance par faveur; qui, outre la grâce donnée en propre terroir, se est allé rendre en pays gourmant pour réfection nouvelle (d.i. Italië), là où enfans parlent en aubes à leurs mères, frians d'escole en doctrine sur permission de eage". Chastellain zegt de correspondentie op, omdat het hem te machtig wordt: de poort heeft lang genoeg wijd opengestaan voor "Dame Vanité"; hij gaat haar grendelen. "Robertet m'a surfondu de sa nuée, et dont les perles, qui en celle se congréént comme grésil, me font resplendir mes vestements; mais qu'en est mieux au corps obscur dessoubs, lorsque ma robe deçoit les voyans?" Als Robertet zoo voortgaat, zal hij zijn brieven ongelezen in het vuur gooien. Wil hij gewoon spreken, zooals het onder vrienden hoort, dan zal George's genegenheid hem niet begeven.
Dat er onder het klassieke gewaad nog een middeleeuwsche geest huist, komt minder sterk uit, wanneer de humanist zich enkel van het latijn bedient. Dan verraadt zich het onvolkomen begrip voor den waren geest der Oudheid niet in onhandige verwerking; dan kan de geletterde nabootsen zonder meer, en bedriegelijk nabootsen. Een humanist als Robert Gaguin (1433-1501) doet ons in zijn brieven en oraties reeds bijna even modern aan als Erasmus, die aan hem zijn eerste beroemdheid te danken had, doordat Gaguin achter zijn Compendium der Fransche geschiedenis, het eerste wetenschappelijke geschiedwerk in Frankrijk (1495), een brief van Erasmus opnam, die zich daardoor voor het eerst gedrukt zag. [1021]Al kende Gaguin nog even slecht Grieksch als Petrarca, [1022]een echte humanist is hij er niet minder om. Tegelijk evenwel zien wij ook in hem den ouden geest voortleven. Hij wijdt zijn Latijnsche welsprekendheid nog aan de oude middeleeuwsche thema's, zooals de diatribe tegen het huwelijk [1023]of de misprijzing van het hofleven, door Alain Chartier's Curial in het latijn terug te vertalen, of de maatschappelijke waarde der standen, in den veelgebruikten vorm van een twistgesprek, le Debat du Laboureur, du Prestre et du Gendarme . In zijn Fransche gedichten doet juist Gaguin, die den Latijnschen stijl volkomen beheerschte, aan de rhetorische fraaiigheden in het geheel niet mee; geen gelatiniseerde vormen, geen hyperbolische wendingen, geen mythologie; als Fransch dichter staat hij geheel aan de zijde van hen, die in hun middeleeuwschen vorm de natuurlijkheid en daarmee de leesbaarheid bewaren. De humanistische vorm is nog niet veel meer dan een gewaad, dat hij aandoet; het zit hem goed, maar hij beweegt zich toch vrijer zonder dien tabbert. Bij den Franschen geest der vijftiende eeuw zit de Renaissance er nog maar los buiten op.
Читать дальшеИнтервал:
Закладка:
Похожие книги на «Herfsttij der Middeleeuwen»
Представляем Вашему вниманию похожие книги на «Herfsttij der Middeleeuwen» списком для выбора. Мы отобрали схожую по названию и смыслу литературу в надежде предоставить читателям больше вариантов отыскать новые, интересные, ещё непрочитанные произведения.
Обсуждение, отзывы о книге «Herfsttij der Middeleeuwen» и просто собственные мнения читателей. Оставьте ваши комментарии, напишите, что Вы думаете о произведении, его смысле или главных героях. Укажите что конкретно понравилось, а что нет, и почему Вы так считаете.